GEMEENTE WILLEMSTAD Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Willemstad, gehouden op dinsdag 10 oktober 1972 des avonds om 7.00 uur ten gemeentehuize, aanwezigs de voorzitter, J.H.Reindersburgemeester5 de secretaris, C.A.I.L. van Nispen (waarnemend)f de ledons W.P. van den Enden, A.A.Kamp, J".K. Munters D, van de Ree, J. van der Sluijs en P.W. de Visser. afwezig s C, Versteeg (mot kennisgeving) De voorzitter opent do vergadering en heet allen hartelijk welkom. Naar aanleiding van het gestelde in de notulen van de vergadering van de raad van 12 september 1972 zegt de heer De Visser het niet eens te. zijn met de weergave van het gesprokene over de havengeld verordening. Op de eerste plaats is door de voorzitter een gesprek met hem toe gezegd, over de wijziging van de havengeldverordening. Deze toe zegging staat niet in de notulen vermeld, terwijl het gesprek ook niet heeft plaats gehad. De voorzitter zegt toe, dat de notulen op dit punt zullen worden aangevuld. Hij zegt, dat over de wijziging van de verordening bij de behandeling van punt 10 van de agenda gesproken kan worden. De heer De Visser zegt voorts, dat hij niet heeft gevraagd waarom de heer Otter en de agent van de Rijkspolitie te.water niet worde: aangeslagen voor het hebben van een woonboot» Daarentegen heeft hij gezegd, als antwoord op. het door de voorzitter gestelde, dat;, het vaartuig van de heer Otter geen woonschip is, dat de heer Otter wel het tarief voor woonschepen wordt berekend. Door te stellen, aldus de heer De Visser, dat steeds de tarieven van de ligplaatsen in de jachthaven zijn verhoogd en het normaal is, dat nu de tarieven voor de woonschepen worden opgetrokken, is de indruk gewekt als zou dit al niet eerder zijn gebeurd. Dat is onjuist, want die tarieven zijn jaarlijks verhoogd» Of de laatste tarieven verhoudingsgewijs eventueel zijn verhoogd als die voor de jachthaven, is de heer De Visser niet bekend. De heer De Visser heeft ook niet gezegd, dat de kans bestaat dat reparaties gaan worden uitgevoerd op plaatsen die daar minder ge schikt voor zijn, maar wel dat de concurrentiepositie wordt aange tast doordat men langdurige reparaties zou kunnen laten uitvoeren op plaatsen waar geen havengeld geheven wordt tijdens die werk zaamheden. Door de heer De Visser is ook opgemerkt, dat de bepaling voor het repareren van vaartuigen zou moeten worden uitgebreid in die zinj dat de bepaling geldt voor alle vaartuigen ongeacht of ze wel of niet aan scheepswerven worden gerepareerd. Ook hiervan staat niet; in de notulen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1972 | | pagina 51