feidvraa -6- Willemstad, wordt geadviseerd aan de gemeente Roosendaal o.a. te verzoeken gebruik te mogen maken van de vuilstortplaats in die ge meente. Hij vraagt of inderdaad hierom aan het gemeentebestuur van Roosendaal c.a. is verzocht» Als de gemeente YYillemstad het vuil daar mag storten zullen de kos ten belangrijk lager zijn dan bij vervoer naar de vuilverbranding in Rotterdam. Overigens vindt de heer van den Enden dat de kosten aan de voor zichtige kant zijn geraamd. De eigenlijke kosten zouden wel eens belangrijk hoger kunnen zijn. In artikel 30 van het eindrapport staat, aldus de heer van den Enden, dat kosten welke door de gemeentë1 Roosendaal of door haar personeel worden gemaakt, door de gemeen schappelijke regeling worden vergoed. Dit lezende ontstaat de indruk dat de andere aangesloten gemeenten betalen voor het werk dat de gemeente Roosendaal c.a. verricht. Omdat de gemeente Roosendaal c.a. echter ook deelneemt aan de ge meenschappelijke regeling zal zij ook de normale bijdrage moeten storten. De heer van den Enden zou graag zien, dat dit duidelijker zou uit komen. De voorzitter zegt, dat tot nu toe het vuil van de gemeente werd gestort aan de Slobbegorsedijk. Het betreffende perceel is echter vol. De grondeigenaar heeft daarom laten weten, dat per 1 oktober a.s. daar niet meer gestort mag worden,, Vanuit het ministerie is men bezig, in verband met gesprekken over milieuverontreiniging, het storten van vuil op open gronden niet meer toe te staan. Dat is ook de reden waarom de stortplaats van Roosendaal (gelegen in de gemeente Rucphen) niet verder mag worden uitgebreid» Het ooilege van burgemeester en wethouders is, aldus de voorzitter, wel gelukkig met deze rijksstandpunten. Restte de vraag wat nu met het vuil moest worden aangevangen, of verbranden of composteren. Hierover is lang nagedacht en er zijn uitvoerige studies verschenen die hebben geleid tot de thans ter tafel liggende gemeenschappelijke regeling. Maar als het plan klaar is, moet de daadwerkelijke uitvoering nog aanvangen. De nieuwe vuilverbrandingsinstallatie zal pas na 1 of 2 jaar in wèrking kunnen worden gebracht. Per 1 oktober moest echter al een andere oplossing worden gevonden. Rotterdam is daaróm ge vraagd het vuil te verbranden. Hiermede is ingestemd. Natuurlijk is ook gedacht aan de vuilstortplaats in Rucphen. De vervoersafstand zal echter weinig of niets verschillen met de vervoersafstand naar Rotterdam. Voor wat betreft de kosten van de gemeenschappelijke regeling, is gezocht naar een sleutel om de deelnemende gemeenten zoveel mogelijk naar evenredigheid te laten bijdragen. Het is niet ondenkbaar, dat in de toekomst een verdeling wordt ge vonden, die billijker is dan die welke nu in de gemeenschappelijke regeling is opgenomen. De heer van den Enden geeft toe, dat de vervoerskosten naar Rucphen ongeveer gelijk zullen zijn aan die naar Rotterdam. Blijft echter dat het storten toch nog goedkoper zal zijn dan het verbranden. De voorzitter zegt dat voor het storten in Rucphen geen vergunning afgegeven wordt. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming, overeenkomstig het voor stel- van burgemeester en wethouders, besloten tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling vuilverwerking in de regio Roosen daal. Door de Fractie Christelijke Groepering zijn de volgende vragen ge steld Meneer de voorzitter, Kunt U ons inlichten over de huidige gang van zaken op de openbare sohool in verband met het vertrek van de heer Jansen

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1972 | | pagina 49