I ijfcjjfi s£) f»9T9VO ibnow aas reJoXesd xoJjtfil 3f>fo'ia?lXqino3( rtl bloobod ele txute dEpnlbioiodtoov) gala pnfpfclebfieiod tafx La*artodv Jo'd rits* «SBB 3d iBBdjfirfr :v vr ioov rfsrf pita amorf C xxbv Jaibsiat tns.vxav sXh-xdnso v i9rf - !>6£1Dd labnoS iir dsri BldemodC •tÉi-aa-ahl it ati&iavbsxi nsBfiinow abaci -9d daH .msbi£ r» dBBtdaac :ipss gaadgiaV pniwws irröVEfc BohodadTöv naa -om lo dq^ftXsQ -ow deb ,doxi fï'3p Is ni bïi 1 is Ibs ocb re debos tna±Ss3tts>d ad asi naollfi nsb ir w ob» -ad tid pao-xv os is mare daia diBsX a b qo -Vr-;- -no Jab jtoXXadF. aogom at atis blartsd aqioaxaq ai ioIsbiIdS airtsdsxfoaedBsda b dgxX ano rtooV" i .id" 3 J -fi30rfad e? üb nc-ob ftoBolft Wb? ab i'lsv /nob tfresw Xaa v pon ttffiemoB 1 iföfrxov irajWotd iJbCtsvabom osno k -4- aan deze gemeente. Dat is de reden van deze tussentijdse raadsver gadering, omdat het plan zo spoedig mogelijk in s-Hertogenbosch en in s-Gravenhage moet zijn. Wat is nu de bedoeling? Partikulieren kunnen oude panden weer in bewoonbare staat brengen als zij dat willen en daartoe in staat zijn. Dan vallen ze onder dezelfde be palingen als de overheid. Er is ook een aantal panden van partiku lieren, die niet in staat of niet genegen zijn deze panden op te knappen. Dan probeert de gemeente deze panden in eigendom te krijgen en knapt ze op. Wanneer de gemeente deze verworven panden heeft op geknapt kunnen deze alleen dan worden verkocht als de belastinggel den die erin zijn gestoken weer terugkomen. Wanneer deze panden verhuurd worden zal de huurprijs in beginsel worden vastgesteld op basis van de huurprijzen in de woningwetsfeer. De voorzitter kan echter geen bedragen noemen. In die verhuurver- houding mag het gat niet te groot zijn. Ten aanzien van deze rege lingen is de gemeente aan de goedkeuring van hogerhand onderworpen, maar dat is een kwestie van werken. De gemeente kan niet geheel zelf standig met deze onroerende goederen handelen. Dat is wettelijk ge regeld. Overigens moet alles te dezen aanzien via de raad lopen. Thans wordt dit voorstel bijvoorbeeld door de raad getoetst of het financieel mogelijk is en of het in het beleid past. Verder kan de voorzitter er niet veel van zeggen. Welke konsequenties het plan zal hebben is nog niet precies bekend. Dit plan gaat eerst naar 's-Graven hage en 's-Hertogenbosch. Daarna wordt er verder gewerkt en komt het kollege van burgemeester en wethouders stap voor stap met voorstellen bij de raad. Ten aanzien van de scheepswerf zegt de voorzitter te menen dat deze in het ontwerpbestemmingsplan "Vesting Willemstad" wel beeldbepalend is. Deze scheepswerf is echter een planologische vraag. Hij zegt dit met de stedebouwkundige te zullen opnemen. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: 1. het binnen de wallen van Willemstad gelegen gebied, zoals op de bij het besluit behorende kaart met blauwe omlijning is aangege ven, aan te wijzen als stadsvernieuwingsgebied (reconstructie, sanering en rehabilitatie); 2. in principe de nodige gelden beschikbaar te stellen cm in dit gebied voorzieningen tot verbetering van de woonomgeving te treffen; 3. aan de eigenaren, die in het gebied woningen of gebouwen verbe teren, subsidie te verlenen tot bedragen, tenminste gelijk aan het subsidie, dat door het Rijk (Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) wordt verleend; 4. in principe medewerking te verlenen aan het verwerven van die on roerende goederen, waarvoor door het rijk een bijdrage van 80# in de verwervingskosten wordt verleend; 5. de begroting voor het dienstjaar 1975 te wijzigen in die zin, dat een bedrag van f.33.500,wordt gereserveerd voor de kosten voortvloeiende uit het stadsvernieuwingsplan. Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot aankoop van het pand Bovenkade 8 zegt de heer Versteeg:"Hier ligt dan zo'n stuk waarop het zo moeilijk is een antwoord te geven omdat men niet weet wat er nu precies mee zal gaan gebeuren. Terecht stelt u in het voorstel dat de naastliggende pandjes in hetzelfde plan moeten worden opgenomen. En wij nonen aan van de er onderliggende pandjes eveneens. Als men niet weet wat er nu precies mee zal gaan gebeuren dan ga je zelf aan het denken en misschien wel wat aan het fantaseren. Dan vraag je je af als men hier woongelegenheid van moet maken die voldoet aan de eisen van de tegenwoordige tijd of dan de eventuele huur niet dusdanig hoog wordt dat het eigenlijk voor ionand met een smalle beurs niet meer is op te brengen. Want het ligt toch in ons beleid opgesloten om 8 S 10% van de kosten (misschien in dit geval

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1975 | | pagina 50