- 7 -
De heer van der Sluijs vraagt naar wie de enquĂȘteformulieren uitgegaan
zijn.
De heer Kamp antwoordt dat deze uitgegaan zijn naar de bewoners van de
Ruigenhil die aan een nieuw geprojecteerde route liggen. Zonder verdere
beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van de
verordening op de heffing van een recht voor het ophalen van huisvuil
(reinigingsrechten)
Vaststelling van de verordening woonforensenbelasting met ingang van
1 januari 1979.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten tot vast
stelling van de verordening op de heffing van een woonforensenbelasting.
Vaststelling van de verordening marktgelden met ingang van 1 januari 1979.
De verordening marktgelden wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Vaststelling van de haven- en opslaggeldverordening met ingang van
1 januari 1979.
De heer Manneke informeert waarom in artikel 1, lid 4 van de verordening
de makelaar niet als belastingplichtige is opgenomen.
De voorzitter deelt mede dat dit niet nodig is omdat in de praktijk de
makelaar optreedt namens de eigenaar en/of gebruiker en op deze personen
is er altijd een verhaalsmogelijkheid.
De heer Manneke wijst ep het toenemend aantal passanten dat langdurig
gebruik maakt van de havens. Ter bevordering van de doorstroming zou het
zijns inziens doelmatig zijn in de verordening een passantentarief op te
nemen dat progressief stijgt naar gelang de tijd dat van een ligplaats
gebruik gemaakt wordt.
De voorzitter vindt het voorstel van de: heer Manneke interessant. Echter
het gemeentebestuur is strikt gebonden aan het door de regering toelaat
baar geacht maximum-percentage van 3%% voor stijging van de tarieven in de
overheidssector. Tenzij er klemmende redenen zijn is er slechts een hoger
percentage mogelijk. Hiervoor is toestemming vereist van de minister van
Economische zaken. Aangezien er geen dringende motieven zijn is het thans
onmogelijk de tarieven meer te doen stijgen. Het voorstel zal wel meegenomen
worden naar het college van burgemeester en wethouders.
De heer Manneke benadrukt dat een dergelijk systeem voor de passantenta
rieven ook in andere havens wordt toegepast.
Het voorstel van de heer Manneke spreekt de heer Munters in het eerste op
zicht wel aan. Derhalve stelt hij voor het voorstel thans terug te nemen
en een en ander aan een nader onderzoek te onderwerpen. In de novemberver-
gadering kan het voorstel dan opnieuw ter tafel worden gebracht.
De heer de Visser informeert of er aanleiding voor is een dergelijk systeem
in te voeren.
voorzitter wijst er op dat de haven vol is. Op hoogtijdagen zelfs over
vol. Dit is echter niet altijd de schuld van de passanten.
De heer de Visser vraagt vervolgens of er wel eens passanten doorgestuurd
zijn naar andere havens omdat de haven vol was.
De heer Munters is van mening dat de zaak op een andere wijze benaderd
moet worden. Een passant is in feite iemand die enkele dagen in de haven
een ligplaats inneemt. Er zijn er thans enkelen die onder de benaming
"passant" maanden een ligplaats innemen.
- Hierna -