-3-
|tprmin(Tsplan Naar aanleiding van het meerderheidsvoorstel van burgemeester en wet-
|Ö36"_. houders tot vaststelling van het bestemmingsplan "C 1036" geeft de
voorzitter het woord aan de heer De Visser. De heer De Visser zegt:
"Onder doorlopend nummer 15, op bladzijde 2, maakt het college van
burgemeester en wethouders en hiermede bedoel ik in dit geval steeds
de meerderheid van dat college) de opmerking, dat er van de mogelijk
heid tot het indienen van bezwaar tegen de bouw van Sneeps*s Drainage
materialen B.V. door niemand gebruik werd gemaakt. Het woord "niemand"
werd nog eens extra onderstreept, waarschijnlijk omdat dit voor U een
zwaarwegend argument is. En de opmerking wordt vervolgd met: "Blijk
baar had er dus niemand bezwaar tegen Dat woord "blijkbaar"
roept bij onze fractie sterke weerstanden op en we willen ons daar met
klem tegen verzetten. Het toont naar onze mening aan, dat de auteurs
van deze opmerking heel slecht op de hoogte zijn van datgene wat on
der de bevolking van Helwijk leeft en welke grieven men tegen de vesti
ging van dat bedrijf toch had en nog heeft. Het is waar, niemand heeft
schriftelijk bezwaar gemaakt, maar voor iemand, die de bevolking echt
kent, behoeft dat niet zo*n bevreemding te wekken. Immers, wie leest
de ergens in een hoekje van de krant verscholen bekendmaking van Uw
college? En als men ze al leest en als men door de ambtelijke stijl
heenbreekt en begrijpt waar het om gaat: Wie zal de kat de bel aan
binden? Wie durft het op te nemen tegen de machtigen van onze gemeente?
Wie zal zijn naam als eerste onder een bezwaarschrift plaatsen? Dat
woord "blijkbaa^' zouden wij in gedachten willen veranderen in: "schijn
baar". En U weet het, mijnheer de voorzitter, schijn bedriegt. Wie zijn
oor te luisteren legt in Helwijk, kan het gemopper horen. In deze tijd,
nu de olifanten door het pas gerestaureerde Mauritshuis dartelen, de
rosse gloed van de Shell-Chemie steeds dichterbij lijkt te komen en de
midden in de nacht startende vrachtauto*s de Helwijkers in hun slaap
storen, vragen de bewoners zich af: waar gaan we in het nieuwe jaar
naar toe? Wat is er in het afgelopen jaar allemaal veranderd? En wat
gaat er allemaal nog meer veranderen als we er geen paal en perk
kunnen stellen? Moet het normaal worden genoemd, als de bewoners op weg
naar hun huis moeten slalomrijden tussen geparkeerde wegtreinen en via
pas herstelde trottoirs hun woning moeten bereiken? Mijnheer de Voor
zitter, dit alles brengt onrust onder de bewoners van Helwijk, angst
voor de naderende industrialisatie, zorg om ons aller welzijn. Wat be
treft de bouw van een zogenaamde dienstwoning op het terrein van Sneep*s
Drainagematerialen B.V.: de gehele rond deze woning gevolgde procedure
roept bij onze fractie vele vragen op. In de eerste plaats vragen wij
ons af, waarom dit plan zo laat ter inzage werd gelegd en waarom eerst
na de eerste ter-visielegging met enige vage lijntjes de betreffende
woning op de tekening werd aangebracht. Heeft de meerderheid van Uw
college na deze ondergeschoven woning nog meer uitbreidingen in porte
feuille? Als de aanvrager voor elke tak van zijn bedrijf een beheerder
wenst aan te stellen, betekent dat dan dat bi j goedkeuring van dit be
stemmingsplan de mogelijkheid geopend wordt om ter plaatse nog meer
woningen, zogenaamde dienstwoningen te bouwen? Het moge juist zijn,
dat het perceel waarop de mogelijkheid wordt gecreëerd tot het oprichten
van een zogenaamde dienstwoning hetzelfde perceel is als dat, waarop
het kantoor en het bedrijfsgebouw zijn opgericht; het maakt voor de
bewoners van Helwijk wel degelijk verschil uit of er op een gedeelte
van dat perceel een dienstwoning wordt geplaatst of niet. Thans heeft
men op deze plaats althans nog een vrij uitzicht over een groen ge
bied. Als men bij iemand voor het raam van zijn woning een schutting
plaatst, dan vrordt er weliswaar geen perceel aan zijn agrarische be
stemming onttrokken, maar de bewoner is wel zijn uitzicht over een stuk
natuur ontnomen, en daar gaat het de indieners van het bezwaarschrift
om. Daartegen mochten ze bezwaren indienen en dat hebben ze gedaan
Wat betreft Uw opmerking 2, wil onze fractie er op wijzen, dat Gede
puteerde Staten bij besluit van 15 augustus 1973 een verklaring van
geen bezwaar ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
hebben afgegeven. Dat is wel juist, maar hierbij dient wel vermeld te
worden, dat dit is geschied bij wijze van uitzondering, omdat de ves—