■■-"ÏOC g XÏ'X; \ÏÖO ,-.ï: ar: 98- g >b 'f -Li :yy,;;u/. ,w -j.-.,., -j;.- -7- schat worden. Waarom is die parkeerplaats opgeheven? Wat de heer van den Enden vervolgens gaat zeggen, neemt hij voor zijn eigen verantwoordelijk heid. Het zal hem waarschijnlijk niet in dank afgenomen worden door de an dere aanwezigen. Er is een geruststelling omdat de doorsnee bevolking het wel met hem eens is. Het probleem, namelijk het verdwijnen van parkeerge legenheid voor 60 70 auto's, vloeit voort uit het voorrecht van een vier tal bejaarde echtparen orn binnen de vesting te kunnen wonen. Afgevraagd moet worden wat het zwaarste weegt, de parkeergelegenheid of de huisvesting van enkele bejaarden binnen de vesting? Nog eens: twee echtparen krijgen dit zelfde voorrecht want in de Achterstraat worden nog twee bejaardenwoningen gebouwd. Hierdoor wordt de parkeerproblematiek alsmaar groter. Op dat terrein had parkeergelegenheid geschapen kunnen worden voor de kort-parkeerdersde genen die bij de bakker en de kruideniers enz. moeten zijn de winkelende personen dus. De hidige situatie is zo dat er voor winkelen dubbel gepar keerd moet worden in de Landpoortstraat met alle gevolgen van dien. Een en keling parkeert in de Achterstraat. Zoals de plannen er nu voorstaan wordt het algemeen parkeerbelang opgeofferd aan de belangen van enkele bejaarde echtparen. Het gemeentebestuur zelf heeft de parkeerproblemen opgeroepen I De heer van den Enden heeft zich altijd tegen de voorgenomen plannen verzet en is er nog steeds tegen. Er moet toch een oplossing gevonden worden voor de kort-parkeerders. Dit is niet alleen van belang voor de parkeerders, doch ook voor de eigen inwoners en de middenstand. Ook denkt hij aan de belang rijke hoge kosten welke gevergd zullen worden voor het inrichten van een parkeerterrein op de Redance. Dit terrein moet er toch komen. Voor 1983 zal dit een noodzaak blijken. Het autobezit kan niet meer teruggedrongen worden. Het autovrij-maken van de vesting is een waandenkbeeld. De heer de Visser heeft voorgesteld het havenhoofd te asfalteren. Dit roept echter problemen op bij het innemen van een standplaats door een kermis. Er moeten dan palen in de grond geslagen worden. Hierdoor zal het wegdek dan weer beschadigd worden. Een parkeerverbod voor de Achterstraat verbaast de heer van den En den, Wanneer hij de ligging van deze straat in de gemeente bekijkt vormt deze met de Rozemarijnstraat en de Bovenkade eigenlijk een uithoek. Xn deze straten komt geen doorgaand verkeer. In de achterliggende jaren stonden deze straten boordevol auto's, maar er hebben zich nooit geen aanrijdingen voor gedaan, Een ë^nrichtingverkeer zal ook alleen maar problemen oproepen. Wanneer leveranciers die de bakker, de kruidenier of het garagebedrijf in de Achterstraat moeiten bevoorraden met grote vrachtauto's via de Voorstraat moeten gaan manovreren, ziet hij "het lijk al drijven," Ook is er in de Achterstraat nog een landbouwer, Die moet met zijn landbouwmachine ook een aantal toeren gaan uihalen. Met het verlenen van ontheffing wordt niets be reikt, Er zijn zelden verkeersongelukken gebeurd. En wanneer zoiets gebeurde vond dit de oorzaak altijd in het te hard rijden. De heer van den Enden ge looft, gezien zijn ervaring op verkeersgebied, wel enig inzicht in de gang van zaken te hebben. voorzitter heeft de reacties zo eens aangehoord en gewogen en is tot de concïusie*""ge!<omen dat er nogal verschillend over bepaalde onderdelen van het voorstel wordt gedacht. Het college is met opzet met een voorzichtig voor stel gekomen. De problematiek kan van diverse zijden benaderd worden. De meerderheid is van oordeel dat voorgestelde maatregelen in eerste instantie uitgevoerd kunnen warden. Dan gaat do voorzitter in op hetgeen door de di verse fracties naar voren is gebracht, Het aangevoerde ten aanzien van de in richting van het havenhoofd door de Partij van de Arbeid heeft een technische inhoud. Hierop zal het college terugkomen wanneer er een voorstel gedaan wordt waarbij een krediet wordt gevraagd voor de inrichting van het terrien. Hierbij zal een meervoudig gebruik een rol spelen. De mogelijkheid van stenen waardoor graf groeit zal daarbij worden bezien. Het gestelde ten aanzien van het terrein bij de Vuurtoren zal daarbij worden betrokken. Het is niet de be doeling de bezoekers te verwijzen naar het parkeerterrein Achterstraat II, Dat terrein is wellicht alleen aan te wenden voor intern gebruik. Bij de be wegwijzering zal hiermede dan rekening worden gehouden. Bezoekers van de —vesting zullen-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 7