-4-
de raad het beleid van burgemeester en wethouders in deze afkeurt. De
inspecteur zal overigens de toestand in de school wel bekeken hebben.
De heer Kamp merkt op, dat de heer Van den Enden blijkbaar buitenge
woon goed op de hoogte is van het beleid van burgemeester en wet
houders. Maar hij moet eerst maar eens zelf in de school gaan kijken;
doch het betreft hier de openbare school en dan heeft de heer Van den
Enden ineens moeilijkheden. Dat hij wel eens meer bezijden de waar
heid is, hebben we deze week nog in de krant kunnen lezen, waarin de
heer Van den Enden het doet voorkomen alsof hij bij de wethoudersver
kiezingen buiten spel gezet zou zijn; dit is niet waar en dat weet de
heer Van den Enden best. De Voorzitter vindt dat we nu toch wel buiten
de orde gaan en verzoekt de leden zich te beperken tot het voorstel
van burgemeester en wethouders. De heer Manneke stelt de vraag of de
aanvrage al dan niet in relatie staat tot het aantal leerlingen. De
Voorzitter zegt, dat zowel de heer Van den Enden als de heer Van der
Sluijs allebei een beetje gelijk hebben. Burgemeester en wethouders
vormen het schoolbestuur van de openbare lagere school op dezelfde
wijze als een schoolbestuur een bijzondere schöol bestuurt en beheert.
Als schoolbestuur hebben burgemeester en wethouders een bijzonder
moeilijke periode achter de rug. De openbare school is een schooltje
waar nauwelijks leven in is. Na een demarche van burgemeester en wet
houders hebben we de tweede onderwijzer gelukkig kunnen behouden; we
hebben hiervoor alle moeite gedaan omdat we onze verantwoordelijkheid
in deze terdege beseffen. Toen de oudercommissie en het personeel van
de school met het verzoek kwamen hebben wij ons inderdaad afgevraagd;
moet dat allemaal Maar behalve een zakelijk motief is er voor de
oudercommissie en het personeel nog een psychologisch effect; door in
williging van de aanvrage ia de wervingskracht groter. De oudercommissie
en het personeel van de school hebben ook een moeilijke periode door
gemaakt; er is iets voor nodig om de moed erin te houden. De gemeente
heeft bovendien de plicht de mogelijkheid van openbaar onderwijs te
bieden, zolang daar behoefte aan is, en indien dit onderwijs er is,
moet het ook zonder meer goed zijn. U dient zich eens in te denken
wat er gebeurt als de tweede leerkracht weg zou vallen; het schooltje
zou practisch gedoemd zijn te verdwijnen Dit moet, koste wat kost,
worden voorkomen. We hopen nu de moeilijke tijd voorbij te zijn, en
daarom hebben we een geringe reserve nodig om eventuele nieuwe leer
lingen te kunnen opvangen. De heer Manneke zal zijn vraag al be
antwoord hebben gevonden; er is, aldus de voorzitter, op dit ogen
blik geen duidelijke relatie als waarnaar gevraagd is. Niettemin doet
de voorzitter een dringend beroep op de raad cm de openbare school
deze zo hoog nodige oppepper te geven. Na dit betoog van de voor
zitter deelt de heer Manneke mede dat hij zich met het voorstel kan
verenigen. De heer Van der Slüi.is benadrukt dat hij een pleidooi voor
het voorstel van burgemeester en wethouders heeft gehouden, niet om
dat hij voor openbaar onderwijs is, maar omdat er ingezetenen zijn die
voor hun kinderen openbaar onderwijs verlangen. Wel dringt zich de
vraag op of de gemeente iemand aangesteld heeft die op minder fraaie
wijze leerlingen naar de openbare school tracht te trekken; tegen
dergelijke oneerlijke en onoirbare methoden moet ernstig bezwaar worden
gemaakt. De voorzitter moet deze vraag sterk ontkennend beantwoorden;
ook hij heeft weliswaar deze geruchten vernomen, doch van oneerlijke
mededeling is in geen geval sprake. Hierna wordt het voorstel van
burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij het voorstel van burgemeester en wethouders, om ingaande 1 janu-
arie 1975 de verordening op de heffing van straatbelasting te wijzi
gen, deelt de heer de Visser mede, dat we allemaal wel wat moeite
hebben met dit en de volgende voorstellen voor belastingverhoging;
hij zou daarom graag worden ingelicht, welke consequenties er aan
verbonden zouden zijn indien de raad met deze voorstellen niet zou
kunnen instemmen. De voorzitter herinnert eraan dat tijdens de voor
bereiding van de gemeentebegroting alle belastingverordeningen