-50-
De heer Tuinman vraagt hem in de gelegenheid te stellen de tekst van de
motie te wijzigen alvorens deze in stemming te doen brengen
De heer Manneke verzoekt de vergadering te schorsen voor intern beraad.
De voorzitter schorst vervolgens de vergadering.
Na een korte schorsing heropent de voorzitter de vergadering,.
De heer Tuinman wordt in de gelegenheid gesteld alsnog de motie voor te dragen.
Alvorens hierop in te gaan nodigt de heer Tuinman de voorzitter uit ten be
hoeve van informatie die de overige fracties wellicht behoeven de raadsleden
mede te delen hoe groot de aanmeldingen zijn geweest de afgelopen twee jaar
voor het eerste leerjaar van de openbare lagere school. Ook wordt nog ver
zocht om alle misverstanden helemaal te vermijden om in de tweede preambule
"het gemeentebestuur" te vervangen door "het college van burgemeester en
wethouders"Hierna volgt de motie van de heer Tuinman
De raad van de gemeente Willemstad
op 11 december 1979 in openbare vergadering bijeen;
van mening zijnde dat het college van burgemeester en wethouders - als school
bestuur van het openbaar onderwijs alhier - niet mag berusten in toenemende
belemmeringen bij de overgang van leerlingen naar de Openbare Lagere School
in het komend cursusjaar;
wetend dat alleen koppels kleuter- en lagere scholen aan integratieprojecten
kunnen deelnemen*
overtuigd zijnde van noodzakelijke samenwerking tussen kleuterscholen en
lagere scholen in verband met de integratie;
zeker van het feit - onder andere gezien het bovenstaande - dat een zogenaamde
kleuterafdeling aan de nieuw te bouwen openbare basisschool in plan Elim
te laat komt;
kennis genomen hebbend van de achterstandsituatie waarin het Openbaar onder
wijs in Willemstad verkeert;
besluit
1met ingang van het nieuwe cursusjaar of zoveel eerder als mogelijk is
een openbare kleuterschool te stichten
in tijdelijke bebouwing
in de onmiddellijke omgeving van de Openbare Lagere School;
2., burgemeester en wethouders op te dragen bij gedeputeerde staten aannemelijk
te maken dat de te stichten kleuterschool door voldoende leerlingen zal
worden bezocht, onder andere aan de hand van het aantal leerlingen dat
de afgelopen jaren voor het eerste leerjaar van de Openbare Lagere School
werd aangemeld..
De voorzitter merkt ten aanzien van de motie waarbij de heer Tuinman een uit
spraak van de raad uitlokt "om uit te spreken dat er met ingang van het nieuwe
cursusjaar of zoveel eerder als mogelijk is een openbare kleuterschool te
stichten in tijdelijke bebouwing", op dat, afgezien of de raad hiertoe besluit,
onverlet blijft wat er in de wet staat.
De voorzitter haalt het Koninklijk Besluit van 6 augustus 1960 no. 35 aan:
voor een schoolstichting eigener beweging gelden dezelfde maatstaven als bij
een schoolstichting op verzoek van een aantal ouders. Ook bij een schoolstich
ting eigener beweging moet zijn gebleken dat bij de opening de school zal wor
den bezocht door het voor de gemeente geldende aantal kleuters in de vereiste
leeftijd en wier woning liggen binnen de gestelde afstand.. Een en ander be
tekent dat het college van burgemeester en wethouders voor het aannemelijk
maken bij gedeputeerde staten of de school gesticht kan worden toch dient te
-beschikken-