-6- De vorige keer had de voorzitter de stellige verwachting, dat die brief tijdig zou komen; hij is in die verwachting teleurgesteld. Maar hij hoopt dat v66r de volgende vergadering de mening van de Pro vinciale Planologische Dienst wel is ontvangen. Overigens heeft de voorzitter er alle begrip voor dat dit punt bij de raad leeft. Van de fraktie van de Partij van de Arbeid zijn drie schriftelijke vragen ingekomen. De eerste luidt als volgt: "Naar aanleiding van het verzoek van de heer Manneke, gedaan in de decanber-vergadering 1975, notulen bladzijde 10, dertiende regel, menen wij dat dit verzoek na der uitwerking behoeft (het verzoek kan niet worden afgedaan met de opmerking dat men het uitstekend vindt, dat de heer Manneke de belang stelling zo gaande houdt). Wij zijn dan ook van mening, dat deze vorm van inspraak uitgeprobeerd dient te worden. Hoe en wanneer denkt het kollege van burgemeester en wethouders aan een en ander vorm te geven?" voorzitter antwoordt, dat er in de vergadering van burgemeester en wethouders wel over is gepraat. Tijdens de raadsvergadering is geant woord, dat wanneer er van de zijde van het publiek behoefte bestaat om met de raadsleden te discussiëren, daar dan geen bezwaar tegen is. Misschien kan aan deze zaak vorm worden gegeven, door een tijdlimiet te stellen zodat het gesprek niet te lang gaat duren. Wanneer het kan zonder dat burgemeester en wethouders regels geven is het ook akkoord. Het wordt aan de vrijheid van de individuele raadsleden over gelaten. Wanneer de noodzaak zich voordoet deze zaak te reguleren dan kan dat alsnog geschieden. De heer Manneke zegt, dat zijn voorstel was om het als raad te doen, dus niet als individueel raadslid. De voorzitter vindt het optreden van de raad minder een spel dan wel besturen. Als de raadsvergadering geëindigd is dan houdt de raad officieel op te vergaderen. Daarna is het vormloos. Burgemeester en wethouders hebben geen behoefte de raadsleden een bepaalde vorm op te dringen. Die kan ieder lid zelf wel vinden. De heer Manneke stelt de vraag of alle raadsleden bereid zijn mee te doen en ook of de voorzitter bereid is hieraan mee te werken. De voorzitter antwoordt, dat zijn taak is beëindigd na het sluiten van de raadsvergadering. Verder is hij niet bevoegd. De heer Manneke vraagt of de wethouders bereid zijn mee te doen. De heer Munters zegt, dat hij wel eerst goed moet weten hoe het moet geschieden. Het moet niet zo zijn, dat genomen raadsbesluiten scheef getrokken kunnen worden. De heer Manneke zegt, dat er regels gesteld moeten worden. Het is een proef met een tijdslimiet. Desnoods wordt het naar eigen bevindingen geregeld. De voorzitter vraagt welk oogmerk de heer Manneke hierbij heeft. De heer Manneke zegt, dat het een perfekte gelegenheid is om met de mensen, die belangstelling hebben, over allerlei zaken te praten. De voorzitter zegt. dat de raad bestaat uit frakties. Er is een be paalde band tussen kiezers en gekozenen. De raadsleden zitten hier in een bepaalde verhouding tot hun kiezers. Dat is een andere verhouding dan met een willekeurige groep van de publieke tribune. De voorzitter van de raad is neutraal. De raadsleden hebben te dezen aanzien alle vrijheid, maar niet onder de leiding van de voorzitter. Hij is er nog niet voor gewonnen om aan een officiële vergadering een officieuze staart te maken. De heer De Visser vraagt wat de mening van de andere raadsleden is. De heer Muiters wil eerst weten welke regels zullen gelden; hij is niet zonder meer voor of tegen. De heer De Visser zegt, dat gevraagd is te onderzoeken in welke vorm het gegoten zou moeten worden. voorzitter zegt, dat er in de vergadering van burgemeester en wet houders over is gesproken. In het verleden zijn er avonden gehouden met capita selecta b.v. over planologie, maatschappelijke zorg enzovoort. -7-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1976 | | pagina 6