I
-10-
Doordat de wind redelijk gunstig was, het klinkt wellicht vreemd, is het aller
grootste gedeelte van de olie de haven van Willemstad binnengedreven en heeft
zich hoofdzakelijk langs de kademuren opgehoopt. Dat was gunstig, omdat daar
door, voor zover op dit moment bekend, een sterke oeververontreiniging niet
heeft plaatsgevonden. Het is minder dan gevreesd werd toen de olievlek op
het water werd bezien, doordat een groot gedeelte de haven van Willemstad is
binnengedreven. Omdat de wind gunstig was is die olie ook vrijwel niet in
ernstige mate de jachthaven binnengedreven, maar heeft zich vrijwel opgehoopt
in de voorhaven tot aan het peilhuisje. Nadat de haven was gesloten is eerst
de vraag gesteld hoe de olie uit de haven was te verwijderen. De beste oplos
sing was die dikke koek te laten opzuigen. De Roteb uit Rotterdam is gekomen.
Door middel van een speciale tankauto is behoorlijk veel olie verwijderd.
Op bepaalde punten zijn balen stro in het water gegooid. We hebben ons nog af
gevraagd of nog een of ander chemisch preparaat gebruikt kon worden om de
olie te bestrijden. In overleg met Rijkswaterstaat is besloten daarvan af te
zien omdat de chemische preparaten meestal de olie naar beneden doen zinken,
waardoor de olie op de bodem terecht komt. Het is niet ondenkbaar dat op een
bepaald moment bij sterk schroefgebruik toch weer olie naar boven zou komen.
Later op de dag heeft de rijkspolitie te water op verzoek van de voorzitter nog
een keer met een helicopter boven het Hollaadsch Diep gepatrouilleerd en ge
constateerd dat de olievlek zelf vrijwel verdwenen was. Dat resultaat was
aanleiding de binnenhaven en de voorhaven weer te openen omdat de kans dat er
nog olie zou binnenkomen vrij minimaal was. De jachthaven is toen gesloten,
zodat de olie die nog op het water dreef in ieder geval zo weinig mogelijk
de jachthaven zou ingaan.
Dan blijven er drie vragen over.
a. Wanneer is olieverontreiniging gesignaleerd? Er is reeds op gewezen dat de
voorzitter om half zeven donderdagmorgen is gewaarschuwd. Inderdaad is uit na
vraag en mededelingen gebleken dat de rijkspolitie te water op woensdagavond
al heeft gesignaleerd dat er olie op het water dreef. Het tijdstip wordt ge
schat op 22.00 uur. Daarbij is niet gesignaleerd de oliesoort en de hoeveel
heid. De voorzitter vindt het onjuist om vanaf deze plaats een oordeel uit te
spreken, want hij kan niet nagaan of s avonds in het donker op een effectieve
wijze kan worden geconstateerd of er veel olie is, of de olie de haven van
Willemstad indrijft en of de oevers worden bevuild.
De voorzitter constateert wel dat de melding laat is ingekomen en dat geeft
zeker aanleiding om in het gezamenlijk overleg dat de rijkspolitie te water,
de Rijkswaterstaat en de gemeente Willemstad zeer regelmatig hebben, dit punt
van de melding en verbetering van de melding expliciet aan de orde te stellen.
Dan is het nog maar de vraag of er iets had kunnen worden voorkomen. In ieder
geval is duidelijk dat over de meldingen zoals die gebeuren, intensief zal
moeten worden gesproken.
b. Is de dader al bekend? Er is op dit moment geen dader bekend. Bij de Volke-
raksluizen wordt wel geregistreerd welk schepen de sluizen passeren. Het kan
zijn dat uit het onderzoek dat daar plaats vindt een dader naar voren komt.
De voorzitter hoopt dat deze streng zal worden gestraft. Als de dader gevonden
is zal het gemeentebestuur bij hem een forse schadeclaim indienen. Dit soort
misdadige praktijken op het water moeten zeker worden tegen gegaan.
c. Is de gemeente aansprakelijk voor de schade? Voor de schade is de gemeente
niet aansprakelijk. De gemeente treft geen schuld en is niet nalatig geweest.
De gemeente is mede slachtoffer van de dader x; het gemeentebestuur treft geen
enkele blaam. De bestrijding van de olieverontreiniging is redelijk effectief
geschied. Er blijft alleen een olielaagje op het water drijven.
Uit het betoog is af te leiden dat de schade aan flora en fauna beperkt is ge
bleven. Voor zover momenteel is te overzien is de schade aan de oevers niet
groot. De voorzitter heeft wel enkele dode dieren zien drijven. In totaliteit
worden de gevolgen van de verontreiniging voor het milieu niet als ernstig
storend ervaren.
De heer van der Sluijs vraagt hoe het dagblad "De Stem" aan de vermelding komt
dat de gemeente aansprakelijk was voor de schade.
Het vermelde in de krant wordt een misleidende vorm van berichtgeving gevonden.
-De-