eritiefltëfci js ■RHHi ~iiolqxi- -.vi^iorü; :i '-i:'-: .M.HV i.q ibn fE9Jj£iiD3 'nbtóttot t Jaaofitevsrfqlwd Vr> i ^s'rie (ioxs lib rtsi ■uijjjori». orioelxtrfo9Ï d'fb a&& sit b'r.li -..a .i»v9irioa9B9oi robiow •res sa lag lEnow r .1 rtev aisslq ni nis >rf ad -pr •r&fyiöv btssmtolitlog Sm tsq na Jao^bnoig ab iovo otfarwsM tasd ab nabnow risk noN.rorlod lew rooTg iorf 3fib qonVxri 1 >foovtnf. talli'snoov od t -V-:' '.5l. '-••-!■- 7 n j i •nselifififtifieJ TslauS sb cuse nagni eiwriKt. ts<%i.C sssb beetsd iooflDeT9li©l5C nss xxev gnilriDila JoJ aa •lalenoov wu qo ttsi\ lol nsbxBBvtoov sb 1bb gniliw lol -9g IsV sb tid ab ruse nsoblov lain con 9 b iifeB J tsasnegnud nev Xaietoov 1 tsbmo nobrow neat bmoorto sXq ab ansbjjorllsw as ts) imrovs 3ttiX9li9% Xaianoo l9ri ni nooiic v in* afri 9t6diT9qo iB9 nev rejiftoiia rtF è'fi-bmo ono rbogni robrov; i£-?/obm X. iodm aleeXq J J no* no laasv Tnoaqo 9b bH is Ivbes id v u -5- nanen raadsbesluit een plaatsaanduiding ontbreekt en ook niet zonaar kan worden toegevoegd, zonder nadere inhoudelijke bespreking door de raad. Ik zie het althans zo dat: 1e niet voldaan is aan de eisen gesteld ten aanzien van het kinderaantal en 2e ook het raadsbesluit als dat wordt aangenomen niet aan de gestelde eisen voldoet, zodat de hele procedure opnieuw moet worden aangevangen. Verzoekers hebben er recht op dat te weten. Verder vraag ik mij af of gedeputeerde staten dit raadsbesluit zo zullen goedkeuren; ik betwijfel dat. Zouden gedeputeerden staten het raadsbe sluit wel goedkeuren, en zou de raad later een afwijkende mening hebben over de plaats waar de school gebouwd zal worden, dus niet zoals de ver zoekers vragen in het plan Noordlangeweg maar elders, dan voorzie ik een juridisch gevecht omdat dan aangevoerd kan worden dat dit besluit reeds is genomen op de inhoud van het gehele verzoek en niet op een detail daarvan, juist, omdat de plaatsbepaling in het raadsbesluit ontbreekt en dan gesteld kan worden, dat de raad ten aanzien van de plaats in het verzoek genoemd, van geen bezwaar heeft doen blijken. U spreekt in uw voorstel over de bij de wet gestelde eisen ten aanzien van het kindertal, maar de plaatsbepaling, ook voorgeschreven, is een onderdeel dat een afzonderlijke bespreking vereist. Die heeft niet plaatsgehad maar behoort wel bij het verzoek en de be sluitvorming. Vandaar dat ik u voorstel -zoals ik reeds eerder heb ge zegd- op zijn minst voorbarig vind. Voor mij is een en ander om door mij genoemde redenen aanleiding te ver klaren geacht te willen worden te hebben tegen gestand." De heer Versteeg vraagt of wanneer tot stichting van een openbare kleu terschool wordt overgegaan de raad in een later stadium nog iets in deze heeft te zeggen. Hij zou het jammer vinden als nu een plaats aangewezen zou worden omdat de mensen die met een volgend verzoek tot stichting komen misschien een andere plaats in gedachte hebben dan nu het geval is. Ze zouden dan gebonden zijn aan de thans genoemde locatie. De voorzitter zegt dat de raad ten aanzien van bepaalde onderwerpen het recht van een vrije beslissing heeft. Dit wordt het zgn. "freies Ermessen" genoemd. Er zijn ook beslissingen waar de raad deze vrije bevoegdheid niet heeft, maar waarbij burgers rechten worden toegekend. Zo bijvoorbeeld wanneer een bijzonder schoolbestuur een aanvraag ex artikel 72 van de Lager onderwijswet 1920 doet, moet de raad als aan de in de wet gestelde eisen is voldaan in beginsel in positieve zin beslissen. Zo ook is er in de Kleuter onderwijswet een criterium opgenomen waaraan moet worden voldaan alvorens tot de stichting van een kleuterschool kan worden overgegaan. Er is aan deze aanvraag nogal wat voorafgegaan; er zijn circulaires uitgegeven,er is een huis-aan-huis bezoek door het comité geweest enz. Thans wordt echter nog niet aan de door de wet gestelde eisen voldaan. Gevraagd wordt nu van de raad alleen een principeële beslissing te nenen. Dit moet dan worden gezien als een erkenning dat een groep uit de bevol king zich voor een openbare kleuterschool heeft willen inzetten. Wij willen niet het odium op ons laden om een andere reden de openbare school te hebben moeten afwijzen. De plaats waar de school zou moeten komen behoeft ingevolge de Kleuter onderwijswet niet aangegeven te worden. Wat is nu de meest handzame plaats? De commissie noent in het verzoek het bestemmingsplan Noordlange weg, waar een stuk grond voor bijzonder bebouwing is aangegeven. Men zou ook aan de bestaande school een derde of vierde lokaal kunnen bouwen. Er is echter bewust niet voor een plaats gekozen omdat het hiervoor nog te vroeg is. Als aan de in de wet gestelde eisen is voldaan, dan komt het college van burgemeester en wethouders met een voorstel waarin de lo catie is aangegeven. De heer van den Enden dankt de voorzitter voor zijn uiteenzetting. Hij dacht namelijk dat een van de eisen was dat de plaats aangeduid moest worden waar de school gebouwd moet worden. Het is nu echter voor de commissie duidelijk dat men zich bij een volgend verzoek niet kan be- -6-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1976 | | pagina 54