Uiteraard was het voorgaande slechts een greep uit de veelheid van
zaken waarover U in dit jaar Uw oordeel zult gaan geven.
Wij loven in een dynamische tijd, in een gemeente welke staat op do
drempel van Brabant, en midden in de ontwikkeling welke in dat grote
gebied tussen Rotterdam en Antwerpen aan do gang is.
Het is do taak van ons allen deze ontwikkeling niot passiof over ons
hoen te laten gaan, maar deze ontwikkeling mot onze geest te beheersen
opdat wij aan deze ontwikkeling vorm en inhoud kunnen geven, in de
eerste plaats voor de eigen gemeenschap waarvoor wij verantwoordelijk
zijn, maar daarmede ook voor de gemeenschappen welke buiten onze
gemeentegrenzen aanwezig zijn.
Want ook buiten onze gemeente is men alleen maar gebaat met een gemeente
Willemstad welke zijn taak voor de toekomst verstaat en aan kan.
Dat trekt op U en ons een grote wissel. Dat vraagt dat wij ingespannen
bezig zijn met die toekomst en met de gemeenschap hier ter plaatse
en met de intergemeentelijke functie welke wij hebben.
Dat vraagt ook dat wij kunnen denken op het niveau van morgen en
overmorgen.
Dat vraagt fantasie en visionaire bewogenheid met de mens in zijn
gemeenschap. De mens in zijn huis, en in zijn werk en in zijn ont
spanning.
Het tot stand brengen van de harmonie tussen deze drie elementen
in het leven van elk van ons is een taaie en een opdracht welke, goed
vervult,het fundament verbreedt en vordiopt voor het huis dat wij
voor de toekomst bouwen.
Bij het nieuwe provinciehuis in s-Hertogenbosch treft U een spreuk
aan welke luidt;
Brabant is maken, maken dat leven zich hechten kan; thuis raken in
de tijd.
Van dat Brabant maakt Willemstad doel uit.
Ik dank U.