>8 -,
m
"1
-
.-v.-;. ,;f
!0,! ifnr^"
)b-7.Q bp£j.' 1»
i'ÓV d
w:;iKfc>£
'1 V*1
rfr V
isöfi1 rt_- j'V.
i i
- :lü^
i tfi.jrif ."XV fffli
'V?f
v V sfWjfr
.{^t xi-PTTi titefcy
i
- ?ni
loölXJi fate?
.0 bio-x;"".; vV i.t'it
Tr
ie tad aaantagiikf nsctcuot ,£fc c
loiTioaboJ xtaob ad beei ab m- r-,
obb nsv adeelq ni nsbitos
itsppuvaoj Ü&b .'ii>iioii.7. rfj
tlï89Vw nelqspnxmrroJead—qrowi
-
•S®5# -'■•"Kly-.
-x.dOjrfO ïïf-. V r
giiaovd is; (iatósis^r TE, ;r
na: nelqepnimne Jr
-h,
-9 d
'*i'É> r
ls-Öï
- i" V.!
-.nrj f ,v
/Ü&fejH
"r;''!J7r
■A
wt-tm u j£i I«
=»oi urj-'Jo? 3tJ
aid
w;j «9- <x fcdis/nmoD
£iw
i;;.,:
.*d of;.c
cd grus-D- i
-4-
belangstelling voor dit project bestaat#
Uw reactie tot nu toe is steeds teleurstellend negatief geweest,
5. Stedebouwkundig hoort de scheepswerf bij de oude haven. Hij is
uiterst bepalend voor het beeld van de haven in zijn geheel. Ver
vanging van de werf met z'n informele, levendige omgeving door een
zeer grote bungalow met garages en tuin zal leiden tot "sterilisatie"
van de oude haven, die zo'n stempel op het stadsbeeld drukt.
6. In het in juli 1975 door de raad vastgestelde plan voor de stads
vernieuwing werd de werf niet genoemd. Vanuit de raad werd dein ook
prompt door de heer Versteeg van de Christelijke Groepering uit
drukkelijk verzocht de scheepswerf in het stadsrenovatieplan als
"beeldbepalend" op te nemen. Daarop werd geruststellend geantwoord
dat dit niet nodig was daar dit reeds was gedaan in het ontwerp-
bestemmingsplan "Vesting Willemstad", (zie notulen raadsvergadering
25 juli 1975). Dit laatste blijkt echter niet het geval te zijn?
integendeel, ook uit dit ontwerp-bestemmingsplan blijkt dat u nog
steeds voorstelt tot sloop over te gaan. Daar de raad dus op 25
juli 1975 kennelijk verkeerd geïnformeerd is geweest, hetgeen ik ten
zeerste betreur, stel ik u nu voor op grond van eerder in de raad te
kennen gegeven wensen het in juli 1975 aangenomen plan met betrekking
tot de stadsvernieuwing te wijzigen in die zin dat de oude scheeps
werf aan de Benedenkade 1 daarop als beeldbepalend aangemerkt wordt#
Daarenboven stel ik voor het gebruik van de opstallen te regelen in
die zin dat dit als ambachtelijk wordt aangemerkt met daarbij een
kleine bedrijfswoning. Naar de kwaliteit van de bebouwing dient de
afdeling Bouw- en Woningtoezicht een onderzoek in te stellen, tesamen
met andere daartoe bevoegde overheidsinstanties, en het resultaat
daarvan ziet de raad met belangstelling tegemoet opdat ook in dit
opzicht het stadsvernieuwingsplan gecomplementeerd kan worden.
7# Afgezien van bovenvoorgestelde wijziging van het stadsvernieuwings
plan stel ik u voor de oude scheepswerf in zijn geheel, of gedeel
telijk, in overleg met de Monumentenraad als monument in de zin van
de Monumentenwet aan te merken gezien de schoonheid ervan alsmede
de volkskundige waarde en de aan deze werf verbonden geschiedkundige
herinneringen. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn, dan stel ik
u voor een eigen goneentelijke lijst van monumenten aan te leggen
waarop als eerste de oude, zo karakteristieke scheepswerf geplaatst
zal worden".
De heer Van den Enden heeft aandachtig naar het betoog van de heer
Manneke geluisterd en er kernen bij hem enkele vragen naar voren. De
toemalige eigenaar van de scheepswerf is twee jaar geleden gesaneerd
en hij heeft in het kader van deze sanering een vergoeding ontvangen.
Er mocht geen scheepswerf meer komen en de zonen van de toenmalige
eigenaar hadden er ook geen zin in. Twee jaar lang, na de sanering,
heeft de scheepswerf te koop gestaan. En was blijkbaar geen interesse
voor. Na twee jaar is de werf plotseling verkocht. De heer Manneke
zegt dat het iets moois voor de watersportvereniging zou zijn en dat
het een karakteristiek beeld is in Willemstad. Waarom kocht de water
sportvereniging de werf dan niet? Waarom zijn de gegadigden in de
twee jaar niet naar voren gekomen? Wie waren dat Ka de werf verkocht
is bestaat er blijkbaar ineens wel interesse# De raad kan niets doent
tenzij de gemeente koopt en er zelf een 'bestemming aan geeft, maar wie
zal dat betalen. Zijn er genoeg financiële middelen en zullen gedepu
teerde staten die aankoop goedkeuren. Er wordt gezegd dat acht negen
mensen er hun brood kunnen verdienen, maar dat ziet de heer Van den
Enden niet zittah. De mensen die een boot hebben repareren zoveel
mogelijk zelf, want dat is hun hobby. Daarbij hoort ook het afkrabben
en schoonmaken en verven der boten. Dit ziet de heer van den Enden
gebeuren door mensen die alleen meer in hun portemonnee hebben dan
wij tezamen. Hij betwijfelt daarom ernstig of er voor êên man een
broodwinning in zit. De gemeente heeft de scheepswerf niet, ergo
-5-