- '7 - De voorzitter zegt dat als er inderdaad behoefte blijkt te zijn, en de raads leden weten dat via hun achterban, om vooraf de gelegenheid te geven tot inspraak en zulks bij een eventuele wijziging volgend jaar aan de orde ge steld kan worden» Wat dat betreft heeft de raad alle vrijheid» De heer Tuinman wilt de macht van de voorzitter wel wat inperken. De voor zitter heeft daar op zichzelf helemaal geen moeite mee, omdat het van belang is om ook dit soort regels in alle objectiviteit te hanteren. Derhalve wordt ook wel wat gevoeld voor het voorstel van de heer Tuinman. De voorzitter vindt het een heel objectief criterium de vragen in volgorde van binnen komst te behandelen. De heer van den Enden vreest dat belangrijke actuele vragen dan achteraan komen en die worden dan misschien niet meer beantwoord. Het is bekend dat als er onbelangrijke vragen gesteld worden, wat overigens vrijwel nooit gebeurt, deze ook zo zijn beantwoord. De belangrijke vragen komen dus vlug aan de orde. De voorzitter ziet het probleem van de heer van den Enden niet. De voorgestelde wijziging van de regels ten aanzien van de behandeling van vragen in volgorde van binnenkomst is best te hanteren» De voorzitter heeft ook geen moeite met de voorgestelde wijziging van punt 6 Het voorgestelde komt toch tegemoet aan de speelruimte die voornamelijk bin nen de raad ligt. Het vragenhalfuurtje is nadrukkelijk geen vragenhalfuurtje van burgemeester en wethouders en van de voorzitter maar van de raad» De heer Manneke heeft op zaken gewezen waarvan de raad nog geen voorkennis heeft genomen» Er zijn bepaalde zaken die de raad niet kbn weten. De voor zitter noemt als voorbeeld de informatie ten aanzien van het invliegen van vliegtuigen en de daarmede gepaard gaande geluidsoverlast. Het lijkt de voorzitter toch niet nodig om eerst vast te stellen dat de raad de informa tie niet kent en dan eerst de voorzitter in de gelegenheid te stellen de vraag te beantwoorden» Er moet, zoals in het verleden is geschied, speels met de regels worden gewerkt. Daarom is het goed dat de spelregels voor het vragenhalfuurtje per jaar door de raad bekeken worden» De heer Munters merkt op dat als er vragen aan de orde komen die vandaag actueel zijn, maar die tengevolge van de volgorde van binnenkomst eerst na vier weken in de volgende vergadering behandeld worden, het best kan zijn dat zofn vraag zichzelf heeft overleefd. De voorzitter moet dan toch het recht hebben zo'n actuele vraag uit de stapel naar voren te halen. Derhalve voelt de heer Munters wel vrat voor het standpunt van de heer van den Enden. De heer Manneke kan het eens zijn met de visie van de heer Munters. De heer Tuinman doet een compromis voorstel tussen zijn voorstel en het voorstel van de heer van den Enden en wel in die zin dat de voorzitter geen keuze doet maar dat: "de voorzitter de raad voorstelt enz." Zonder verdere beraadslaring en zonder hoofdelijke stemming worden de regels voor het vragenhalfuurtje na afloop van de raadsvergadering als volgt samengesteld: 1de vragen moeten na afloop van de raadsvergadering schriftelijk en onder tekend worden ingediend bij de voorzitter. De vragen zullen worden ge- copiëerd en aan al de raadsleden en de pers ter hand worden gesteld. 2. De discussies vangen aan vijf minuten na afloop van de raadsvergadering en de duur ervan wordt gesteld op maximaal 30 minuten. 3» De voorzitter van de raad fungeert als discussieleider. 4. Alleen die onderwerpen kunnen worden besproken die vreemd zijn aan de agenda van de vergadering van die dag; punten die in de raadsvergadering behandeld zijn worden dus niet meer ter discussie gesteld. Wel kan men daar later bij een volgende gelegenheid op terugkomen» 5. Indien er meer vragen zijn ingekomen dan op diezelfde avond binnen een half uur kunnen worden afgewerkt, doet de discussieleider de raad een voorstel omtrent de volgorde; de rest van de vragen wordt na de eerst volgende vergadering behandeld. 6. De vragen kunnen in eerste instantie beantwoord worden door êên lid van elk in de raad vertegenwoordigde fractie van geval tot geval door de fractie aangewezen» -Indien-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 110