-2-
3 pand
'tade 4»
Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
verkoop van het pand Benedenkade 4 aan Van Welzenes Vastgoed b.v. te
Spijkenisse geeft de voorzitter het woord aan de heer De Visser»
De heer De Visser vraagt het onderhavige voorstel niet in deze ver
gadering te behandelen, doch in de volgende» Er zijn misschien enkele
kandidaten, die een hoger bod doen. Dit voorstel tot aanhouding zag
de heer De Visser graag in stemming gebracht.
De voorzitter zegt, dat wanneer een gemeentebestuur wil kopen of ver
kopen het in de ongeriefelijke situatie komt, dat een dergelijk voor
stel in de pers komt» Dan is er altijd wel iemand die iets meer wil
geven, zonder daarbij te vermelden hoeveel meer» De voorzitter vindt
het niet juist het voorstel om die reden aan te houden»
De heer Manneke zegt, dat hij in de vorige raadsvergadering gevraagd
heeft of burgemeester en wethouders bereid waren dit pand in het
stadsvernieuwingsplan op te nemen, teneinde restauratie- en aankoop
subsidie te kunnen ontvangen» Dan zou deze woning voor weinig geld
beschikbaar kunnen komen» Toen is gezegd, dat genoemde opmerkingen in
overweging genomen zouden worden. Gaarne zou de heer Manneke de reaktie
van burgemeester en wethouders daarop vernemen. De voorzitter antwoordt,
dat op de aankoop van deze woning geen subsidie te verkrijgen is» Men
komt voor de 80% aankoopsubsidie in aanmerking, wanneer het aangekochte
pand wordt geamoveerd. Ook krijgt men voor het pand geen restauratie
subsidie, omdat van restauratie geen sprake is, maar hoogstens van op
knappen» Het pand is in redelijk goede staat» Burgemeester en wet
houders hebben dat overwogen en gekonkludeerd, dat er geen rijksfondsen
zijn, waaruit subsidie verkregen kan worden» Op de aankoop van het be
drijf van Lodders kan wel subsidie worden verkregen, omdat dit functio
neel storend is en er na afbraak twee woningwetwoningen voor in de
plaats komen»
De heer Manneke vraagt op welke wijze burgemeester en wethouders over
tuigd zijn, dat zij het hoogste bod hebben gekregen» Waarom is er geen
openbare inschrijving geweest?
De voorzitter zegt, dat deze woning van nature en qua ligging bestemd
is tot conciërgewoning bij het arsenaal. Dat leidde ertoe, dat de eige
naar van het arsenaal heeft gevraagd of deze woning te koop was en
toen is er een bod gedaan. Naar het oordeel van burgemeester en wet
houders is Van Welzenes een goed rentmeester gebleken van zijn cultuur
bezit, en dat heeft bij de verkoop ook een rol gespeeld. Het kollege
is ook in dat opzicht niet onzakelijk bezig geweest. Van Welzenes heeft
getoond, op voorbeeldige wijze het arsenaal te beheren» Dat schept ver
trouwen» Misschien kan men er nu -na het bekend worden van het bod-
wel f. 5.000,meer voor krijgen, maar nu kunnen we ervan overtuigd
zijn dat er geld in wordt gestoken om het op te knappen en te ver
beteren. De heer De Visser vraagt nogmaals dit voorstel een maand aan
te houden, zodat ander ai nog gelegenheid hebben een bod op dit pand
te doen.
De voorzitter zegt, dat het oordeel van de raad nodig is over het
voorlopig koopkontrakt. Burgemeester en wethouders stellen de raad
voor deze woning te verkopen aan Van Welzenes Vastgoed b.v. De heer
De Visser vindt dat het toch uitgesteld kan worden» Later kan het
toch ook getoetst worden»
voorzitter is van mening, dat men een dergelijk ommetje niet kan
doen»
De heer Munters zegt, dat wanneer het voorstel van de heer De Visser
gevolgd zou worden, dit tegen alles zou gaan wat goed koopmansgebruik
is» De heer Van Welzenes heeft een prijs genoemd en deze is in de
openbaarheid gekomen. Het is niet goed nu af te wachten of er nog
andere gegadigden zijn» Dat is naar zijn mening oneerlijk zaken doen.
De heer Manneke is het niet met de heer Munters eens. Niemand anders
heeft de gelegenheid gehad om een bod te doen.
De heer Munters zegt, dat de raad dan nu nee tegen deze verkoop kan
zeggen. Het is dan wel zo, dat Van Welzenes niet meer aan zijn bod
is gebonden. De heer Manneke vindt, dat men geen chantage moet plegen.
-3-