I
OATÖM^
1A3
icJ
nev .1 ,sT9irojM.3.X ,qmaI.A.A ,nshn3 asb .vr .4.W ©bsi 3b
.-«aeiV 9b .W.'T r© pasdaisV .0 ,ecxuI3* tsb
-9d Jrtjjq *9rf ttó sbnapXov Jarf *9m 5
-9ïm3f-» "toovTsirf 9gsXXoo ïsrf ai
iroqo X9?i isxoo
-on 9b nsbnow pnxm/roïe srffciXabloo,
-nsvod Jsri rosv prtxpaovsol tam *V2tadm tf»t Sf nev pat
sb nev
:ns/no^9^nx rcr is sbfloplov ad
SCOee.-xn.D ,a^er nadroiqsa 8 nev rsierE abnssquqsheO nev ÜuXesd iaH .r
atx*tb9cfwt;ocf nee Sm 02£8 nev sJdoo-rp xsJ «psvspn&XXrrooH ie Lqapnxaineda
JX9d?iooa enlmsgJaavnl grfoabnsXXoH ,V.fl ab ro r^avio^mA si .v'jg
isri nev eninisrfteoe sb dbnsbuori 2£K£ .nn D ,d^r nocfmatqsa 8 nev msbl .2
aiioonp -rad ,p9w9BmXbTooM nsXqapnXmmsJaa^ JZ>
-bneXXoH .V.0 9b ns r»9vX9iamA si .V.H aatis^ 3
jmebtsismA si
Hit9iq98 8 nev enxIsveX-ravX Jure -toov slasxmmo
i-texndaa ST nev navtiufoa isrt qo fy'r
xTejurtda^ Or nev been sb nsv gnJttabept
al nspaXap ,bnoxpwuocf Xssd
ovine ros sbrobuori BVCT tad
I- ni ab nev enxblsXnee t&sa
mxetelq sb nsv qtswinonoov tad ioi enktóniod tam snsXoiqasd dY2r
.beierrsIXiV 9i BnlXsveJfiavIiw sb
.YY*r nsvo a insdenQ-bnooK pnJiot^ 9b nev xoiael no roied nev rniio-rpsd .A
romoabenX ab mbnov Bnlmroie 9*tJtl9baoort nsbaos r© piii««Xeb6*i9d nsbnofi
•remote prase gnxvagainrsi noov ns±fuiE
P id amoves «©vo Jbnov enlmmsia a*tils Mood taboos re pnJtpeXabsfits d ©braoS
:reioXe9d ansbwodisw re ©ieasmspnud nev Isieioov tsci
*aMbo»W 9i roqqedDWBiaV r© H^^boO nev ©iaxniM 9b nee .r
I *25^ 'rOOV«9:frt3-,;®^ :?39b ni Ioori:>8 f tseeX stedmqo spire ab ieb
ooof f9 w fV exuIl2>,a^v ticf nsieloe rebtov Is* pnttnsmne* miiud
♦I,^'^Clvnsfeno-naeeJ ab nev isbrto bl£ oi^3 -^p? nl bX9ob9d
lBS ,9i" Xood:>8 t3S9jb ^e«lXt93l Xeinee tad ieb ro
,d -»bno ,bl£ 9iei99 f-»i« XaXii- nl Msobsd ,ropenbsd 9b nev pniXXaie
?Jov sbroonsp nsv Tobno bil abssvi ns
rrcr ®Mclv «f0r Xs^lin» ni bXsobacf .pnHnssX 13q peibad iari .2
VV«r ol mXorloe 9-»e6X snsbnostld sb noov ieb ,022r iawacXwrsbno-nseiaJ
ffv«w r ;"^?f0e a qo i(9l£q9d |M9i89B ibnow TÉEcWirioead
r r ^C99 l Tsq Bnxbsop^ov sbneoroB 2 nabr» sb sbsnrxeev Psnbecf isri
9:f l£fiV »»*80^»lifiTteXn±mb6 sb nev enibcxtiasd nai ^oorinsv
-2-
ihgjdi'érinq De heer van den Enden vraagt of de Stichting Schoolbegeleidingsdienst
>i_de Stich- Westelijk Noord-Brabant voor het gehele werkterrein van het Streekgewest
School- Westelijk Noord-Brabant zal gaan functioneren. Doen alle tot het Streek-
yleidings- gewest behorende gemeenten mee behalve, tot op heden, de gemeente Willem-
imst Weste- stad, Dinteloord c.a. en Fijnaart c*a. Het voorstel doet veronderstellen,
Noord-Bra-dat er meerdere geneenten zijn die niet meedoen omdat er staat: "ervan
uitgaande dat ook alle andere daarvoor in aanmerking komende gemeenten van
het gewest tot deelneming zullen overgaan", dus meer dan de drie genoemde
gemeenten. Wanneer er dus nog meer geneenten zijn, die niet meedoen, houdt
dit dan in dat het bedrag van f. 4,43 per inwoner of het totaal bedrag van
f. 12.500,voor de gemeente Willemstad nog kan stijgen. Graag zou hij
dus exact het aantal deelnemende gemeenten vernemen. Voorts leest hij in
het voorstel "De betrokkenheid van het gewest met de nieuwe dienst zal zich
met name uiten: a) door het verstrekken van subsidies. Voor zover de heer
van den Enden weet, wordt het gewest niet door het rijk gesubsidieerd. Het
geld voor de hier bedoelde subsidies zal het gewest naar zijn mening, dan
ook weer bij de gemeenten moeten halen, zodat we er met die f.12.500,
nog niet zijn. De ervaring met de Schoolartsendienst Noord-West-Brabant
was nu niet bepaald om over naar huis te schrijven, van daar dat hij zich
afvraagt hoe het met deze Schoolbegeleidingsdienst zal gaan lopen. Hij is
er zich wel van bewust dat dit voor allen een geheel open vraag is. De heer
van den Enden moet wel toegeven dat het werkplan er bepaald goed uitziet,
echter er waren meer plannen die er goed uitzagen, maar waarvan juist de
uitwerking lang niet dat was wat ervan verwacht werd. Niemand moet hier
echter iets speciaals achter zoeken, want dit is uitsluitend in het alge-
meai bedoeld. Wanneer nu na enige tijd onverhoopt mocht blijken dat deze
Schoolbegeleidingsdienst niet aan de verwachtingen voldoet, althans het
daarvoor te betalen bedrag niet langer waard of verantwoord is, kunnen we
er dan uitstappen en wat kost ons dat dan? Hij haalt tenslotte nog uit het
voorstel aan: "Door de samenstelling van het stichtingsbestuur zijn er vol
doende waarborgen ingebouwd, dat de eigen identiteit van de diverse scholen
niet in gevaar komt en dat de Schoolbegeleidingsdienst dan ook op de mede
werking van de onderwijswereld kan rekenen." Hij hoopt dat hiervan het ge
volg niet is dat de onderwijzer die nu nog aandacht heeft voor de ver
schillende probleempjes van ieder van zijn leerlingen, deze dan gaat ver-
ontachtzamen en dan maar overlaat aan de Schoolbegeleidingsdienst. Dit zou
dan geen verbetering zijn. Hij bedoelt hiermede te zeggen dat een onder
wijzer zijn leerlingen beter zal kennen dan iemand die êên of twee keer
per jaar die leerling ziet en spreekt.
De heer van den Enden heeft het er niet gemakkelijk mee, waarbij hij zich
afvraagt of we buiten de dienst kunnen blijven. Hij schort zijn mening
even op in de hoop wijzer te worden van het antwoord van de voorzitter.
Bij de heer de Visser leven dezelfde twijfels als bij de heer van den Enden.
Doordat de Schoolbegeleidingsdienst nog niet functioneert is het onmogelijk
de zekerheid te krijgen die wij willen hebben. Hij acht het wel nodig dat
de vertegenwoordiger in het Streekgewest zorgvuldig deze zaak zal begeleiden;
deze moet de raad verslag uitbrengen omdat er principi'êle belangen behartigd
gaan worden die hij alleen maar kan beslissen.
De voorzitter zegt dat dit het eerste voorstel is dat de raad bereikt op
het terrein van de opvoeding en de begeleiding van het kind. Het betreft
hier een nogal nieuwe ontwikkeling. Het gaat hier om de begeleiding van de
onderwijzer met betrekking tot de opvoeding van het kind. De stad heeft in
verhouding tot de plattelandsgemeenten altijd voorgelegen. Wat betreft de
medische begeleiding waren wij aangesloten bij de Schoolartsendienst Ze
venbergen. Daarnaast was er een schoolpsycholoog voor de psychische bege
leiding, terwijl er aan de begeleiding van de onderwijzer weinig werd ge
daan. Aansluitend op de nieuwe ontwikkelingen is er door het Streekgewest
een nieuwe stichting in het leven geroepen die deze taak gaat behartigen
dit is te begrijpen,zoals ook al in de vergadering van het college van
burgemeester en wethouders gesignaleerd werd, dat dit een vrij dure onder
neming is. Het doel van de Schoolbegeleidingsdienst is ondermeer de onder
wijzers bekend te maken met de schoolpsychologie, didactiek enz.
-3-