O ATfcHH J J i W" 31*319 K S 'f; .V' -2- De heer Van den Enden zegt dat hoewel deze zaak van niet zulk een groot gewicht is, hij er toch wel wat over wil zeggen. Het is waar dat sinds de liberalisatie met betrekking tot de woonruimte- wet,burgemeester en wethouders geen bemoeienis meer hebben met de huur en verhuur van woningen van particulieren aan particulieren. Zij kunnen dan ook geen geldingsdrang zoals de voorzitter het zegt meer uitoefenen op het criterium van billijke verdeling van woonruimten van particuliere woningen. De vraag of men daar gelukkig of ongelukkig mee moet zijn, laa.t de heer Van den Enden liever onbeantwoord, maar zeker is, dat burgemeester en wethouders het soms al moeilijk genoeg hebben met de toewijzing van gemeente woningen. Wat de een billijk vindt, vindt de ander dikwijls onbillijk en daar bedoelt hij niet alleen de leden van het college mee, maar meer nog diegene die wel of niet een woning krijgt. Het zal niemand lukken het iedereen naar de zin te maken. Het voorstel heeft ook geen betrekking op de planologische of technische aspecten, met andere woorden, de plaats waar, de indeling en de vormgeving van en de te gebruiken materialen, want daarvoor zijn al voorschriften genoeg. Populair gezegd, men moet al aan duizend en een dingen denken wil men gaan bouwen of verbouwen. Het gaat over het samenvoegen van woningen en hij wil er direct bij zeggen dat hij blij is dat er in Willemstad al verschillende kleine onbruik bare woninkjes zijn samengevoegd. Die hebben een aanzien gekregen, dat alleszins de moeite waard is. Dat geven burgemeester en wethouders ook toe. In het voorstel wordt gesproken van andere belangen die de raad als gemeente bestuur aan zouden gaan en daarmee wordt bedoeld, de mogelijkheid dat iemand van twee normale grote woningen er êên van zou willen gaan maken. Anders gezegd, dat iemand zodoende een te grote woonruimte zou krijgen. Dat vindt de heer Van den Enden te ver gezocht, In Willemstad staan wel grote panden die indertijd tot twee woningen zijn verbouwd. Wanneer nu iemand van zulk een pand weer êên woning zou willen maken, dan is dat gewoon het terugbrengen van dat pand in de oorspronkelijke staat, zoals dat vroeger was. En is dat nu de reden dat burgemeester en wethouders voorstellen om dat te verbieden, althans dat aan een vergunning te binden.Zien zij nu werkelijk zulke grote gevaren dreigen of gaan zij uit van het standpunt, wij willen het te zeggen hebben. Het kan misschien wat ondeugend zijn of onaardig kritisch, maar voor de heer Van den Enden blijkt weer maar eens dat nederlanders in het algemeen zo verbazend vernuftig zijn in het bedenken van allerlei voorschriften, die allemaal, hoe goed ook bedoeld, toch weer belemmerend werken. Hoeveel dacht men dat het onlangs een inwoner gekost heeft aan tijd en geld, omdat een profieltje van de daklijst niet naar de zin was van monumentenzorg. Hij verzekert burgemeester en wethouders, dat dat heel wat was. De heer Van den Enden is van mening dat deze zaak meer thuis hoort bij de bestaande bouwvoorschriften; al met al komt hem deze aanvulling, dit verbod, als overbodig voor en derhalve niet geneigd zijn stem daaraan te geven. De voorzitter antwoordt, dat de heer Van der Sluijs vraagt of er in deze gemeente lukraak wordt gebouwd. Deze vraag beantwoordt hij ontkennend, omdat het technische apparaat zodanig is, dat dit onmiddellijk doorgegeven zou worden aan het college van burgemeester en wethouders. Dan vraagt de heer Van der Sluijs of deze bepaling waardeverminderend zal werken. Dat is op het ogenblik nauwelijks te zeggen. Er kunnen zich om standigheden voordoen. Dit zijn punten van de huishouding der gemeente. Het gaat er niet om, dat het niet mag, maar dat er een toetsing is aan het belang van de huishouding dezer gemeente. De heer De Visser heeft gevraagd of het mogelijk is de beslissing van de gemeenteraad aan een termijn te binden, De voorzitter vindt dat een nuttige aanvulling. Hij stelt voor de raad in beroep binnen twee maanden te laten beslissen. Burgemeester en wethouders zijn dan bevoegd deze termijn eenmaal met twee maanden te verlengen. Van deze verlenging doen burgemeester en wethouders mededeling aan de raad.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1974 | | pagina 22