3 isJessmsgiuc 9ft J£>5 lb-IOC 3W9insto/n0B aft aa *i 9I>9< tl ipsa TV as CI .ex Isvsg dsri Isslnaftiox rrsvfcilcf pnxnom nev lirfoeiav law Iss j deb fftg9S9B9oi ïiaari isHixioov sb i dadeelqag datilnsdnsmunom sb qo 1i9vi 93ffcxis:tn99m9g ns9 qo nseteelq a* 93 tfsosisv nas si aloO .namosfsp bioowdrte brtsl6q9dbl99d els mlqs^atvuos^ vebeïa" -xrsgaXsp dlasd spssni not iiruHoJirioie 9d 9b aew nstupxl sbraaoflXXewitsB rev IsrI ntxld stlisw iari nev siJeioI e'odol sbtfo Jlosri noddixioov 9a •eisbne bnois sisftne isrf qo azieer! »8i ba9lsq9dbl99d vuod9g tti Biilda9V" nelqagnimimadasd-qiswdfto rtari JsH •bnsijsqscfMsgd els nsmonsgqo afcl 10ov ^ansibssftlfl sb nev xtsdosdxrfcrts 3 dab «naggss isxn liw 1&CE .nagibcanlwu Isom isH bvjjodisrf nsbiow nejf ns nsjto •siotsboBiov 19in gon blsad Lssiol lad ~*ne iblsg {T95i;jjri si Is toov deft lo gnlnsjlai sgiqolioov sb rev gnilaoftsd a situtsd. nslsHue9i 9b nsv rtsllsle si Is 19911 nabiov nsnoux uos 3 lecilnslnamunom ssdoe 9ft mo nssb9g noasd «naman si qo i9d nsl si nabnsllsleprtslsd .xt9ft9£cft&ei 9b Ism nxsnssaul 9b Isb .rxoglnsis •nslslaggsw ibiov silom nc nev gnllsbisrvXsfii 9b qo nsrno^gxn nsdi9w sisdnsqo «gniftsg l9d ai isIn neb tsom 1o nsbiow nsXisw 93H id nev Dnii9beDi9v 9b el uK «nsdisw stsdnsqc •nsxsomsd al asm Jjsisv neb 19 Imo* isisl ns n Imod neb ,nsns3tedl6 1 ll99d eiabuorilsw sb esw slmluiissaCiea isbni in i99nneV »ei,3"iuIao< X9bns qo ^t-tXs&tsmsi is&d n9gX9 sXsx1ios< iv nsbn3 gsb reV 19; &wnsv nsvsrfnsTXkrd sj -26- De heer Van den Enden is van mening, dat de motie omtrent de vuilver brandingsinstallatie beter gericht zou kunnen worden aan Roosendaal» Dat is eleganter dan rechtstreeks aan gedeputeerde staten. De voorzitter is het daarmede eens. De heer De Visser heeft geprobeerdJ^form^Eie te verkrijgen om duide lijk te maken wat in WillemgiadH'eïtelijk leeft. Kan deze zaak niet in tern geregeld wor^en-meT^eri lid van het bestuur. Nu heeft men nog geen inzicht_Jja-dezS~~zaak. De heer De Visser wil ook wel hoffelijk zijn, maar meent dat het Willemstads standpunt in Roosendaal al ter kennis is gebracht. De voorzitter zegt, dat toen er in de bestuursvergadering deze kre dietoverschrijding ter tafel kwam gevraagd is een ingenieursbureau in te schakelen en te laten nagaan of dit zo kon en juist was. De meerderheid van het bestuur wilde dat niet. Het zou een desavouering zijn van de heer ir. Hendrikse. Een motie van de raad is echter sterker. Dan leest de voorzitter de motie nog eens voor met weglating van de zinsnede naar de oorzaken en achtergronden". De raad gaat met deze motie akkoord en besluit deze te richten aan gedeputeerde staten en ter kennis te brengen van de gemeenschappelijke regelinh. Dan leest de heer Van den Enden zijn concept-motie inzake de vuilverbrandingsin stallatie voor. De voorzitter zegt, dat deze wat uitgebreider is, doch inhoudelijk hetzelfde. De motie van de heer Manneke was het eerst aan de orde, zo dat dat de motie van de raad is. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt daarna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders be sloten vast te stellen de begroting van de dienst voor 1976 en van Nhet woningbedrijf voor 1976. goedbe- Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van on— roerend-goedbelastingen zegt de heer De Visser: "In het voorstel tot invoering van de onroerendgoedbelastingen kunnen wij niet terugvinden, welke belasting de gebruikers en welke belasting de eigenaren betaalden onder de oude regeling en wat zij moeten gaan betalen onder de nieuwe regeling. Enige afzonderlijke toetsing ont breekt. Gaarne willen wij concreet vernemen wat een huurder, die een woning met een economische waarde van f.40.000,— voorheen betaalde en wat hij nu moet gaan betalen. Hetzelfde willen wij weten van de eigenaar-gebruiker voor hetzelfde pand. Een uitsplitsing van voorbeelden over enkele woningen met verschillende economische waarden maakt het mogelijk om inzicht te krijgen of er binnen de totale belasting op brengst verschuivingen optreden ten nadele of ten voordele van de eigenaar of huurder. Wij staan thans op het standpunt dat noch voor de huurder, noch voor de eigenaar een lastenverzwaring mag optreden, anders dan een trendmatige verhoging." De heer Munters zegt, dat zijn fraktie er moeite mee heeft, dat de rioolbelasting in de onroerend-goedbelastingen wordt geïncorporeerd. Diegenen, die in het buitengebied wonen moeten dan toch de kosten be talen van riolering. Hij heeft er begrip voor dat gemeente-admini stratie door de incorporatie wordt ontlast. Zijn fraktie staat achter het voorstel. Maar wanneer de rioolbelasting toch geïncorporeerd wordt zouden de taxateurs rekening moeten houden met het feit, dat sommige woningen niet op de riolering zijn aangesloten. De fraktie wil zich niet binden aan cijfers; de concrete héffingscijfers komen pas als de taxatie gebeurd is. De voorzitter antwoord; op de vraag van de fraktie van de Partij van de Arbeid, dat hij deze verwacht had en hij er zodoende rekening mee heeft gehouden. Er zijn een aantal onbekende faktoren. Wanneer tot invoering wordt besloten volgen twee fasen namelijk de taxatie en de tariefstelling. Deze onroerend-goedbelasting is geen bedenksel van burgemeester en wethouders, maar van de regering. De onroerend- goedbelastmg komt in de plaats van een aantal andere belastingen. -27-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1975 | | pagina 106