s
-3-
De heer Van den Enden vindt een heleboel van zijn opmerkingen terug in het
voorstel. De zaak is, dat de Woonruimtewet 1947 niet meer geldt in deze
gemeente. Particulieren hebben nu de vrije beschikkingsbevoegdheid over
hun pand, rekening houdende met andere voorschriften, zoals Wet op de
Ruimtelijke Ordening,Woningwet en Bouwverordening. Er zijn ook nog andere
aspecten, zoals stedeschoon. Het Jaat zich van te voren niet in voorbeelden
uitdrukken. De voorzitter kan zich levendig indenken, dat er in tien
gevallen geen bezwaar tegen samentrekking bestaat, doch in het elfde geval wel.
Wanneer gevraagd wordt of zich wel eens problemen hebben voorgedaan dan is
het antwoord ontkennend. De bestaande Algonene Politieverordening is
gewijzigd, omdat wanneer zich problemen voordoen, men kan terugvallen op
de Algemene Poli ti everordening-. Deze bepaling is gebaseerd op artikel 168 der
gemeentewet. Dan geeft de voorzitter enkele voorbeelden uit andere gemeenten.
In een gemeente werd van vijf woningwetwoningen een kinderintemaat gemaakt.
In een andere gemeente werd van twee woningwetwoningen een kleuterschool
gemaakt. In de Algemene Politieverordening van Willemstad was geen toetsing.
Wanneer zich een probleem voordoet zegt men: hadden we maar wel een dergelijke
bepaling. Dan wordt gevraagd of er geen waardevermindering optreedt, maar
het kan best zijn dat de waarde juist vermeerdert. Indien er beduidende
schade zou zijn kan men deze claimen -eventueel via de burgerlijke rechter -
middels artikel 1401 van het Burgerlijk Wetboek.
Dat komt wel eens voor en dan moet de overheid de vergoeding betalen.
De heer Van den Enden zegt, dat de bedoeling van het onderhavige artikel bij
hem overkomt om van 2 woningen êên woning te maken. De voorbeelden die de
voorzitter geeft zijn echter anders. Dat zijn zijn bezwaren. De intentie
is om van twee woningen êên woning te maken. Dan vraagt de heer Van den
Enden of dit artikel niet thuishoort in de Bouwverordening.
De voorzitter antwoordt, dat de gemeentelijke bouwverordening voorgeschreven
is in de Woningwet. De bouwverordening bevat een groot aantal bepalingen
uit de Woningwet. Daarnaast geeft de gemeentewet aan de raad een algemeen
verordenende bevoegdheid. De bouwverordening kent twee soorten bepalingen
namelijk die welke rechtstreeks uit de Woningwet voortvloeien en die welke
een algemeen verordenende bevoegdheid van de raad zijn.
De Algemene Politieverordening is vrijwel geheel gebaseerd op artikel 168
van de gemeentewet. Vandaar dat in die verordening een veelheid van
bepalingen is opgenomen van uiteenlopende aard. Zou het beter zijn deze
bepaling op te nemen in de Algemene Politieverordening, de Bouwverordening
of eventueel in een afzonderlijke verordening?
De Bouwverordening is gestoeld op de model—bouwverordening van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De Algemene Politieverordening is een
eigen verordening en niet gestoeld op een algemeen model. Daar is men
regionaal wel mee bezig, maar zover is het nog niet.
De heer Van den Enden vindt dat de termijn van twee plus twee maanden
belemmerend werkt. Is het niet mogelijk er een maand van te maken.
De voorzitter zegt, dat met betrekking tot geschillen in het bestuur de ter
mijn van twee plus twee maanden niet ongebruikelijk is. Bovendien is de
raad diligent om wanneer dat nodig is op het gaspedaal te drukken.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
artikel 84b in de Algemene Politieverordening op te nemen luidende als volgt:
"1. Het is zonder toestemming van burgemeester en wethouders verboden twee
of meer woningen tot êên voor bewoning bestemde woonruimte te verbouwen.
2. Van de beslissing van burgemeester en wethouders kan de verzoeker
binnen êên maand na de dag, waarop zij hem is uitgereikt, bij de
raad in beroep komen. De raad beslist binnen twee maanden na de ont
vangst van het beroepschrift; deze termijn kan, indien zulks naar het
oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk is, eenmaal met
twee maanden worden verlengd. Van deze verlenging door burgemeester en
wethouders geven deze onmiddellijk kennis aan de raad".