-11- Deze gedachtengang onderschrijf ik persoonlijk ook. Doch deze filoso fie gaat uit van het voorkomen van grote concentraties., zoals men die in de grotere steden wel tegenkomt. Het bouwen van kleine eenheden heeft bij de deskundigen de voorkeur. De bouw van deze kleine een heden moet wel, aldus hun visie, bij noodzakelijke voorzieningen of er niet te ver vandaan worden gesitueerd. Het plan om een kleine een heid te bouwen in de kom, waarbij van de voorzieningen in die kom ge profiteerd kan worden, sluit dan ook volledig aan op de gedachten die de deskundigen hieromtrent hebben gelanceerd. De termijn van de ter- visielegging wordt als te kort bestempeld, omdat er 3 feestdagen in vallen, waardoor onvoldoende tijd zou zijn om de stukken te bestu deren. Ik mag daarover opmerken, dat het onderhavige plan reeds eerder ter inzage heeft gelegen; vanwege de feestdagen heeft men enkele vrije dagen extra gehad om zich in de problematiek te verdiepen. Rest mij nog in te gaan op het bezwaar van de Bond Heemschut.De Bond Heemschut merkt op dat toepassing van artikel 19 zoveel mogelijk dient te worden beperkt. Reclamant stelt voor om de artikel 19 procedure niet toe te passen en de bestemmingsplanprocedure af te wachten. Er zouden aldus reclamant in de Wet op de Ruimtelijke Ordening voldoende mogelijkheden zijn voor een flexibel planologisch beleid. Tegen de be bouwing van de open ruimten bestaat bezwaar, omdat daardoor de his torische karakteristiek zou worden geschonden. Ten aanzien van de spreiding van de bejaarden wordt hetzelfde opgemerkt als door de an dere reelamenten. De Bond Heemschut is mijns inziens niet geheel be kend met de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Artikel 19 biedt de mo gelijkheid om te anticiperen op een nieuw bestemmingsplan. Zoals ik reeds mededeelde bestaat er grote behoefte aan bejaardenwoningen. Wachten op de procedure die neergelegd is in de Wet op de Ruimtelijke Ordening bij de totstandkoming van een bestemmingsplan betekent een uitstel van ongeveer 5 jaar. Dit is onverantwoord en dat mogen wij onze bejaarden niet aandoen. Een van de mogelijkheden om een flexibel beleid toe te passen is de toepassing van artikel 19, waar dan ook ge bruik van wordt gemaakt. Ten aanzien van de spreiding en het bebouwen van de open ruimte wil ik nog even op dit laatste nader ingaan. Als je in de Kerkring en in het Molenpad komt kun je van de open ruimte weinig of niets merken. De bouw van de bejaardenwoningen, verscholen tussen de woningen in het Molenpad en de Kerkring heeft dan ook geen enkel storend effect op het aanzicht. Bij de bejaardenwoningen kunnen de nodige bossages worden aangebracht, zodat zelfs een verfraaiing van het stadsgezicht kan optreden. Meestal beperkt men zich tot de inge brachte bezwaren en let men niet op niet ingediende bezwaren. Het valt mij op, dat de heer Manneke geen bezwaar heeft ingediend. Toch kan ik de bezwaren van de heer Manneke herkennen in het bezwaar van Heemschut in welke organisatie de heer Manneke een bestuurlijke functie vervult en die het dan ook niet heeft nagelaten om de Bond Heemschut voor zijn karretje te spannen. Ook bij de andere bezwaarschriften herken ik de hand van de heer Manneke, zodat ik mag aannemen dat wij slechts te maken hebben met twee serieuze reclamanten, te weten de heer Maris en de heer Manneke. De heer Maris heeft zich ongeloof waardig gemaakt door zijn bezwaar en de heer Manneke heeft het zelf niet aangedurft een bezwaarschrift in te dienen, zodat er m feite niets meer overblijft. Rest mij dan ook te constateren, dat met alle kracht naar de realisa tie van de geplande bejaardenwoningen gestreefd dient te worden. De voorzitter zegt, dat de procedure normaal zal worden voortgezet. De heer Manneke wil even aansluiten op het betoog van de heer Kamp. Hij zegtT dat bij de eerste tervisie legging door hem bezwaren tegen het onderhavige bouwplan zijn ingediend. Deze bezwaren bestaan nog steeds. In een brief van de minister van Cultuur,Recreatie en Maat schappelijk Werk aan zijn ambtsgenoot van Volkshuisvesting en Ruim telijke Ordening wordt ook bezwaar gemaakt tegen het onderhavige bouw plan. Ook hebben gedeputeerde staten bij de goedkeuring van de aan koop van deze grond gesteld, dat uit de goedkeuring van het aankoop-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1975 | | pagina 36