- 3 - Er zullen terzake zeker de nodige adviezen ingekomen worden. De be slissing ligt echter geheel bij de gemeenteraad. De heer Manneke merkt op dat er een vereniging voor antieke schepen bestaat. Hij vraagt tevens of het college een exploitatie rekening van de haven kan overleggen. De voorzitter antwoordt dat deze rekening bij de begroting overgelegd zal worden. Hij kan al wel mededelen dat de havens niet verliesgevend geweest zijn. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van de verordening op de heffing van haven- en opslag- geld in de gemeente Willemstad 1978. Wijziging gemeenschappelijke regeling Streekgewest Westelijk Noord- Brabant. De heer de Visser deelt mede tegen het opnemen van een bepaling te zijn volgens welke het mogelijk is dat een burgemeester lid kan worden van de gewestraad en van het dagelijks bestuur. Hij meent dat een raadslid de best aangewezen persoon is om deze taak te vervullen. De heer Manneke onderschrijft het standpunt van de heer de Visser. De burgemeesters zijn al voldoende bij het bestuur van het Streekgewest betrokken door middel van het college van advies en bijstand. De heer Versteeg kan zich volledig bij de vorige sprekers aansluiten. Hij vraagt zich wel af of het zin heeft om tegen het voorstel van het dagelijks bestuur van het Streekgewest te protesteren. Vanneer de ge westraad tot wijziging besluit heeft het geen nut gehad. De voorzitter betwijfelt de uitspraak van de heer Versteeg.. De leden van de gewestraad behoeven de mening van de raad niet te vertolken. De vertegenwoordiger kan gerust een andere mening hebben wanneer er geen overleg is geweest. Echter de voorzitter kan in grote lijnen met het ingenomen standpunt meegaan. Hij wil niet zo ver gaan dat hij de buurgemeenten wil verbieden om de burgemeester als vertegenwoordiger in de gewestraad af te vaardigen- Iedere raad moet hier zelfstandig over kunnen beslissen. Hij kan zich voorstellen dat de gemeenten voldoende tegenspel willen geven aan de beroepsbestuurders. De voorzitter en de vice—voorzitter van de gewest raad hebben ook wethouders in de gemeenteraad. Dat zijn ook beroeps bestuurders. Het moet dus mogelijk zijn dat de raad naast deze categorie beroepsbestuurders ook de andere beroepsbestuurders wil zetten. De heer Manneke vindt dat de raad een duidelijk standpunt voor de ver tegenwoordiger in de gewestraad heeft kanbaar gemaakt. De heer de Visser vindt dat wanneer de raad zich door een beroepsbe stuurder doet vertegenwoordigen, hij zichzelf een brevet van onvermogen geeft. Derhalve heeft hij er geen moeite mee de raad deze beperking toch maar op te leggen. ■^e voorzitter wil toch een duidelijke uitspraak hebben. Derhalve vol gen er eerst twee stemmingen. Eerst wordt er gestemd over het voorstel of er twee burgemeesters in het dagelijks bestuur mogen worden gekozen. Tegen stemmen de heren Manneke, Versteeg, de Visser en Kamp; terwijl de voorzitter v66r stemt, zodat dit voorstel is verworpen. De tweede stemming betreft of er burgemeesters lid mogen zijn van de gewestraad. Ook bij deze stemming verzetten de heren Manneke, Versteeg, de Visser en Kamp zich tegen het voorstel terwijl de voorzitter vó6r stemt. Met vier stemmen tegen en êên stem voor wordt derhalve besloten dat de burgemeesters niet aangewezen kunnen worden als lid van de gewest raad. - Thans -

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1977 | | pagina 66