6 - splitsing gezien ten aanzien van het vloeroppervlak voor een woning. Gevraagd wordt of er zulk een splitsing ook gemaakt kan worden voor caravans. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan caravans kleiner en groter dan 6 meter. De voorzitter zegt dat het gestelde eventueel in overweging genomen kan worden. Op deze wijze wordt wel weer een stuk problematiek ingevoerd die nogal wat discussie zal opleveren. Dat behoeft op zichzelf geen probleem te zijn. De voorzitter zegt toe de vraag mee te nemen naar het college en dat dit bestuursorgaan zal bezien of er aanleiding is deze verordening aan te passen. Wel wordt voorgesteld tot de tariefsverhoging per 1 januari 1980 met 3-g-% nu te besluiten. Mocht er aanleiding zijn de woonforensenbelasting ten principale te veranderen wat betreft de caravans dan is er alle aanlei ding dit een andere keer te bespreken. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met ingang van 1 januari 1980 de verordening op de heffing van een woonforensenbelasting te wijzigen. Vragenhalfuurtje na afloop van de raadsvergadering. De heer Tuinman vindt het jammer dat er niets in de overwegingen van het college staat over het stellen van vragen over onderwerpen die nog in de raadsvergadering behandeld moeten worden. De mensen zouden dan in de gelegen heid gesteld zijn raadsleden extra te informeren. Aan de andere kant heeft de behoefte om vragen te stellen over zaken die in de vorige vergadering zijn behandeld zich niet of nauwelijks voorgedaan. Derhalve is zijn fractie het er mee eens dat de regels voor één jaar vastgesteld worden. Is de raad na dat jaar van mening dat er verandering in de regels moet komen, dan kan dat. Constateert de raad op dat moment dat er geen behoefte is de regels te ver anderen dan kan dat ook. Met de invoering van punt 10 heeft het college dui delijk het initiatief bij de raad gelegd. Zijn fractie is daar niet ongeluk kig mee. De heer Tuinman heeft een voorstel ten aanzien van punt 5 van de regels. Er staat nu: "Indien er meer vragen zijn ingekomen dan op diezelfde avond binnen een halfuur kunnen worden afgewerkt, doet de discussie-leider een keuze: de rest van de vragen wordt na de eerstvolgende vergadering behandeld." Voorgesteld wordt de volgende tekst: "De vragen worden op volgorde van bin nenkomst behandeld. Indien er meer vragen zijn ingekomen dan op diezelfde avond binnen een halfuur kunnen worden afgewerkt, wordt de rest van de vragen na de eerstvolgende vergadering behandeld." Met betrekking tot punt 6 heeft de heer Tuinman ook een voorstel. In het tweede gedeelte van de regel staat vermeld: "Indien de voorzitter van de raad meent dat beantwoording - gezien de aard van de vraag - in eerste in stantie door hem of door een der wethouders dient te geschieden, is hij daar toe gerechtigd." Gevraagd wordt de raad in zijn volle waarde te laten en de tekst als volgt te wijzigen: "Indien de raad meent beantwoording gezien de aard van de vraag - in eerste instantie door de voorzitter of een der wethouders dient te geschieden, zijn zij daartoe gerechtigd." De heer Manneke kan zich in grote lijnen wel vinden in de regels voor het vragenhalfuurtje. In de praktijk is gebleken dat het vragenhalfuurtje aan de verwachtingen voldoet. Met een glimlach moet de heer Manneke constateren dat de raadsleden de kans lopen over de band geïnformeerd te worden over zaken die de raadsleden nog niet te weten zijn gekomen. Het college zegt dat de mogelijkheden zich voor kunnen doen dat de beantwoording van de vragen naar de voorzitter moet worden gerelayeerd en dat op deze wijze de raads leden die de voorkennis al of niet hebben, geïnformeerd zullen worden. Hij vraagt zich af of dat echter de juiste wijze van informatie aan de raads leden is. Verzocht wordt in eerste instantie de raadsleden in te lichten voordat de aanwezigen op de publieke tribune worden geïnformeerd» De heer van den Enden gaat in op de door de heer Tuinman voorgestelde tekst ten aanzien van punt 5. Hij vreest dat ten gevolge van de voorgestelde regel wellicht belangrijke vragen op de achtergrond geraken en hierdoor tijdens dezelfde vergadering niet meer behandeld worden. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 109