-47 gebeuren op kinderen die uit Breda of omstreken kcmen, omdat daar toch vol doende scholen zijn. Dat is hard gezegd, maar vanuit de Willemstadse situatie moet dat wel worden gezegd. De opmerking over de aanbesteding van de uitbreiding van gebouw Irene zal wel niet zijn misverstaan. Als de gemeente tot 4000 k 5000 zal groeien moet de verkeerssituatie binnen de vesting zeker terdege worden bekeken. Opnieuw werpt de vraag zich dan op of er binnen de vesting parkeerplaatsen gegreërd moeten worden. Dat punt zal zeker in discussie komen Voor zover de informaties van de voorzitter juist zijn heeft de raad in 1971 met het bouwbedrijf Netjes een overeenkomst gesloten. Die overeenkomst geldt ook voor Elim. Als de fractie van de V.V.D. met een motie komt die overeen komst eenzijdig te beëindigen, is dat een vorm van contractbreuk die de ge meente voor de nodige financiële consequenties zou kunnen plaatsen. Met een dergelijke motie moet dus voorzichtig worden omgegaan. Het is nog maar de vraag of het college in staat is een dergelijke motie uit te voeren. De huidige toestand van de rampenbestrijdingsmoge lijkheden bij het Volkerak- sluizencomplex is allen bekend. Ook is het een gegeven dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat zegt dat de rampenbestüijdings-activiteiten een verplichting zijn voor de gemeenten- In een gesprek met Rijkswaterstaat zal zeker nogmaals worden aangedrongen op vervangende maatregelen. Er is kennis genomen van de opmerking over de verlichting van het parkeer terrein op het havenhoofd. In een eventuele accomodatienota zullen ook andere lokalen worden betrokken. De heer Tuinman heeft gevraagd welke maatregelen genomen kunnen worden ten aanzien van het vervoer met de bus naar de Nassau-scholengemeenschap te Breda. De bus op Breda is een vervoersmogelijkheid, louter en alleen gericht op de Nassau-Scholengemeenschap. Deze bus gaat ook van die school uit. De school betaalt ook een gedeelte van de vervoerskosten. Leerlingen met een normaal abonnement kunnen overigens gebruik van die bus maken. Het kan best eens zijn dat gezegd moet worden dat die bus niet op de Nassau-Scholengemeenschap moet rijden maar op Breda. Leerlingen die in Breda op school gaan, moeten met die bus meekunnen. De heer Versteeg vult aan dat eenieder gebruik kan maken van de schoolbus, indien er"plaats is. De voorzitter zegt dat, welke cijfers de minister van Onderwijs en Wetenschap^ pen ook gebruikt heeft, het sneu is dat geen openbare H.A.V.0. kan worden gesticht De voorzitter haalt de heer Tuinman aan. Laatstgenoemde heeft ten aanzien van de stichting van een openbare kleuterschool gezegd dat het college de zaak in een verkeerde verhouding trekt Gesproken moet worden over de trans formatie tot basisonderwijs.. Het college moet onder ogen zien dat het open baar onderwijs op dit moment in Willemstad achterloopt, want er kan niet worden geïntegreerd en er kan niet meegedaan worden aan projecten. De voor zitter deelt mede dat de heer Tuinman op dit punt gelijk heeft maar het ge meentebestuur kan op dit moment niet anders doen dan zeggen dat het zich moet houden aan de bepalingen van de Kleuteronderwijswet. Die bepalingen gelden nog steeds. De voorzitter heeft omtrent de stichting van een openbare kleu terschool besprekingen gevoerd en tijdens deze besprekingen heeft hij de vraag opgeworpen of het gemeentebestuur niet zo maar zou kunnen starten. Het ant woord was ontkennend. Dat was voor de voorzitter toen een duidelijk gegeven. Hoe graag het college ook zou meewerken aan de integratie van het basisonder wijs, het blijkt praktisch niet uitvoerbaar. Rekening houdend met het feit dat de integratie van kleuter- en lageronderwijs in 1983 wettelijk verplicht is, moet het college er naar streven dat er in Willemstad in dat jaar open baar basisonderwijs gevolgd kan worden. Wel wijst de voorzitter er op dat de integratie niet zal inhouden dat in 1983 opeens alle kleuterscholen en alle -lagere-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 170