-4- Wat betreft de opmerking van de heer Tuinman dat het college veel nadruk legt op het feit dat iemand geen ingezetene van de gemeente is, antwoordt de voorzitter dat de overwegingen daarmee in de eerste plaats beginnen, maar dat de heer. Tuinman daar geen grotere waarde aan mag toekennen om dat het de eerste plaats is; niet dat het allemaal nevenschikkend is. Er ligt geen zwaardere nadruk op dan in andere gevallen gesteld zou zijn. Dat is niet het geval. Het college zegt gewoon dat gelet op de risico's die bij de garantie van deze lening een rol spelen, ook het feit dat iemand geen ingezetene van de gemeente is, daarbij nu ook een rol speelt. Het college werkt met aanvragen en met stukken die worden ingediend door een bemiddelend orgaan. Op grond van het verzoek met bijlagen neemt het college een beslissing. Als het gemeentebestuur niet op de overgelegde stukken af zou kunnen gaan, als er nog een nader onderzoek gepleegd zou moeten worden, dan wordt het gemeentebestuur zelf een bemiddelend orgaan. De heer Tuinman vraagt of als het bemiddelend orgaan burgemeester en wet houders adviseert, dat verwacht mag worden dat het inkomen van de vrouw niet van blijvende aard is, bijvoorbeeld op grond van de leeftijd van die vrouw of op grond van het feit dat er misschien nog geen sprake is van een voltooid gezin, -trouwens in het voorliggende geval is er nog geen sprake van een gezin— het college die argumentatie zonder meer overneemt. De heer Munters wijst er op dat er nog een andere factor mee speelt met betrekking tot de vraag of de gemeenteraad de garantie al dan niet moet verlenen. Voor enkele jaren werd alleen de vraag gesteld of het toekom stige gezin of het gezin dat de woning koopt de financiële lasten kon opbrengen, gezien de inkomsten die het gezin heeft. Later is bij de beoordeling afgevraagd of het onderpand dat gegeven wordt voor de gemeente-garantie niet van belang is. Toen heeft het college, -en de heer Munters dacht dat het zelfs in de raad besproken was,- duidelijk gezegd dat het onderpand getaxeerd moet worden door een paar deskundige mensen van de afdeling bouw- en woningtoezicht. Wanneer de waarde van dat onderpand ver beneden het bedrag blijft hetgeen ge vraagd wordt als gemeente-garantie, ook dan, en dat is de belangrijkste reden, zal het college zeggen wij kunnen niet tot dat bedrag gaan. De taxatie van de onderhavige woning is door bouw— en woningtoezicht ge daan op f.40. 000, Er is een aanvraag om garantie vari f.88. 000, Gesteld kan dus worden dat het onderpand ver beneden de waarde van de zekerheid is en dat is ook een duidelijke reden voor het college om niet met een positief voorstel te komen. De heer Tuinman vindt dat de heer Munters daarin volkomen gelijk heeft. Hij neemt aan. dat de heer Munters in de woorden van de heer Voogt ook beluisterd heeft, dat die gezegd heeft dat de argumentatie zoals die nu naar voren wordt gebracht zeer begrijpelijk en aanvaardbaar is. Alleen de hele entourage er omheen roept grote vraagtekens op. Met name de vraag die de heer Tuinman eerder stelde omtrent het feit van de leeftijd en het feit dat het aanwezig zijn van een voltooid gezin wel zo'n belang rijke rol moet spelen bij deze aanvrage voor de garantie van een geld lening. De gemeenteraad heeft te maken met twee mensen, die allebei een niet al te hoog inkomen hebben en op grond van het feit dat er nu toevallig twee inkomens zijn, want daar draait het in feite om, kan die gemeente garantie hoofdzakelijk niet toegewezen worden. Dat is toch eigenlijk wel een betreurenswaardige zaak. De heer Munters merkt op dat de belangrijkste reden juist is dat de waar de van het onderpand te gering is. De heer de Visser zegt dat in het verleden op een zelfde soort aanvraag tot een lager bedrag dan gevraagd gemeente-garantie is verleend. Ge vraagd wordt in dit geval een soortgelijke beslissing te nemen. Aanvra ger moet dan het resterende bedrag elders trachten onder te brengen. Het risico voor het gemeentebestuur is dan veel minder. De voorzitter vindt dat het college zulks zou kunnen bekijken. Wanneer garantie verstrekt zou worden tot de geschatte waarde van f.40.000, dan blijft er een verschil van f.48.000,en dat is een ontzettend groot bedrag. —De voorzitter-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 46