n n GEMEENTE WILLEMSTAD Potuien van de openbare vergadering van de raad der gemeente Willem stad, gehouden op 9 januari 1973 des avonds om 7*30 uur ten gemeente huize Aanwezigs de voorzitters J.H.Reinders, burgemeester; de seoretariss C.A.I.L. van Nispen.(waarnemend) de ledens W.P. van den Enden, A.A.Kamp, J.K.Munters, D. van de Ree, J. van der Sluis, C. Versteeg en P.W. de Visser, Re voorzitter opent de vergadering en spreekt daarna zijn nieuwjaars rede uit, welke luidt als volgts "Mijne heren, leden van de raad. Wederom hebben wij de drempel van een nieuw jaar overschreden. Reeds mochten wij op de Nieuwjaarsreceptie elkaar begroeten en elkaar het. beste toewensen voor ons werk, voor ons gezin en voor onze gemeente. Het heeft het afgelopen jaar in het binnenlands bestuur van Nederland niet aan disoussie ontbroken. Onder het vorige kabinet is de gedachte van de gewestvorming gelanceerd en deze gedachte is bepalend geweest voor de discussie op dat punt onder de huidige., thans weer demissionair zijnde bewindsman. Als duidelijke ontwikkelingsfase in dit geheel mag er op worden gewezen dat men thans bij de gewestvorming niet alleen de gemeenten, maar ook de provincies betrekt. Hoezeer men ook vanuit de oriëntatie van het rijk de handzaamheid en beweeglijkheid van het binnenlandsbestuursapparaat kan wensen te be vorderen; het zou op zijn minst discutabel zijn te beweren dat deze wenselijkheid voor elk deel van ons land gelijk ligt. Dat de maatschappelijke en industriële ontwikkelingen zich voltrekken los van de be stuur sgrenzen is in het westen des lands duidelijks"; voel baar, zodat ook wensen over een ander bestuurlijke indeling in dat deel van Nederland het duidelijkst en het eerst naar voren kwamen, In andere delen van het land wordt deze behoefte veel minder sterk er varen. Rat 'in ons deltagebied zowel het gedecentraliseerde, als het ge- de concentre errcte be stuur zich in drie provincies afspeelt is een opmerke lijke zaak, zo opmerkelijk, dat wij het zouden' kunnen verstaan indien aan dat vraagstuk, werkend van het grote naar het' kleine, van het lands bestuur, naar het plaatselijk bestuur, een studie zou worden gewijd. Dat het lokale, plaatselijke bestuur van de eigen gemeenschap daarin^ -naar onze wijze van zien- een eigen plaats inneemt, behoeft nauwelijks toelichting. Reeds eerder mochten wij als mening naar voren brengen dat het opheffen van het bestuur van een kleinere gemeenschap, hetzij door die gemeente als bestuurseenheid op te heffen, hetzij daaraan middels de gewest vorming een groot en belangrijk deel van zijn taken te ontnemen, belang rijke steunpunten wegneemt voor de individuele burger. Rat dit uitgangspunt in bepaalde gevallen zou pleiten voor het vormen van een zelfstandige gemeente waar zij tot op heden niet bestaat, er kennen wij, Ook al is dat thans niet modieus. Wij zouden in staat zijn gemeenten in Nederland te noemen waar een splitsing in meer dan één gemeente heilzaam voor de ontwikkeling van de tot die gemeente behorende gemeenschappen zou kunnen zijn.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1973 | | pagina 1