fl Bestaat de mogelijkheid om de reeds betaalde huurverhoging voor die be woners in mindering te brengen danwel die verhoging uit te stellen tot de verbeteringen zijn uitgevoerd. Op de plaats van de helling van de voormalige scheepswerf is thans een stijger gebouwd. De bescherming van de voet van de wal is daarbij ver wijderd en enigszins afgegraven. Wij zijn van mening, dat, om te voorkomen dat schade ontstaat aan de stads wal burgemeester en wethouders de nodige stappen dienen te ondernemen op dat de eigenaar een afdoende bescherming aanbrengt. Opgemerkt wordt dat de muur in de dirékte nabijheid reeds scheuren vertoont. Vraag 1 De voorzitter antwoordt dat er geruime tijd geleden intern besloten is dat er dezelfde bordjes genaakt zullen worden als voor de straatnamen in de vesting zijn gebruikt. Er doet zich echter êên probleem voor, namelijk dat bepaalde bastions eenzaam gelegen zijn. Hierdoor is de kans groot dat touristen de bordjes als souvenir mee nemen. En dit moet juist voorkomen worden. De oplossing voor dit probleem is dat de borden op een ijzeren paal vastgemaakt worden, welke dan weer met cement in de grond bevestigd wordt. In offici'éle stukken wordt, met uitzondering van bastion III, door gaans de authentieke naam van de bastions gebruikt. In de toekomst zal zeker ook voor bastion III de naam "Zeeland" weer in ere worden hersteld, vraag 2. De voorzitter antwoordt dat in het bestemmingsplan Noordlangeweg het voet pad tot aan de Noordlangeweg staat aangegeven. De oorzaak dat de laatste 25 meter van dit pad nog niet zijn aangelegd is een zogenaamde "fout van de tekenplank". Het gedeelte van het voetpad is per abuis door de makelaar aan een bewoner verkocht. Deze vergissing is intussen met medewerking van de bewoner opgelost, zodat het voetpad binnen afzienbare tijd voltooid kan worden» vraag 3. Bezwaren van bewoners tegen de huurverhoging worden door het gemeente bestuur doorgegeven aan de Huuradviescommissie, welke commissie de onder havige panden beoordeelt. Wanneer êên bewoner in een rijtje van zes woningen met precies dezelfde gebreken bezwaar maakt tegen de huurverhoging en dit bezwaar wordt door de huuradviescommissie onder— kend, dan wordt de huur van de overige vijf woningen toch verhoogd. Aan de hand van ingediende bezwaren ten gevolge van gebreken aan de woningen hebben burgemeester en wethouders een plan doen opmaken voor het verbeteren van deze woningen. Dit plan heeft zes weken arbeid gekost en is thans voor goedkeuring naar de Provinciale Directie Volkshuisvesting in *s-Hertogenbosch gezonden. Wanneer van een complex van 6 woningen er voor 5 de huur verhoogd wordt omdat slechts 1 bewoner bezwaren heeft ingediend, is dit een grote rechts ongelijkheid. Dit kabinet heeft dit probleem niet voorzien. Burgemeester en wethouders hebben de betrokken staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening op deze ongelijkheid geattendeerd. Het college van burgemeester en wethouders is onbevoegd om tegen bewoners van woningwetwoningen met gebreken te zeggen dat geen huurverhoging be hoeft te worden betaald omdat dit onbillijk is, want het gemeentebestuur is verplicht deze wettelijke regeling zo uit te voeren. De voorzitter hoopt dat de genoemde staatssecretaris op de geconstateerde onbillijkheid reageert. Hij zegt nogmaals dat de enige manier om de huurverhoging te ontlopen het indienen van bezwaren is. Nu voor het verbeteren van de woningen een plan is genaakt moet de voorzitter wel op de oorzaak van de gebreken wijzen. In eerste instantie komt de gedachte op dat de huiseigenaar c.q. het ge meentebestuur nalatig is in het onderhoud. Dit is echter een lichtvaar dige conclusie. De staat van de woningwetwoningen is het gevolg van een gevoerd politiek beleid. Uit de rijksbegroting wordt jaarlijks een bepaald bedrag aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening be schikbaar gesteld voor de bouw van een bepaald kwantum woningen. Ten ge volge van de politieke discussie in de 2de' kamer tracht de minister meer woningen voor het beschikbaar gesteld geld te bouwen dan eigenlijk kan. Dit heeft noodwendig tot gevolg dat de kwaliteit van de woningen achter uit gaat. Het gemeentebestuur moet dan maar een aannemer zien te vinden die een klein contingent woningen voor een laag bedrag - wil bouwen—

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1977 | | pagina 19