te—
-4-
heer Woets de grond gebruikt voor uitbreiding van zijn siertuin en de
heer De Vos voor het uitbreiden van zijn kwekerij. Zonder verdere be
raadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten aan de heren Woets
en De Vos te verkopen een stuk grond van de Vestweide voor de prijs
van f. 7,50 per m2 onder bepaalde voorwaarden.
Garantie geldlening.Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten gemeente
garantie te verlenen voor de betaling van rente en aflossing van een
geldlening van f.47.000r= ten behoeve van de aankoop van de woning
Stadsedijk 137 ten name van K.C. Bakker te Rotterdam.
Lverhoging bijdrage Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen-
Iaansluitkosten komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten de bij-
Iriolering bestaan- drage in de aansluitkosten riolering van bestaande panden te verhogen
■de panden. van f.250,= tot f.500,= per aansluitbaar pand.
j Verzoek rentever- Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
Egoeding mevr. M. afwijzing van het verzoek van mevrouw M, van der Gijp-Moerland, om
van der Gijp- een rentevergoeding voor de verkoop van grond met schuur aan de ge-
Moerland. meente geeft de voorzitter het woord aan de heer Van den Enden. De
heer Van den Enden wil beginnen met op te merken, dat verzoekster
noch juridisch noch zakelijk aanspraak kan maken op rentevergoeding.
Het betreft hier naar zijn mening een fout van de boekhouder c.q. de
financieel deskundige van verzoekster en niet van de gemeente. De
adviseur had haar daarop moeten attenderen. Toch wil de heer Van den
Enden erop ingaan. Mevrouw Van der Gijp vraagt een rentevergoeding
over vijf maanden. Gesteld kan worden, dat de zaak in drie maanden
tijd haar beslag kan hebben. Door verdaging van de beslissing van ge
deputeerde staten is het aan dat kollege te wijten dat dat niet is ge
beurd. Wanneer verzoekster rentevergoeding gevraagd zou hebben over
de laatste twee maanden zou de heer Van den Enden zeggen "Het zou
een elegant gebaar van de raad zijn om een vast bedrag van bijvoor
beeld f.800,= of 1.000,= voor renteverlies te betalen". De raad zou
dat kunnen doen. De vraag is echter of gedeputeerde staten dit ele
gante gebaar van de raad zouden goedkeuren; dat is niet te verwachten,
omdat dit konsequenties voor andere gevallen zou hebben. Het is de be
doeling van de heer Van den Enden verzoekster duidelijk te maken,: dat
ten eerste de gemeente er niet toe verplicht is en ten tweede dat een
eventueel gunstig besluit van de raad toch niet wordt goedgekeurd.
Hij meent, dat dat beter overkomt. Het verzoek moet zonder meer worden
afgewezen om te voorkomen, dat verzoekster "blij wordt gemaakt met
een dooie mus". De heer De Visser zegt volledig achter het betoog van
de heer Van den Enden te staan en hij ziet tot zijn spijt dan ook geen
mogelijkheden aan het verzoek tegemoet te komen. De voorzitter zegt,
dat het elegante gebaar niet zo ingewikkeld is. Er is normaal onder
handeld. Het is bekend, dat er van de zijde van de gemeente affektie
bestond voor deze grond om daar iets te stichten, maar ook voor me
vrouw van der Gijp zodat geslachten hieraan herinnerd zullen worden
via de naamgeving. In die onderhandelingen is niet over rentever
goeding gesproken. Gedeputeerde staten moeten binnen drie maanden
beslissen. Zij kunnen die termijn met twee maanden verlengen. Wanneer
zij van mening zijn, dat er iets gaat gebeuren wat in strijd is met
het financieel belang van de gemeente dan kunnen zij het raadsbesluit
niet goedkeuren. Er is een voorlopige koopovereenkomst gemaakt, waar
in de prijs wordt genoemd. Wanneer er ook een rentevergoeding zou
hebben ingestaan, dan had dat bij gedeputeerde staten een rol kunnen
spelen. Daar staat echter tegenover dat verkoopster in het genot van
het goed blijft totdat de feitelijke beschrijving heeft plaats ge
had. De heer Van der Sluijs vraagt of gedeputeerde staten bezwaar
maken tegen een renteclausule. De voorzitter antwoordt, dat de rede
lijkheid van de totale financiële transaktie wordt bekeken. Dan is