- 9 -
De heer de Visser heeft ook moeite met de beperkingen die de nieuwe
Winkelsluitingswet met zich meebrengt.
De heer Dane vindt het een vreemde zaak dat een verkregen recht wordt
teruggedraaid. Op deze manier wordt er een nekslag uitgedeeld aan de
antiekzaken.
De voorzitter begrijpt de verbazing en ergernis van de raadsleden. Het
college kan die visie volledig delen. Bij de parlementaire behandeling
van de nieuwe Winkelsluitingswetis er bij de regering sterk op aan
gedrongen het openstellen van winkels op de zondag tot een minimum te be
perken. Onder druk van het parlement zijn die strenge bepalingen dus tot
standgekomen. Onder die sterke politieke druk hanteert de staatssecretaris
van Economische zaken zijn bevoegdheid een verordening van het gemeente
bestuur die het openstellen van winkels op bijvoorbeeld de zondag toe
staat, al dan niet goed te keuren. In april j.l. heeft de raad een vrij
stellingsverordening voor de zondag vastgesteld en deze is, zoals bekend,
niet goedgekeurd. Nadat er eerst vooroverleg gepleegd is met de ter plaat-
gevestigde antiekwinkeliers heeft de voorzitter, persoonlijk bij staats
secretaris Hazekamp de zaak bepleit. Het gesprek heeft echter nog geen
resultaat gehad. De wind zit tegen voor de antiekzaken. De staatssecretaris
was niet bereid voor Willemstad een uitzondering te maken. Er
waren geen klemmende argumenten, welke de openstelling op zondag zouden
rechtvaardigen. Het gemeentebestuur is dus machteloos. Als de voorgestelde
verordening thans niet vastgesteld wordt, dan geldt per 1 november a.s.
de Winkelsluitingswet 1976. De voorzitter kan zich voorstellen dat er beslo
ten zou worden de eerstkomende weken druk uit te oefenen op de staatssecre
taris. Een vrijstellingsmogelijkheid voor winkels die foto—artikelen,
watersportartikelen, scheepsvaartbenodigdheden en levensmiddelen verkopen
wordt alleen gegeven dankzij het feit dat Willemstad een watersportcentrum
is. Er geldt dus een beperking voor waren die benodigd zijn voor de water
sport.
De heer van den Hil vraagt of er tegen het besluit tot onthouding van goed
keuring iaan de verordening via de wet Administratieve Rechtspraak Over
heidsbeschikkingen (A.R.O.B.) beroep ingesteld kan worden bij de afdeling
Rechtspraak van de Raad van State.
De voorzitter antwoordt dat er geen beroepsmogelijkheid is tegen een
algemeen verbindend voorschrift. Tot 1 november zijn de winkels op zondag/"
illegaal. Het is een verbazingwekkende zaak dat de nieuwe wet geen over
gangsrecht terzake kent. Wanneer dat het geval zou zijn geweest zou men
vrede met de nieuwe regeling kunnen hebben. De sluiting op zondagen per 1
november is echter de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever.
De heer de Visser vraagt zich af wat de gemeente nog kan bewerkstelligen.
Hij duidt ook op het gevaar dat de ene antiekzaak onder het mom van
tentoonstellingsruimte zal trachten toch een klantenkring te ontvangen.
De andere antiekzaak heeft die mogelijkheid niet. Wanneer dat zou gebeuren,
betekent zulks een ernstige aaatasting van de concurrentiepositie. Dit
zou een kwalijke zaak zijn en dient ook te worden voorkomen.
De voorzitter concludeert dat de wetgever per 1 november 1978 wat betreft
de winkelsluiting opnieuw wil beginnen. Afgevraagd dient dan zeker te
worden hoe men dat in een bestaande situatie kan. Echter de volksvertegen
woordiging heeft het zo gewild.
De voorzitter is het met de heer de Visser eens dat er qua aard verschillen
bestaan tussen de twee antiekzaken. De ene is meer een galerie dan de
andere. Een uitvoeringsbesluit van de nieuwe wet biedt ook onvoldoende
mogelijkheden om een dergelijke ruimte open te houden. Artikel 5 van het
besluit heeft betrekking op de zogenaamde antiekbeurzen waar uitsluitend
antieke en/of oude kunstvoorwerpen ten verkoop worden aangeboden.
legaal open. Na dat tijdstip is dat
Hiervoor