r ib -cse.'x n.< ■«fti &vgG« Xsm>vg& tabs mf e'b 'fb'i" ■r-O. ?!V }i ?r ■■a.;:- r.s: b afo ':jd Civ 1 a .•f.b De heer De Visser dringt er toch op aan de mogelijkheid open te laten dat in voorkomende gevallen de door hem gewenste punten ook voorwerp van discussie kunnen zijn. De heer Manneke wil uitsluitend die onderwerpen ter discussie stellen die eerder in de openbare raadsvergadering van diezelfde dag behan deld zijn. De heer van der Sluis zegt dat de raad het eens is over het instellen van een openbare discussie. De moeilijkheid is echter over welke onder werpen er gediscussieerd kan gaan worden. De raad verschilt hierover duidelijk van mening. De heer van der Sluis is het er niet mee eens dat hierover in deze vergadering een concrete beslissing moet worden genomen. De wijze waarop nu beslist moet worden, is te geforceerd. Eerst is de ingangsdatum teruggebracht tot 1 februari a.s. Nu moet er direct een besluit komen over de onderwerpen. Wellicht zijn de aan wezigen op de publieke tribune straks van mening dat de openbare dis cussie op een geheel andere wijze gevoerd moet gaan worden. Teneinde niet overhaast te handelen zou de heer van der Sluis liever zien dat de beslissing omtrent deze zaak tot een volgende vergadering werd uitgesteld. De voorzitter merkt op dat er in het discussiestuk van het college van burgemeester en wethouders gezegd wordt dat het college er naar neigt de openbare discussie op 1 oktober a.s. in te doen gaan. Van de ze datum kon dus worden afgeweken. Als motief voor deze datum geldt dat in deze vergadering de nieuwe raad met de nieuwe burgemeester als voorzitter voor het eerst als zodanig de gemeente gaat besturen. Het grootste bezwaar voor de heer van der Sluijs blijft het feit dat er geen overeenstemming is te krijgen of er al dan niet punten behan deld mogen worden die voorkomen op de agenda van de ver gadering van de dag. De heer Versteeg stelt voor in eerste instantie zaken ter discussie te stellen die vreemd zijn aan de agenda van de dag. Wanneer later blijkt dat dit niet voldoende is, kan de procedure altijd nog uitge breid worden met punten die voorkomen op de agenda. Het is beter eerst deze procedure te volgen, dan later een stap terug te moeten doen. In een proefperiode kan beter een stap vooruit worden gedaan. De heer Manneke kan/met dit voorstel verenigen. /""zich De heer Kamp is het met het voorstel van de heer Versteeg eens. Wanneer, de openbare discussie eenmaal een feit is, kunnen de spelregels altijd nog worden uitgebreid. De voorzitter stelt dat gedurende twee vergaderingen punten ter discussie gesteld kunnen worden die vreemd zijn aan de agenda. Hierna zal de raad bezien of en op welke manier uitbreiding nodig is. De vragen dienen na de sluiting van de openbare vergadering schrifte lijk te worden ingeleverd. Na de vergadering zal een korte pauze worden gehouden. De vragen moeten spontaan worden gedeponeerd. De voorzitter wil de mogelijkheid dat het college of de raad zelf een bepaalde zaak ter discussie kan stellen een klein beetje open houden. Er kunnen punten zijn waarover de raad en/of het college eens graag de mening van het publiek willen weten. De heer van den Enden zou met deze laatste mogelijkheid erg voorzichtig willen zijn. Het kan zijn dat een of meer raadsleden niet voldoende over een zaak geïnformeerd zijn. Wanneer van deze mogelijkheid gebruik gemaakt gaat worden moeten de raadsleden wel tijdig op de hoogte gebracht worden. Zulk een discussie moet dus wel mogelijk zijn, maar de raadsleden moeten tevoren zijn ingelicht. De heer Manneke vindt dat dit de zaak wat gecompliceerd maakt. De voorzitter zegt dat slechts sporadisch van deze mogelijkheid gebruik mag worden gemaakt. Wanneer er een vraag vanuit de raad of het college

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1978 | | pagina 9