i;>5 T99itrtsW »ei "rascipft&ri toort pfstofes* osob u tiB9s isjixsioov od xaom lenc 13 X X is too v ab rtasd itab xtsgixrfacf ai axaarlbe teem «nsman ab tiev aiicovf 3X95 r© rsDtsov os Ie nsffxtfe nafflO&gnX xssv iat-il ab sbnauXovdexaa ab ni beet 9b xibb Isletoov J-teqe «99 ?gm *rav Bts nfcis f&es 959b nl «ainjuqbfi&i a aG .reppa! ot toov pnxtebspTav .btoojUt tgjJis-roov 9b nev faiatoov isri *9m reep -©eeUF 9<I »o; aC J..- nabtow gnxmrroda ft IXabqoorf xahnos «a prt!af>-, xad onsbtsv tafxnoS 9b nee i-tsqs enxtsbeptsv ebrrapXov 95 ai Xes Sf tnuq tsbnc fjxJa -naa-ovc Ib-row pnlmrnaJs oft-tXabloorf to: s r© tpeXebes-od t9bnoS -ortreaftep naïoXasd at9buoriJ9w r» «Jeaomewd nev Is te toov ad pxïanoof nspniflow 9bneete9d ab oev qoof ob toov nsnaXtsv aJ sidneter affix ,Q£ fti nev 9V9oif9d nat d? teettaiooV i© tab nev .D.H ,bneX"©tisS-óuO at ref-ofxaboJt .0.A.W ftilavaitfaaaot •mebtsttoa at -mofnao -C9VO tbtow pnimnota af ti-febloori 9b nee natoiegd atsbjjoritaw ro tot a Xesbreaoof gniXable ,n9xa±b nev gni/msrio ♦be pexbad naa pnippssqo'cab&w tot 8Y?f «9 nsenitotpod ob r© nartws tot et9buorft9w r» tat899raaptwd nev XsJbtoo t9sciwt9bno anerit f tteem ttotodov tot txojfcriXe .Xoorioa axapel atednaqo ab~«B, sÜfjs-ft ff tbs teb .ar.inX3 19b «kV tsari a& Jpas tam teb ,tiw ertav 9b tibatq a tXH .naep nni b' ntbs toob -toovteew ,xlabtow Xes tstad pon ar b .tjbXqop f»*E9il3lXXOB at mo btit ab %o ^e dols tp/ BeXatno tgrf abnxa seq teetead 9t«tefsv 3d apmd nev pnitsbfipTav eb «i fees asab 'tavo t v Xgtetoov t9fl pjbe »Bnxflrt9fi BXnataV sabneXtabePf bx&duz aXe «,02S tev gnibiolnee teeM -bioori -5- Ivlsf gemeente l-ccrten inzake Iforuanisatie limenlands be- loorschotver- seding artikel 1 der Lager- adervi.isvet 1920 jdvraaq. Wanneer de raad twee namen op de voordracht wil, dan is dat des raads. De heer Manneke sluit zich aan bij de woorden van de heer Van der Sluijs. Vervolgens wordt tot schriftelijke stemming overgegaan; de heren Man neke en Versteeg vormen het stenbureau. De heer Manneke geeft de volgen de uitslag: er zijn totaal 7 stenmen uitgebracht, waarvan 6 op de heer Brommet en êên blanco. De voorzitter dankt de heren Manneke en Versteeg en concludeert, dat de heer Brommet met ingang van 1 februari 1976 is benoemd tot hoofd van de openbare lagere school alhier. Ook de voorzitter sluit zich aan bij de woorden van de heer Van der Sluijs. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overen- komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, aan burgmeester en wethouders van Rijsbergen mede te delen, dat de raad zich gaarne schaart in de rijen van hen die stelling nemen tegen de automatische opheffing van kleine gemeenten. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig het voorstel van burgmeester en wethouders besloten voor de school aan de Singel en de school "De Ruigenhil" de bedragen van de voorschotten als bedoeld in artikel 103, zesde lid, der Lager-onder- wijswet 1920 vast te stellen op respektievelijk f. 38.862,= en f. 49.674,—. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom stig het voorstel van burgmeester en wethouders besloten op grond van artikel 101bis, vijfde lid, der Lager-onderwijswet 1920 besloten de voorschotten op de vergoedingen voor het vakonderwijs voor de school "De Ruigenhil" vast te stellen op f. 7.150,en voor de school aan de Singel op f. 5.000, Naar aanleiding van het voorstel van burgmeester en wethouders tot overname van de provinciale weg Oude Molen-Willemstad, zegt de heer Vein der Sluijs, dat hij de stukken, die ter inzage hebben gelegen heeft ingezien. Daaruit bleek, dat de s€oefheid van het wegdek onderzocht zou worden, maar dat rapport heeft hij niet gezien- De voorzitter zegt, dat het hier een brief betreft van al oudere da tum. Een deskundige heeft echter bevestigd, dat de mate van stroef heid geen faktor is, die de overname in de weg zou staan. De heer Van der Sluijs meent, dat er al enkele malen een slipper ge maakt is op de Stadsedijk. De voorzitter zegt, dat het twee keer is gebeurd. In het ene geval werd er te hard gereden en in het tweede geval is een vreemde uit de bocht gevlogen bij een slinger in de dijk. De heer Van der Sluijs meent, dat ook wethouder Kamp daar al eens is geslipt, waarop de heer Kamp antwoordt, dat dit gebeurd is vóór de reconstructie, tooi het wegdek van de Stadsedijk nog niet hersteld was. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgmeester en wethouders besloten onder bepaalde voorwaarden van de provincie Noord-Brabant in beheer en onderhoud over te nemen de provinciale weg Oude Molen-Willemstad Ï5899 meter) een gedeelte van de provinciale weg Stadsedijk-Dinteloord 31 meter) en de aansluitingen bij bochtafsnijdingen in de provinciale weg Oude Molen - Willenstad 37 meter). De heer Van der Sluijs vraagt namens zijn fraktie waarom het in de vorige raadsvergadering toegezegde agendapunt betreffende de keuze van plaatsbepaling van het volgende bestemmingsplan niet op de agenda voorkomt. De voorzitter zegt, dat burgmeester en wethouders reeds geruime tijd geleden op dat punt de inzichten hebben gevraagd van de Provinciale Planologische Dienst. De brief van deze instantie is nog niet binnen. -6-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1976 | | pagina 5