- 11 - De voorzitter zegt nogmaals dat het niet juist is dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade. De informatie in de krant is niet verstrekt door de voorzit ter, Wat vermeld is, komt voor verantwoording van het dagblad De Stem, De heer Manneke-yraagt op welk bedrag de schade wordt geraamd en hoe laat de voorhaven is afgesloten. De voorzitter deelt mede dat de financiële schade nu moeilijk is te bepalen. De kosten van de Roteb worden geschat op 2.000,b 2.500,als de aan de verootreiniging bestede uren arbeid gerekend moeten worden, komt men aan een formidabel bedrag. De voorhaven is donderdagmorgen om ongeveer half acht met de olieschermen af gesloten. De heer van den Enden heeft begrepen dat de rijkspolitie te water de olievlek heeft gesignaleerd, terwijl Rijkswaterstaat melding heeft gedaan. Gevraagd wordt waarom de rijkspolitie te water niet onmiddellijk aan het hoofd van de politie kennis heeft gegeven van het geconstateerde. Het is nu voor de tweede maal dat melding van een calamiteit niet op de juiste wijze geschiedt. Gevraagd wordt of het gebeurde geen aanleiding is voor de gemeente zelf olieschermen aan te schaffen. voorzitter gaat in op het gestelde ten aanzien van melding door de rijkspoli tie te water. De voorzitter neemt aan dat de melding zoals die bij hem binnen kwam, correct was. Rijkswaterstaat is belast met het beheer van het water. Wanneer er een calamiteit op het water geschiedt in de vorm dat het water wordt vervuild, dan gaat de eerste melding in de richting van Rijkswaterstaat en vervolgens waarschuwt Rijkswaterstaat een aantal instanties op grond van een draaiboek voor calamiteiten. In dit kader wordt het juist geacht dat de melding via Rijkswaterstaat bij de voorzitter binnenkwam. De vraag is alleen of Rijks waterstaat tijdig is geïnformeerd door de rijkspolitie te water. Naar het idee van de voorzitter zit er een te lange periode tussen het signaleren op het water en de alarmering van de burgemeester. Dat punt zal zeker omstandig aan de orde komen. Voorts deelt de voorzitter mede. dat de raad indertijd besloten heeft olie schermen aan te schaffen. De schermen zijn besteld, maar nog niet ontvangen. De gebruikte olieschermen zijn van Rijkswaterstaat geleend. De gemeente heeft dezelfde modellen besteld. Indien er ooit eens wat op het water gebeurt kunnen de schermen worden gekoppeld. De heer de Visser wijst er op dat bij het beschikbaar stellen van het krediet voor de aanschaf van olieschermen gezegd is dat als er wat gebeurt in de haven van Willemstad, de haven aan twee kanten afgesloten moest worden,hetzij naar de kant van het Hollandsch Diep toe, hetzij van het Hollandsch Diep af. Gevraagd wordt of Rijkswaterstaat nu niet aansprakelijk gesteld kan worden voor het vervuilen van de haven. De voorzitter heeft er namelijk op gewezen dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie ligt bij de beheerder van het water. Op het Hollandsch Diep is de olie geconstateerd. Er zijn bewijzen dat de olie tijdig geconstateerd is. Niet bekend was dat er 's avonds al olie in de haven was, maar de andere morgen om zes uur wel. Indertijd is als motief voor de aan schaf van de schermen gezegd dat als de gemeente bij vervuiling in de haven de haven niet afsluit, teneinde te voorkomen dat de vervuiling het Hollandsch Diep opgaat, zij aansprakelijk is voor de vervuiling. Als dat juist is, betekent het dat als vanaf de rivier de haven vervuilt, de beheerder van de rivier aansprake lijk is. Kan de gemeente nu verhaal halen bij de beheerder van de rivier, waar van de vervuiling komt? De heer Manneke zegt dat toch moet komen vast te staan dat er ergens iemand aalatig is gweest in deze procedure; dat kan Rijkswaterstaat zijn of de rijks politie te water. Getracht moet worden bij de nalatige instantie verhaal te halen. De voorzitter heeft omtrent het gestelde ernstige twijfels. Er is een onbekende dader. De voorzitter is er vrij zeker van dat Rijkswaterstaat zich zal beroepen op overmacht, zoals de gemeente zich ook zal beroepen op overmacht als een ligplaatshouder de gemeente aansprakelijk stelt voor schade aan een boot. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 114