MB I
-3-
stellen om hiervan tijdig kennis te nemen en het bezwaarschrift te be
studeren. In de praktijk zou wel eens kunnen blijken dat een week te
kort is om een en ander te bekijken. De voorzitter antwoordt dat een
dergelijke bepaling naar zijn mening overbodig is; de wet verplicht
hen reeds de stukken terstond ter tafel te brengen waar zij behoren.
Hij zegt gaarne toe de eventuele beroepschriften, voordat burgemeester
en wethouders een voorstel hierover hebben gedaan op de lijst van
ingekomen stukken te vermelden. Hierna wordt zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
de "Lozingsverordening riolering" vastgesteld.
sidie de Mediaan De voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethouders hebben be
sloten hun voorstel tot het verlenen van een eenmalige subsidie aan
"de Mediaan" voorlopig terug te nemen, omdat de begrotingscijfers,
waarop het voorstel was gebaseerd, te sterk afwijken van de werke
lijke cijfers.
ra-krediet uit- Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel
iiding kleuter- van burgemeester en wethouders aangenomen tot het beschikbaar stellen
ooi, van een extra krediet ad f. 12.097,= voor de uitbreiding van de
kleuterschool te Helwijk en tot het in verband hiermede wijzingen van
de gemeentebegroting voor 1974.
idiet ten behoeve Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
de o.l.s. voor het beschikbaar stellen van een krediet van f.7.402,54 voor de ver
nieuwing en uit- nieuwing en uitbreiding van het meubilair van de openbare lagere
siding meubilair, school merkt de heer Van den Enden op dat er momenteel rond de zesen
twintig leerlingen zijn. Gevraagd worden veertig sets voor de leer
lingen. De heer vsxï den Enden ziet vooralsnog geen groei in het aan
tal leerlingen en zo dit wel het geval is, kan te zijner tijd tot
aanvulling worden overgegaan. Bij hem rijst ook de vraag of het meubi
lair van de laagste klassen zover versleten is dat het niet meer bruik
baar zou zijn; hetzelfde geldt voor de hoofdenkamer. Dat er ook een of
twee nieuwe opbergkasten worden aangeschaft is accoord, maar het onder
havige voorstel betreft nagenoeg een geheel nieuwe inventaris. De in
specteur van het lager onderwijs heeft weliswaar gunstig geadviseerd,
maar dit is goed te begrijpen. Deze vindt bet natuurlijk prachtig dat
alle scholen in zijn inspectie tip-top zijn, maar De heer van
den Enden wil niet ondeugend zijn, anders zou hij zeggen: de inspec
teur behoeft het niet te betalen. Hij is ervan overtuigd dat dertig
leerlingensets voldoende zijn, plus een nieuw bureau in de hoofden
kamer en een paar opbergkasten. Met het voorstel van burgemeester en
wethouders kan hij zich dus niet verenigen, ai stelt voor om het ge
vraagde krediet te verlagen. De heer Van den Enden is van mening dat
de raad nu eens het lef moet hebben om niet toe te geven aan over
dadige verlangens, door wie ook gesteld en door wie ook geadviseerd.
Hij erkent ten volle de plicht van de raad om medewerking te verlenen,
maar dit houdt niet in dat alle adviezen voetstoots moeten worden op
gevolgd. De heer Van der Sluijs is het niet eens met de heer Van den
Enden. Het voorstel is gedaan in nauw overleg met het schoolbestuur,
en dat is het gemeentebestuur zelf. Daar komt bij dat de heer Van der
Sluijs inziet dat een groot gedeelte van het meubilair aan vernieuwing
toe is. Hij stelt voor het gevraagde krediet te verlenen. Dit ontlokt
de heer Van den Enden de opmerking dat de heer Van der Sluijs de in
de raadsmap ter inzage gelegen hebbende correspondentie tussen het
schoolbestuur en de inspecteur blijkbaar niet goed gelezen heeft.
Burgemeester en wethouders zeggen zelf dat huns inziens dertig leer
lingensets voorlopig voldoende zijn, en tussen de regels door kan men
lezen dat het college zelf er niet van overtuigd is dat al het meu
bilair al aan vernieuwing toe is. Nogmaals zegt de heer Van den Enden
dat we het lef en de moed moeten hebben om de aanvrage zélf te beoor
delen. De heer Van der Slui.is meent dat dit erop neer zou komen dat
