jyen- en opslag- De heer Versteeg vindt de voorgestelde tariefsverhogingen vrij fors. ^verordening. Hij is het er mee eens dat onderhoud aan de jachthaven hard nodig is, maar wil wel graag weten wat er gebeurt als het verhogingspercentage van 15% niet wordt goedgekeurd; hij vraagt zich af of dan het tarief van 1976 weer gehanteerd moet worden of dat dan toch nog de verhoging van 7% kan worden genomen. De voprzittqr antwoordt dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken bij circulaire algemene richtlijnen heeft gegeven ten aanzien van ta riefsverhogingen. We moetan wel onderscheid maken tussen de tarieven b.v. voor de openbare nutsbedrijven en de tarieven voor de dienstver lening die de overheid zuiver bedrijfsmatig doet. Deze laatste zijn aangepast aan de tariefsverhogingen in het economisch verkeer; er moet echter aangetoond worden waarom de tariefsverhoging hoger moet zijn dan het percentage van 7» Wanneer er door de minister niet met de voor gestelde verhoging ingestemd kan worden, zal de minister een ander per- caitage moeten aangeven. Be heer de Visser vraagt waarom er twee maal afgerond wordt naar boven, namelijk de oppervlakte in m2 en de abonnementsbedragen op een veel voud van f.5,Hij vindt dit altijd ten voordele van de ganeente. Hij stelt daarom voor de abonnementsbedragen voor de jachthaven op een veel voud van^ f.1of f. 2,50 af te ronden. De voorzitter zegt dat hiermede accoord kan worden gegaan, ofschoon in de praktijk de passanten zelf veelal naar boven afrondoi. De heer Manneke zou de tarieven voor het laden en lossen met coasters vergeleken willen zien met de tarieven die gehanteerd worden in andere gemeenten, bijvoorbeeld Moerdijk; eerst dan kan hij pas beoordelen of deze redelijk zijn. De heer de Visser merkt op dat de haven van Moerdijk een rijkshaven is ai dat daarom voor het laden en lossen geen bedrag in rekening wordt gebracht, zodat met een andere geneente een vergelijking genaakt zou moeten worden. De heer Manneke vindt, wanneer hij de tarieven van de jachthaven met die van de andere havens vergelijkt, het verschil nogal groot. Hij informeert tevens naar datgene wat gerepareerd moet worden in de jachthaven en wat de kosten gaan bedragen. Naar aanleiding van het ter inzage gelegde exploitatie-overzicht wil hij weten of dit een overzicht is over 1976 of een schatting voor 1977. Hij vindt dat de kostenkant gedrukt moet worden. Voorts acht hij de post verlichtingen en de posten met betrekking tot de vuilafvoer erg hoog. Hij vraagt wie de veroorzakers van het vuil zijn; de post 'onderhoud boot havenmeester inclusief benzine" vindt hij over dreven en mede door de opgenomen posten: hulp havenmeester, administra tiekosten en technische begeleiding kan hij zich niet aan de indruk ont trekken, dat te veel aan de jachthaven wordt toegeschreven. Hij zegt dat de andere sportieve en recreatieve activiteiten van de zijde van de ge meente beter behandeld worden dan de watersporters; hij vindt gelijke monniken, gelijke kappen. De voorzitter antwoordt dat een vergelijking met de tarieven van een andere gemeente voor bedrijfsmatig gebruik nu niet gegeven kan worden maar dit kan worden nagegaan. Voorts zegt hij dat er een duidelijk on derscheid gemaakt moet worden tussen het bedrijfsmatig gebruik maken van de havens en voor recreatieve doeleinden, dus voor het luxe gebruik. Dit verschil moet tot uitdrukking gebracht worden in de tarieven. De ge meente moet de jachthaven net zo runnen als een particulier dit zou doen. Een verlies, zoals bij een zwembad, mag niet uit de algemene middelen betaald worden. Een vergelijking met andere sportevenenenten zoals voet bal, korfbal, zwemmen enz. ligt in een heel andere discussiesfeer. Voor wat betreft het onderhoud worden de dagelijkse reparaties het ge hele jaar ook door de eigen dienst verricht. Dit is goedkoop en derden zijn hiervoor haast niet te krijgen. De vernieuwing die ondermeer plaats moet vinden is o.a. de vervanging van de meerpalen en het nakijken van de steigers; tevens moet een geheel nieuwe electrische installatie aan gebracht worden omdat de aanwezige installatie afgekeurd is door de -4-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1976 | | pagina 52