- li
jp, 90.000,= een onderdeel van de beoordeling. Zonder verdere beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten het verzoek om rentever
goeding van mevrouw M. van der Gijp-Moerland af te wijzen.
lanschaf Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
tnpleinasmachineaanschaffing van een boekhoudmachine zegt de heer Van den Enden, dat
het bekend is, dat het werk steeds uitbreidt en dat steeds verder
gaande eisen aan het werk worden gesteld. Er is een groot verschil
tussen de electronische machine en de door het kollege van burge
meester en wethouders voorgestelde. Zijn vraag is, of de laatste
machine voor lange tijd voldoende is of dat het niet met het oog op de
verdergaande eisen die aan het werk worden gesteld, wellicht zo is dat
er een machine op de markt is, die tussen deze twee inligt, waarmede de
ambtenaren beter gesteld zouden zijn. Als dat zo is dan zou hij dat
gaarne van de voorzitter vernemen. De voorzitter zegt, dat de gemeente
momenteel 2700 inwoners telt. Daaraan moet men de bewerktuiging aan
passen. Als men zo'n dure machine zou aanschaffen zou men naast zijn
schoenen gaan lopen. In overleg met deskundigen en de betrokken
ambtenaren zijn wij tot het onderhavige voorstel gekomen. Dit is een
machine, welke past bij onze administratie. De machine die nu inge
bruik is, is versleten. Soms weigert zij en de onderdelen zijn niet
meer te krijgen. Bovendien is zij reeds lang afgeschreven.
De heer Van den Enden vraagt of er geen machine tussen ligt waarmede
men beter zou zijn. De voorzitter beantwoordt deze vraag ontkennend
en zegt dat naar aller mening deze keuze voor onze administratie de
beste is. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten ten behoeve vande aankoop van een boekingsmachine een
krediet van 5.450,= beschikbaar te stellen.
Vaststellen nieuwe Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
haven- en opslag het vaststellen van een nieuwe haven- en opslaggeldverordening zegt de
geldverordening.' heer De Visser voor dit jaar met de tarieven akkoord te kunnen gaan.
Hij verzoekt voorzieningen te treffen voor die mensen die hier
gedomicilieerd zijn. Bij de sluizen bestaat de mogelijkheid om gratis
te liggen. Dat is eigenlijk voor de beroepsvaart, maar er kunnen ook
recreatieschepen liggeno De heer Manneke vraagt of de voorzitter een
inzicht kan geven met betrekking tot de exploitatie van de jachthaven.
De voorzitter zegt wel enige globale cijfers te kunnen noemen, b.v.
dat in 1971 het verlies f.23.000,= bedroeg. Toen heeft de gemeente
met ingang van 1 januari"972 de jachthaven overgenomen van de
Watersportvereniging en in 1972 was het tekort teruggebracht tot on
geveer f.2.500,=. In 1973 was er een surplus van f.8.000,=; over
1974 zijn nog geen cijfers bekend. Er gaat ongeveer f.100.000,= per
jaar om. De stichting van de jachthaven bedroeg f. 1.000.000,=; 50%
hiervan is overheidssubsidie en 50% is gefinancierd", door middel van
een lening. Rente en aflossing bedragen ongeveer f.40.000,= per jaar.
Daarbij komt een post van f.35.000,= voor salarissen, welke post op
f. 40.000,= gesteld kan worden indien de havenmeester veel hulp nodig
heeft. Verder zijn er de lasten van onderhoud. Men kon net rondkomen.
Dat is een grof beeld van de exploitatie van de jachthaven. De sa
larissen gaan ook omhoog. Burgemeester en wethouders doen hun uiterste
best om het onderhoud in eigen beheer te houden. De minister heeft
in een brief laten weten, dat de tarieven maximaal 10-11% mogen
worden verhoogd. Dat is veel te weinig, alleen al wanneer men de geld
ontwaarding in aanmerking neemt. Burgemeester en wethouders hopen,
dat de exploiatie in 1975 rond loopt. De heer Manneke zegt, dat de
helft van het bedrag van f.100.000,= rente en aflossing is. Daar doet
men 25 jaar over. De exploitatie is zoveel mogelijk in eigen beheer.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel van burgmeester en wethouders besloten
vast te stellen een nieuwe haven- en opslaggeldverordening, welke
met ingang van 1 januari 1975 in werking zal treden.