7a9i-33teo. atriqpsrXibUnf) Jori iom brtedisv rti dlitiixm99sCisq
naar ih .iexi ïmmHtcsv lol Istfa-
j n»I aban na tocv ai> rxsv q rials'
OJ gfrbWaxtad: JaM ♦«sawritsv nad
£»V pi'.hill .'■■"ru: ,1'jVrf'.
v. iv'. >2SiA «jiplXl TI
ffenui.T;: t.~r j<a< jJsmoIIiW rü»v basJsjadbbim
•eQOtrtsssjaX nas prtilasv 029b 100b vos «ei XtiXisom dï sf&sv fcasJemsIIiV
-17-
lijkheid worden geopend» Zowel te voet als per fiets kunnen zij bij
een andere zaak hun levensmiddelen inslaan, welk alternatief hun als
consument uiterst welkom moet zijn. Om deze reden wil de fraktie van
de Partij van de Arbeid pleiten vóór de vestiging van het bedrijf van
de heer de Vos, Het acht dit in het belang van de bewoners van deze
gemeente en vooral voor de bewoners van Helwijk, De Kamer van Koop
handel heef1?%en summier onderzoek een advies gegeven, maar dat is
ook niet meer dan een advies. De heer Van den Enden zegt, dat het ant
woord van de voorzitter op de eerste vraag van de heer Van der Sluijs
hem niet bevredigt. Wat was het bezwaar om de raad van deze zaak in
kennis te stellen? De voorzitter zegt geen, maar het is niet gebeurd
omdat er op dat moment geen voorstel was en de raad er ook niet naar
geinformeerd heeft. Hij zal echter in de toekomst deze zaken trachten
te vermijden. De heer Kamp vindt, dat de beslissing uitgesteld moet
worden om de bevolking erin te betrekken. Hij heeft niets tegen de
middenstand, maar het gaat ook om de bevolking. De voorzitter vraagt
of de heer Kamp een referendum bedoelt; de heer Kamp bevestigt dit.
De heer Manneke zegt, dat volgens het preadvies de heer de Vos 40%
van de bevolking van Helwijk bedient. Uit dien hoofde zou een enquête
weinig zin hebben. Bovendien is het een uiterst ongewone zaak en hij
ziet er weinig heil in.
De heer Munters zegt, dat men in Zwingelspaan moeilijk een enquête
over deze zaak kan houden. Waar moet men de grens leggen? Want ook
inwoners van Fijnaart zullen gebruik kunnen maken van een winkel aan
de Stadsedijk, De uitslag zou in elk geval twijfelachtig zijn.
De heer Kamp zegt niets met Fijnaart te maken te hebben.
Alleen Willemstadters moeten bij de enquête worden betrokken. Daar
kan toch geen bezwaar tegen zijn.
De heer Van den Enden ziet niet in wat de bevolking van Willemstad er
mee te maken heeft; het is een zaak die alleen Helwijk aangaat.
De heer De Visser zegt, dat de mensen die nu naar de cash- en carry
gaan op 3 kilometer Oudemolen), bij verhuur vnn de school dichterbij
terecht kunnen. De voorzitter zegt, dat een referendum problemen
oproept. De school ligt bijna op de grens met Fijnaart, Alles wat over
de sloot aan de zuidzijde van de Stadsedijk ligt is gemeente Fijnaart,
Deze mensen hebben er ook belang bij. Doch wij kunnen niet op Fij
naarts gebied gaan opereren.
De voorzitter raadt een referendum dan ook af. Het belang dat er bij
betrokken is wetticht de inspanning niet. Als de raad de uitslag niet
zint,of onduidelijk is maakt deze het zich wel erg moeilijk. De voor
zitter meent dat de beslissing beter kan worden aangehouden, temeer
daar de vergadering nu niet volledig is.
Waarschijnlijk zou de stemming nu drie tegen drie zijn.
De heer Manneke meent te weten, dat er nog een gegadigde voor het
gebouw is. De beslissing ware ook uit dien hoofde beter aan te hou
den.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van burgemeester en wethouders met betrekking tt het ver
huren van de voormalige school aan de Stadsedijk tot de volgende
vergadering aangehouden,
akening perceel Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders tot
-22t onteigening van een perceel grond geeft de voorzitter het woord aan de
heer Van den Enden.
De heer Vnn den Enden zegt:
"Dit voorstel is eigenlijk een kolfje naar mijn hand, het geeft mij de
gelegenheid om lekker juridisch te werken met wetsartikelen, opsommen
van arresten in soortgelijke gevallen, beschouwingen etc. maar ik zal
dat niet doen, omdat ik overtuigd ben er toch niets mee op te schieten.
Wel wil ik een paar opmerkingen maken. U zegt in Uw voorstel dat het
met het oog op de waarborging van de tenuitvoerlegging van het bestem
mingsplan noodzakelijk is tot onteigening van meergenoemd perceel
over te gaan, zulks ter realisering van het plan.
Het is mij niet bekend dat van welke zijde .ook, bij de gemeente aange
drongen is op spoedige afwerking van het laatste gedeelte van dat