-24- "Het verheugt de fractie van het C.D.A. zeer dat de begroting voor het jaar 1980, weer een sluitende begroting is. Wij willen onze waardering uitspreken voor al diegene die hebben meegewerkt aan de totstandkoming ervan. Bijzonder tevreden zijn wij met de begeleidende aanbiedingsnota De taal die in deze nota wordt gebruikt is helder en begrijpelijk Dit is geen kleine verdienste en een dergelijk taalgebruik kan naar onze me ning bijdragen aan de betrokkenheid van de burgers bij de gemeente politiek, indien het in gemeentelijke stukken wordt gebruikt» Het bestuur van de ge meente zo dicht mogelijk bij de "bestuurden'' staat is voor ons een noodzake lijke voorwaarde» De financiële positie en de ontwikkeling van de gemeente worden, zoals u in uw begeleidende nota schrijft voor een groot deel bepaald door wetten, voor schriften en geldmiddelen die het rijk geeft. Dit is een gegeven feit, maar gemeenten zijn naar onze mening ware leefgemeenschappen. Een belangrijk deel van hun waarde ontlenen zij aan hun vermogen om algemene, centraal vastgestelde regelingen op eigen wijze, aangepast en genuanceerd uit te voeren. Het zijn de gemeente-besturen die het meeste en het hevigst geconfronteerd worden met menselijke noden en menselijke wensen, Daarom is de gemeente het eerst aangewezen bolwerk van vrijheid en menselijke waardigheid en het meest geschikte instrument om over alle grenzen heen tot een hartelijke en effici ënte samenwerking te komen. Centralisatie is daarom dan ook, zo vinden wij, uit den boze. Samenwerking tussen gemeenten kan bijdragen tot vergroting van de genoemde efficiëntie, maar mag niet een gevaar worden voor de al zo kleine manouvreer-ruimte die de gemeente heeft. De opstellers van de begeleidende nota hebben het klaargespeeld, ondanks die kleine manouvreer-ruimte, de dorre cijfers van de begroting te presenteren als een stuk overdracht beleid. Dat betekent echter niet dat wij geen kritiek of vragen zouden hebben. Gaarne willen wij enkele kanttekeningen plaatsen bij begroting en begeleidende nota. Tevens hebben wij enkele vragen» Voor ik begin met de behandeling van de begroting voor het jaar 1980 zou ik het college van burgemeester en wethouders willen vragen: waarom de raad nog steeds niet de jaarrekeningen van 1976 en 1977 toegezonden heeft gekregen? Wij zijn daarin bijna net zo geïnteresseerd als de nu voor ons liggende be groting voor komend jaar. Ik wil dan nu aanvangen met de behandeling van de begroting voor het jaar 1980» Eerst wil ik hoofdstulcsgewijs enkele onderwerpen aan de orde stellen. Ik zal hierbij zoveel mogelijk de indeling en volgorde van de aanbiedingsnota aan houden GRENSWIJZIGING Onze gemeente zal betrokken zijn bij een wijziging van de provinciale grenzen tussen: Noord-Brabant, Zuid-Holland en Zeeland in 1980. Mijn fractie is het met het college van burgemeester en wethouders eens, dat de financi'èle nadelen hiervan voor onze gemeente opgeheven dienen te worden» Daarnaast achten wij het noodzakelijk reeds nu inzage te hebben in de aard en omvang van de grenswijzigingen. Dit omdat het betrokken grensgebied steeds belangrijker wordt als recreatiegebied» Naar onze mening dient aan deze recre atie meer lijn gegeven te worden dan in het verleden het geval was» Daarvoor is het dan natuurlijk wel nodig te weten, welk gebied dit plan dient te om vatten. POLITIE Wij delen de zorgen van het college aangaande de sterkte van het korps Rijks politie in onze gemeente» Dat ondanks die handicap de leden van het korps haar taaie zo goed mogelijk proberen uit te voeren, heeft ook onze waardering. -In-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 147