i üjtinj. -7- Daarbij kan iedereen aanwezig zijn en van zijn gevoelens blijk geven. De heer Manneke zegt, dat de voorzitter dan aan een speciale bijeen komst denkt. De heer De Visser vindt dat een hearing; in een raads vergadering worden echter aktuele zaken behandeld, terwijl de onderwerpen van een hearing in de toekomst liggen en algemeen zijn. Na de raad moet men kunnen inhaken op de actuele punten. De voorzitter zegt toe deze zaak nog eens in de vergadering van burge meester en wethouders te zullen bespreken. De heer Kamp heeft geen problemen als er bij de bevolking behoefte be staat. De voorzitter vindt, dat het niet in min of meer officiële vorm kan als raad. De heer Manneke begrijpt, dat de voorzitter niet als zodanig kan op treden op zo'n bijeenkomst, maar wel als een soort gespreksleider. De heer Munters vraagt de heer Manneke of hij aan een soort verantwoor ding denkt van de raadsleden. De heer Manneke antwoordt ontkennend. Hij stelt zich voor dat er specifieke vragen gesteld worden over het verhandelde in de raad van uit de publieke tribune, hetgeen de heer Munters dan meent te kunnen interpreteren als "nakaarten". De heer Van der Sluijs is er in beginsel niet tegen, maar de zaak moet wel duidelijk geregeld worden. Het moet niet een herhaling worden van wat in de raadsvergadering behandeld is. Hij staat wel open voor een gesprek. Hij constateert dat de heer Manneke en de fraktie van de Partij van de Arbeid in dezelfde geest denken. De voorzitter zegt, dat burgmeester en wethouders er nog eens over zullen nadenken. Vervolgens vraagt de fraktie van de Partij van de Arbeid: "Wij ver zoeken u bij deze wederom de mogelijkheid te onderzoeken cm tot plaatsing te komen van schuilgelegenheid ten behoeve van buspassagiers buiten de bebouwde kom van de gemeente (landzijde)". De voorzitter ^ebb zegt, dat burgemeester en wethouders bij herhaling de situatie bekeken Er zijn nu twee halten. Het plaatsen van een abri is storend, waar dan ook. Er is geen plekje, dat het zicht op de stad onverlet laat. Thans schuilen de mensen wel onder de toogjes van de brandweerkazerne. Bij die bushalte is een abri minder nodig dan in de Koningin Wilhelminalaan, maar daar is geen ruimte. Wellicht zou er een gezet kunnen worden bij de ingang van de christelijke school maar daar is geen bushalte. Het antwoord op deze vraag is moeilijk. De heer De Visser vindt, dat er een plaats bepaald zou moeten worden waar beide halten van kunnen profiteren. De berm tussen Steenpad en de parallelweg zou daarvoor be nut kunnen worden. De voorzitter zegt dat de heer De Visser dan uitgaat van het verleggen van de busroute. Dat kan niet, want men is aan bepaalde tijden gebon den. De heer De Visser zegt, dat de route door Willemstad sneller gaat. De voorzitter zegt, dat de dienstregeling en de wachttijden van de chauffeurs op elkaar zijn afgestemd. Men moet uitgaan van een feite lijk gegeven. De heer De Visser gelooft dat niet en meent dat de oude route sneller is. In principe houden de chauffeurs meer tijd over in de oude route. De betrokken chauffeurs kunnen dat beamen. De voorzitter geeft slechts een reaktie door van de R.T.M. Hij zal nog eens kontakt met de R.T.M. opnemen. Tenslotte vraagt de fraktie van de Partij van de Arbeid bij de aansluiting van de Callenburghlaan op de Hogeweg een schrikhek te plaatsen. De voorzitter zegt zulks toe. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Willemstad gehouden op 1 0 FEB. 1976 De wethouder, De voorzitter,

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1976 | | pagina 7