-49- dit onderwerp kan de heer Manneke alleen maar verklaren door te herhalen wat eerder is gezegd en dat is: "vrijheid-blijheid Dit zegt de heer Tuinman niets.. Aan de opmerkingen van de voorzitter kan de lieer Tuinman dood-eenvoudig geen andere conclusie verbinden dat het college wel een openbare kleuterschool kan stichten, maar dat het college geen openbare kleuterschool wilt stichten. Dit is geen kwestie van starheid van de heer Tuinman want hij probeert zich echt wel te verdiepen in de over wegingen van het college. Derhalve stelt de heer Tuinman de volgende motie voor De raad van de gemeente Willemstad op 11 december 1979 in openbare vergadering bijeen; van mening zijnde dat het gemeentebestuur - als schoolbestuur van het open baar onderwijs alhier - niet mag berusten in toenemende belemmeringen bij de overgang van leerlingen naar de Openbare Lagere School in het komend cursus jaar wetend dat alleen koppels kleuter- en lagere scholen aan integratieprojecten kunnen deelnemen; overtuigd zijnde van noodzakelijke samenwerking tussen kleuterscholen en lagere scholen in verband met de integratie; zeker van het feit - onder andere gezien het bovenstaande - dat een zogenaam de kleuterafdeling aan de nieuw te bouwen openbare basisschool in plan Elim te laat komt kennis genomen hebbend van de achterstandsituatie waarin het Openbaar onder wijs in Willemstad verkeert; verzoekt het gemeentebestuur met ingang van het nieuwe cursusjaar of zoveel eerder als mogelijk is een openbare kleuterschool te stichten in tijdelijke bebouwing in of Plan Noordlangeweg,of de onmiddellijke omgeving van de Openbare Lagere School (zulks in overleg met het onderwijzend personeel en de oudercommissie van die school) burgemeester en wethouders op te dragen bij gedeputeerde staten aannemelijk te maken dat de te stichten kleuterschool door voldoende leerlingen zal worden bezocht, onder andere aan de hand van het aantal leerlingen dat de afgelopen jaren voor het eerste leerjaar van de Openbare Lagere School werd aangemeld; voorts alle stappen te ondernemen die wettelijk voorgeschreven zijn De voorzitter wijst er op dat een besluit tot het stichten van een kleuter school genomen moet worden door de raad. De heer Tuinman stelt dan voor de passage: "verzoekt het gemeentebestuur" te wijzigen in "besluit". De voorzitter zegt dat het besluit onderhevig is aan de goedkeuring van gedeputeerde staten. Er ligt momenteel geen enkel gegeven aan de motie ten grondslag dan de opmerking van de heer Tuinman dat naar zijn oordeel de kleuterschool er wel zal komen.. De heer Tuinman verzoekt het gemeentebestuur i.e. het college van burgemeester en wethouders bij gedeputeerde staten aannemelijk te maken dat de te stichten kleuterschool door voldoende leerl- lingen zal worden bezocht De raad moet nu dus uitspreken dat het aannemelijk is dat deze school door voldoende leerlingen zal worden bezocht. Ook op dit punt moet de motie worden gewijzigd. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 172