p VP PO'-'pr; v •■.te'.r i -A. ftS ob b be'' -45- P.v.d.A» gesignaleerde verzoek om te komen tot de stichting van een openbare kleuterschool moet de heer Tuinman helaas mededelen dat de vrees van de fractie van de Pv,dA bewaarheid is geworden. De benadering is verkeerd Het college heeft kennelijk toch niet begrepen wat de bedoeling is De voorzitter heeft een prachtig verhaal opgehangen over aantallen leer lingen die nodig zijn. Genoemd zijn de aantallen 30 en 20 Er is gesproken over groei die er moet zijn Het is weliswaar nuttig te signaleren dat de minister van Onderwijs en Wetenschappen niet zo lang geleden het minimum aantal leerlingen op 15 heeft gesteld. De heer Tuinman heeft de voorzitter al eens bij eerdere gelegenheden horen vertellen dat die vicieuze cirkel te doorbreken zou zijn. Dat is echter helemaal niet aan de orde. Er is ook nog een verhaal gehouden dat de locatie van belang zou zijn in verband met de toeloop van de leerlingen. Gezegd is dat alvorens tot schoolstichting kan worden besloten aangetoond moet worden dat de school bezocht gaat worden door zoveel leerlingen. Dat is niet waar Het moet aannemelijk gemaakt wor den, Dat de voorzitter daar de uitleg aan geeft dat het college dat moet aantonen, is een zaak van het college, Het reservoir, en dat is wat anders dan aantonen, van handtekeningen die zouden kunnen gelden voor de stichting van een openbare kleuterschool betreft handtekeningen van vaders of voogden. Vrouwen komen niet in aanmerking omdat de Lager-onderwijswet 1920 geldt. Dan is het ook nog de handtekening van vaders, voogden of verzorgers van kleuters in de leeftijd van 4 tot 9% jaar, overigens gerelateerd aan de ver moedelijke stichtingsdatum van de school. Die argunenten zijn allemaal leuk, maar die zijn volgens de fractie van de P.v.d.A, niet aan de orde. Gezegd is dat het college wel positief bezig is want door middel van een enquête gaat het aan de mensen vragen of ze er wel zin in hebben» De heer Tuinman is de eerste om toe te geven dat zo'n enquête heel wat is in de Willemstadse ver houdingen» Hij meent zich te herinneren dat zoiets nog niet eerder is voorge komen. Het levert echter wel vertraging op in verband met het stichtingsjaar van een te stichten openbare kleuterschoolVoor wat betreft de enquête zegt de heer Tuinman niet dat het college die niet moet houden, maar misschien zou het college de uitslag daarvan kunnen gebruiken bij het aannemelijk maken bij gedeputeerde staten zoals eerder is gerefereerd. Nu komt het verhaal van de heer Tuinman» Het door de fractie van de P v.d.A naar voren gebrachtewordt door het college getrokken in de sfeer van open baar en bijzonder onderwijs» Daar gaat het nu net niet om» De fractie heeft trachten te signaleren dat de omstandigheden gewijzigd zijn. Het gaat om de transformatie van een openbare lagere school en een openbare kleuterschool tot een openbare basisschool» Het gaat om het onderwerp: integratie en om het feit of wel of niet deelgenomen kan worden aan de integratieprojecten» Het gaat om het feit of er gelegenheid gegeven wordt tot samenwerking of niet» In dat kader moet de opmerking van de fractie van de P.v.d.A» worden gezien dat de verantwoordelijkheid van de besturen van de bijzondere scholen in deze gemeenten bijzonder op prijs wordt gesteld. De teleurstelling wordt uitge sproken over het feit dat het college nog geen redenen heeft gevonden om die verantwoordelijkheid wel te nemen Er zijn onderwijskundige belemmeringen bij de overgangen van kleuters naar het openbaar lager onderwijs, Het college heeft daar geen oog voor in de visie van de fractie van de P-v»d A.» De frac tie is bijzonder verheugd dat de fractie van het C<,D„A» duidelijker dan voor heen, zich zo positief heeft uitgelaten over het openbaar onderwijs. De heer Tuinman herhaalt wat de fractie van het C.D.A» gezegd heeft: "er moet niet gewacht worden met de hoognodige nieuwbouw» Er moet voldoende rekening gehouden worden met de uitbreiding van de openbare lagere school." In relatie weliswaar tot de Nassau-scholengemeenschap te Breda is er gesproken over het aanwezig zijn van minder kansen» Enige positieve taal, maar resumerend vindt de heer Tuinman - en dat heeft de heer de Visser ook aan het eind van zijn betoog gezegd - dat het college zijn verantwoordelijkheid toch een beetje ontloopt. Aan de hand van alles wat gezegd is, behoudt de heer Tuinman, be houdens datgene wat de voorzitter gaat antwoorden, zich het recht voor om in -derde-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 168