Uiteraard was het voorgaande slechts een greep uit de veelheid van zaken waarover U in dit jaar Uw oordeel zult gaan geven. Wij loven in een dynamische tijd, in een gemeente welke staat op do drempel van Brabant, en midden in de ontwikkeling welke in dat grote gebied tussen Rotterdam en Antwerpen aan do gang is. Het is do taak van ons allen deze ontwikkeling niot passiof over ons hoen te laten gaan, maar deze ontwikkeling mot onze geest te beheersen opdat wij aan deze ontwikkeling vorm en inhoud kunnen geven, in de eerste plaats voor de eigen gemeenschap waarvoor wij verantwoordelijk zijn, maar daarmede ook voor de gemeenschappen welke buiten onze gemeentegrenzen aanwezig zijn. Want ook buiten onze gemeente is men alleen maar gebaat met een gemeente Willemstad welke zijn taak voor de toekomst verstaat en aan kan. Dat trekt op U en ons een grote wissel. Dat vraagt dat wij ingespannen bezig zijn met die toekomst en met de gemeenschap hier ter plaatse en met de intergemeentelijke functie welke wij hebben. Dat vraagt ook dat wij kunnen denken op het niveau van morgen en overmorgen. Dat vraagt fantasie en visionaire bewogenheid met de mens in zijn gemeenschap. De mens in zijn huis, en in zijn werk en in zijn ont spanning. Het tot stand brengen van de harmonie tussen deze drie elementen in het leven van elk van ons is een taaie en een opdracht welke, goed vervult,het fundament verbreedt en vordiopt voor het huis dat wij voor de toekomst bouwen. Bij het nieuwe provinciehuis in s-Hertogenbosch treft U een spreuk aan welke luidt; Brabant is maken, maken dat leven zich hechten kan; thuis raken in de tijd. Van dat Brabant maakt Willemstad doel uit. Ik dank U.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1972 | | pagina 8