i -13- Als' eerste voorbeeld wordt gegeven de uitbreiding van gebouw Irene. 5. Over het centraal antenne-systeem zijn een jaar geleden vragen gesteld. Toen is toegezegd dat het college zou onderzoeken in hoeverre de realisering daar van in Willemstad mogelijk zou zijn. De voorstellen hieromtrent hebben de raad nog niet bereikt. Wanneer kunnen deze wel tegemoet worden gezien. 6. Over de inwerkingtreding van de Winkelsluitingswet 1976 heerst nog alom teleur stelling. Het college heeft gedaan wat binnen haar mogelijkheden lag. 7. Gevraagd wordt wat met name in Helwijk aan het bacterievuur en de iepeziekte is gedaan. Welke maatregelen zijn tot nu toe genomen en wat is het effect daarvan. 8. Aan de orde komt ook de sleephelling bij het voormalig zwembad. Die sleephel- ling is daar eigenlijk niet aanwezig, terwijl de aanwezigheid van een helling toch wel wenselijk is ter vervanging van de sleephelling in de werkhaven. Mogelijkerwijs kan het college deze zaak inpassen bij een onderzoek naar de recreatie in de omgeving van het Hellegatsplein. 9. De opslag van afgewerkte olie in de jachthaven komt niet afdoende voor. De geplaatste vaten blijken nogal eens te lekken. Vervuiling van de haven wordt op deze wijze in de hand gewerkt. Gevraagd wordt voor de aanvang van het sei zoen passende maatregelen te treffen. Hetzelfde geldt voor de afvalverwijdering. 10. Juist vanwege het bacterievuur is er nogal wat beplanting gerooid in Helwijk. De toezegging wordt gevraagd van een plan ter verfraaiing van Helwijk, zodat de beplanting aldaar zal worden aangevuld. Namens de fractie van de Partij van de Arbeid houdt de heer de Visser de voir- gende algemene beschouwing: "de fractie van de Partij van de Arbeid wenst - evenals verleden jaar - aan het begin van deze algemene beschouwingen haar waardering uit te spreken voor het feit dat ook voor het komend dienstjaar weer een sluitende begroting kan worden aangeboden. Wederom willen wij onze dank en waardering uitspreken aan al degenen die door veel verzet werk ervoor gezorgd hebben dat de ontwerp begroting in deze huidige vorm voor ons ligt. Mijnheer de voorzitter, waar mensen werken, worden fouten gemaakt. De ontwerp begroting vertoont dan ook nog enige rekenkundige oneffenheden, die de raad als commissie bij haar onderzoek van de begroting op maandag 26 november j.l. niet heeft kunnen overzien. Aan het slot van deze algemene beschouwingen willen we daar in het kort op terugkomen. Het bestuderen van de stukken door de leden van de raad kost veel tijd en hoe wel we denken dat u nog niet toe bent aan een andere procedure, opdat de raadsleden optimaal kunnen functioneren, willen we u toch van ganser harte be danken voor het feit dat u op verzoek van de fractie van de Partij van de Arbeid bereid bent geweest eraan mee te werken dat alle fracties in deze raad vertegenwoordigd zich beter in de moeilijke materie hebben kunnen verdiepen dan voorheen. Of dat voldoende is, blijft natuurlijk de vraag. De inhoud van de aanbiedingsbrief bij de ontwerp-begroting 1980 getuigt van zorg, maar roept ook een aantal vragen op, die voor een groot deel uitgangspunt zullen zijn voor onze opmerkingen. Dan willen we nu uw toelichting op de voet gaan volgen en zodoende komen wij tot de volgende algemene beschouwingen over het in 1980 te voeren beleid. INLEIDING. Er zijn weliswaar enkele voorstellen tot belastingverhoging geweest, maar - zegt u - die waren er niet om budgettaire redenen. Volgens uw inzichten be hoeven rechten en tarieven slechts regelmatige en tijdige bijstelling als prijsstijgingen of andere kostenverhogingen daartoe aanleiding geven. U zegt dat de budgettaire positie van de gemeente geen aanleiding geeft tot verhoging van de onroerend goed-belasting. Op zich is die conclusie juist. En u hoeft dan ook niet te verwachten dat wij u voorstellen de onroerend goed- belasting wel te verhogen. Toch kan men zich afvragen of het thans voorgedragen geraamd bedrag voor wer kelijk onvoorziene uitgaven groot genoeg is. Die vraag heeft ook te maken -met-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 136