-10- De fractie van het C.D.A. is voor subsidiëring van Brabant Eén. Wanneer men néé zegt tegen Brabant Eén wordt daaruit de conclusie getrokken dat men voorstander is voor het opheffen van gemeenten. Deze opmerking kan ge maakt worden, maar de conclusie behoeft niet juist te zijn. De fractie heeft gelijk als zij vindt dat kleine gemeenten aantrekkelijk zijn vanwege hun specifiek karakter. Er wordt ten onrechte gezegd, dat de kleine gemeenten onvoldoende bestuurskracht bezitten. Het lijkt er af en toe wel eens op of er een jacht op kleine gemeenten begonnen is en of zij vo gelvrij zijn verklaard. Dit is persé niet waar De kleine gemeenten be zitten voldoende bestuurskracht en kunnen goed reageren op de problemen van deze tijd. Het is niet nodig de kleine gemeenten een brevet van onvermogen uit te reiken. De heer Tuinman heeft de fiolen van zijn toorn uitgestort over Brabant Eén. Burgemeester en wethouders achten zich niet geroepen de actie van de Stichting Stuurgroep Brabant Eén te verdedigen. Dat is een zaak van Brabant Eén zelf. De reactie van de heer Tuinman was wel wat emotioneel. Zijn frac tie is voor decentralisatie d.w.z. om het bestuur dichter naar de burgers te brengen. Voorkeur wordt gegeven aan een opdeling van Noord-Brabant in tweeën. Deze opdeling maakt het dichter brengen van het bestuur bij de bur ger helemaal niet zeker. Het hangt af van de taken die worden overgedragen. De heer Manneke voelt zich als Brabander emotioneel bij Brabant Eén be trokken. Hij vindt wel dat er ook rationeel gedacht moet worden. De onge nuanceerde benadering van de schaal voor de gemeenten door binnenlandse za ken vindt nergens grond. Op vei'zoek van de Stichting zou eventueel ruimte voor een advertentie in de Brillant kunnen worden beschikbaar gesteld. Het tarief voor een advertentie is niet zo hoog De heer Manneke verduidelijkt zijn bedoeling, n.l. om gratis ruimte beschik baar te willen stellen in het voorlichtingsblad. Vervolgens zegt de voorzitter ten aanzien van de heer van den Enden dat het heden rust in het verleden. De tijd waarin we leven is een tijd waarin uiterst kritisch omgegaan wordt met de verbanden binnen de samenleving. Zulks geldt ook voor het bedrijfsleven enz. Afgevraagd wordt wel eens wat de nood zaak van dit alles is. We mogen best kien zijn op de verbanden waarin ge werkt wordt. Er is een negatieve lijst van taken die de rijksoverheid wilt afstaan. Wanneer de reorganisatie van het binnenlands bestuur een tijdsgevoelige hobby mocht zijn dan behoort deze toch minstens onderbouwd te zijn. De heer de Visser heeft gepleit voor een duidelijke oplossing in regionaal verband. Hij is, zoals bekend, geen voorstander van het streekgewest Er wordt gaarne nota genomen van de opmerkingen. Resumerende stelt de voorzitter dat alle partijen zich wat de reorganisatie van het binnelands bestuur betreft kunnen vinden in de feiten die burgemees ter en wethouders hebben aangedragen. Over de bijdrage aan Brabant Eén blijkt er verschil van mening te bestaan. In tweede instantie maakt de heer Tuinman enkele aantekeningen. Hij gelooft dat de heer van den Enden hem niet goed begrepen heeft. Het gaat inderdaad om de dag van vandaag. Er moet stof aangedragen worden door de Stichting Brabant Eén voor de actie. Terecht heeft de heer Tuinman voor een emotionele opzet van zijn relaas ge kozen. Dat was de oplossing om zijn boosheid af te reageren. Hij onder scheid twee soorten emoties teweten de begeerte naar macht wat zijns in ziens naar rechts drijft en de mate van verontwaardiging wat naar links drijft. De voorzitter heeft geen behoefte hierop te reageren. De heer van den Enden heeft respect voor het standpunt van de heer Tuin man en van de overige leden van de I'.v.d.A. De heer Manneke voelt zich emo tioneel bij Brabant Eén betrokken maar vindt dat de Stichting het verder maar moet uitzoeken» De heer van den Enden is gelukkig met één Brabant maar niet met Brabant Eén. De heer Manneke herhaalt dat hij gezegd heeft het in zijn hart emotioneel -eens te zijn met-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 32