0A T g M«V 0 i (W
;gf^
V*.
.4-
s":' •f-'-
,£S iMf'.
y -
4.1fi' P-'M Vb x ixs' ::»8
"tf t 1 i »'i '/-» %f r f r
g,
"TibA
i
i
"fF v
i'r 1
h
C VI.,
A
r$:
btusq
Utti
-2-
9iden van 17 september 1975, G. nummer 227*138, houdende mededeling
van de verdaging van de beslissing op het ter goedkeuring inge
zonden en op 11 maart 1975 vastgestelde bestemmingsplan "C 1036";
10. de brief van 16 september 1975, nummer 90 van het openbaar
lichaam "Vuilverwerking Roosendaal", met betrekking tot een aan
vullend krediet stichting vuilverwerkingsbedrijf
11. de brief van het dagelijks bestuur van de regionale brandweerkring
Roosendaal met ontwerp-begroting 1976 van genoemde kring;
- Tegen de bouwplannen van de heer F. van Weizenes zijn nogal wat be
zwaarschriften binnengekomen. Wegens onbekendheid met de wettelijke
bepalingen terzake hebben enkele hun schrifturen aan de raad in
plaats van aan burgemeester en wethouders gericht. De voorzitter is
verplicht de stukken te brengen ter plaatse waar zij behoren dat
is in dit geval: in de vergadering van burgemeester en wethouders.
Dit is geschied.
Daarna worden de stukken doorgezonden naar gedeputeerde staten. Dit
heeft inmiddels plaatsgevonden. De aan de raad gerichte stukken
zijn in de portefeuille ter inzage gelegd.
Het is de heer Manneke bij het ingekomen stuk onder 10 opgevallen,
dat de begroting van het openbaar lichaam "Vuilverwerking Roosendaal"
met 35% gestegen is. Hij vraagt zich af wie dat zal gaan betalen. Hij
verzoekt burgemeester en wethouders zijn zorg over deze situatie aan
het openbaar lichaam kenbaar te maken.
De heer Van den Enden deelt deze zorgen van de heer Manneke.
voorzitter neemt aan, dat het merendeel van de raad het daarmee
eens is en zegt toe deze bezorgdheid aan het openbaar lichaam "Vuil
verwerking Roosendaal" over te brengen.
De heer Van den Enden vraagt de voorzitter of het geoorloofd is iets
te zeggen over de ingekomen bezwaarschriften tegen het bouwplan van
de heer F. van Welzenes. De voorzitter zegt, dat deze stukken niet
aan de orde zijn; zij behoren thuis in de vergadering van burgemeester
en wethouders. Het kollege vond het hoffelijk om ze de raad te laten
lezen. De raadsleden kunnen deze stukken aan de orde stellen bijvoor
beeld door middel van schriftelijk vragen te stellen.
De heer Van dan Enden zegt dat er ook een aan de raadsleden gerichte
brief van de heer Maris. Daarover wil hij in het openbaar iets zeggen.
De voorzitter zegt, dat deze brief persoonlijk en vertrouwelijk aan
de raadsleden is gericht. De heer Van den Enden wil de voorzitter niet
aanvallen, maar het is een persoonlijk geval. De voorzitter zegt, dat
dit thans niet aan de orde is. Een raadslid kan schriftelijk vragen
stellen. Dat is de juiste weg. De heer Manneke zegt, dat burgemeester
en wethouders voorstellen deze ingekomen stukken voor kennisgeving aan
te nan en. Hij is echter niet bereid deze voor kennisgeving aan te
nemen. Hij meent het recht te hebben op de ingekomen stukken te reageren
en daarom verzoekt hij de voorzitter enige opmerkingen over deze inge
komen stukken te mogen maken. De voorzitter wil duidelijk stellen, dat
de gemeentewet aan de burgemeester de taak geeft de stukken ter tafel
te brengen waar zij behoren. Wanneer een brief aan burgemeester en
wethouders is gericht en deze behoort tot de competentie van de raad,
dan brengt de voorzitter ze ter tafel bij de raad en omgekeerd. Dat
is de normale gang van zaken en dat is de taak van de voorzitter. De
procedure van het bouwplan is, dat het eerst ter inzage wordt gelegd
en dat het daarna met eventuele bezwaarschriften wordt doorgezonden
naar gedeputeerde staten. Bij de ingekomen stukken zijn fotokopieën
gelegd van de bezwaarschriften die aan de raad gericht waren. Zij zijn
daar echter niet ter tafel waar zij behoren. De voorzitter heeft dit
een week geleden nog aan de heer Manneke uiteengezet. De heer Manneke
zegt, dat er meerdere stukken aan de raad gezonden zijn, die echter de
raad nog niet bereikt hebben.
-3-