jjondvra^rr -5- Als raadsleden moeten we tonen, dat we de wetsartikelen wel degelijk kennen. De heer van den Enden is nogmaals van mening, dat er geen grond is om de bouwvergunning te weigeren. «u De heer De Visser zegt, dat de plaats waar men wilde bouwen onduidel-vjk is. van mening, dat de afwijzing van de bouwvergunning gegrond is. De voorzitter zegt, dat ondanks de positieve adviezen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en Bouwtoezicht het college van burgemeester en wethouders toch een eigen verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van de inwoners van Willemstado Het college wil niet het predikaat krijgen "met twee maten te meten". De inwoners moeten wijken met bouwwerken van minder formaat en op minder kwetsbare plaatsen. Ten aanzien van de opmerking van de heer De Visser deelt de voorzitter mede, dat het bouwperceel is gelegen nabij de Werkhaven. Er lag een plattegrond bij de raadsstukken ter inzage. De heer De Visserzegt, dat de funderingwelke reeds is geheid buiten het beschermd stadsgezicht valt. De voorzitter zegt, dat het bouwperceel tegenover de houten keten ligt bij de werkhaven. De heer Van den Enden zegt, dat er blijkbaar geen aandacht is geschonken aan het feit, dat er op 6 december 1973 geen grond was om de vergunning te weigeren. Burgemeester en wethouders hadden de vergunning toen moeten weigeren. Anders had men de beslissing op de aanvrage niet kunnen weigeren. Dat had het college moeten weten. Nu heeft het college van burgemeester en wethouders zich het wapen uit de hand laten rukken. Er is geen enkele wijziging in de omstandigheden gekomen. Bovendien zijn er twee normen voor de beoordeling, namelijk een voor nieuwbouw en een voor bestaande bouw» De plaats is het afgerasterde gedeelte bij de vuurtoren. Dit is omzoomd met hoogopgaande beplanting. Dat het stadsgezicht daardoor ontsierd zou worden is voor de heer Van den Enden zeer de vraag. Het is al ontsierd vanaf het begin van de werkzaamheden. a Deze aanvrage is voor burgemeester en wethouders waarschijnlijk de bekende druppel, maar toen had men geen grond om de vergunning te weigeren. Daar stapt men nu van af. De voorzitter zegt, dat men ervan overtuigd is, dat het complex bouw keten een tijdelijke zaak is. Wat men nu gaat bouwen is een blikvanger vanaf de waterzijde. - Met toepassing van artikel 50, lid 5 van de Woningwet wilde het collage van burgemeester en wethouders een uitspraak van de minister van C.R.M. uitlokken, omdat het gemeentebestuur al zo dikwijls néén had gekregen voor kleinere dingen. De heer Van den Enden verlangt stemming» De uitslag van de stemming is de heren Kamp,Munters, Van der Sluijs, Versteeg, De Visser en Voogt zijn voor? de heer Van den Enden is tegen het voorstel, zodat overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten wordt aan het beroepschrift van het hoofd van de Rijkswaterstaat Deltadienst geen gronden te ontlenen om alsnog de gevraagde bouwvergunning te verlenen. Van de fraktie van de Partij van de Arbeid zijn vier schriftelijke vragen ingekomen. De fractie zag gaarne de mogelijkheid onderzocht om schippers die domicilie in Willemstad hebben een reduktie op het haven geld te verlenen. De voorzitter vraagt of hier jachtjes bedoeld zijn of de beroepsvaart. De heer De Visser zegt, dat het hier gaat can de beroepsvaart, dus schippers uit Willemstad die de weekends hier ver blijven. De fraktie wil de mogelijkheid onderzocht zien om bijvoor beeld een reduktie te verlenen gedurende 9 maanden per jaar. De haven in Willemstad heeft een rekreatieve funktie, maar er zijn niet uit zonderlijk veel beroepsschippers in Willemstad. Allebei zijn ze belang rijk. Bovendien worden deze beroepsmensen toch wat zwaar belast. De voorzitter zegt toe, bij de voorbereiding van de nieuwe havengeldver ordening voor 1975 na te gaan of het mogelijk is voor schepen, die zonder te laden of te lossen in de haven liggen gedurende de weekends,

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1974 | | pagina 46