SflR'?" 'i Vergoeding bijzonder kleuteronderwijs over 1977 en 1978. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: 1. a. de definitieve vergoeding, als bedoeld in artikel 75, vierde lid, der Kleuteronderwijswet over 1977 vast te stellen als volgt: van de kleuter- ol. aantal lokalen totale vergoeding per lokaal aantal kleuters vergoeding per kleuter voor totaal aantal kleuters totaal generaal van de vergoeding Kleuterschool Marijke" straat 24 3% f.12.372,50 64 f.4.128, f.16.500,50 Kleuterschool Beatrix" ses Betrix- at 1 3 f.10.605,— 57 2/3 f.3.719,50 f.14.324,50 b. de genoemde bedragen, met verrekening van de hierop reeds ontvangen voorschotten, te doen uitbetalen. 2. de voorschotten als bedoeld in artikel 75, vierde lid van de Kleuter onderwijswet over 1978 vast te stellen als volgt: van de kleuter- ol aantal lokalen voorschot ver goeding per lo kaal ad f. 3.600, gemiddeld aantal kleuters 1977 voorschot vergoe ding per kleuter ad f.65,per kleuter Totaal voor schot 1978 Kleuterschool Jses Marijke" straat 24. 3% f.12.600, 64 f.4.160, f.16.760, (leuterschool ieatrix" satrixstr.l 3 f10.800, 57 2/3 f.3.748,34 f14.548,34 Voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en rekening gemeentelijk woningbedrijf 1975. De heer Versteeg deelt namens de commissie van onderzoek mede dat de re keningen zijn gecontroleerd en in orde zijn bevonden, zodat er niets in de weg staat de rekeningen voorlopig vast te stellen. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders tot voorlopige vast stelling van de gemeenterekening en rekening gemeentelijk woningbedrijf 1975 besloten. Openbare discussie na afloop raadsvergadering. De heer de Visser zegt namens zijn fractie het volgende. In uw discussiestuk schrijft u dat ook de Partij van de Arbeid bij de algemene beschouwingen de wenselijkheid benadrukte van een openbare dis cussie. Dat is op zichzelf niet onjuist geconstateerd, ware het niet dat u deze opmerking plaatst in het kader van een openbare discussie na afloop van de raadsvergadering. Ik mag u erop wijzen dat wij dit "rechtstreeks stellen van vragen" hebben gekoppeld aan "een nog nader uit te werken vorm". Het was dus wat prema tuur om in uw discussiestuk reeds uit te gaan van een veronderstelde stellingname onzerzijds. U vraagt zich af of het moment om het experiment te beginnen goed ge kozen is. Ik mag u erop wijzen dat in de door de heer Manneke ingediende concept-regels geen sprake is van een begintijdstip. In uw stuk gaat U ervan uit het experiment in te laten gaan na een door u niet-tijdgebonden inwerkperiode van de nog steeds te benoemen burgemeester. Afgezien van het feit dat het hier gaat om een openbare discussie tussen leden van de

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1978 | | pagina 6