-2- baïrt esluit ex art. 14 De heer van de Ree kan volledig instemmen met het voorstel van burge- lid van de ge- meester en wethouders. De bedragen die met deze regeling gemoeid zijn, eenschappelijke zijn verschrikkelijk hoog, terwijl er bar weinig werk tegenover staat, fueling Bouwtoe- Voor de in de regeling één dag werk per week, bedragen de kosten per nicht ffest-Bra- dag f266,24. Hiervoor zou een goed ingenieur kunnen worden aange- trokken. Wel zou hij graag zien dat getracht wordt onder de schade vergoedingsregeling uit te komen althans de schadevergoeding te be perken, De voorzitter zegt, dat ook voor het college van burgemeester en wet houders als een van de motieven heeft gespeeld, dat er te weinig werk staat tegenover zeer hoge kosten. Wat betreft de te betalen bedragen merkt hij op dat deze uit de ge meenschappelijke regeling zelf voortvloeien. De heer van de Ree vraagt hoeveel gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling deelnemen. De voorzitter zegt, dat vier gemeenten deelnemen in de kring te weten Nieuw-VossemeerDinteloord, Standdaarbuiten en Willemstad. De heer van den Enden komt het voorstel van burgemeester en wethouders vreemd voor. Ook vorig jaar is vanuit de raad opgemerkt dat tegenover veel geld maar weinig effectief werk staat. De voorzitter hield toen een betoog over de noodzakelijkheid van het werk en over de enorme kosten die met uittreding gemoeid zouden zijn. Of, aldus de heer van den Enden, was de voorzitter destijds niet goed geïnformeerd of hij ziet het nu te mooi. De voorzitter zegt, dat elk jaar bij de behandeling van de begroting kritiek wordt geuit op de gemeenschappelijke regeling Bouwtoezicht West-Brabant. Deze kritiek werd altijd door het ooilege van burge meester en wethouders gedeeld. De raad moet er zich echter van bewust zijn, dat de antwoorden van de voorzitter niet zijn bedoeld om zijn persoonlijke mening naar voren te brengen, maar de mening van het college van burgemeester en wethouders. Het eerder doen van een voorstel tot uittreding uit de gemeenschappelijke regeling stuitte op bezwaren. Onder andere door financiële gevolgen, maar ook omdat werd getracht, door overleg en overreding verbetering in de situatie te krijgen. Tot op heden is dit echter niet mogelijk gebleken, Daarom heeft het college van bur gemeester en wethouders gemeend nu toch met een voorstel tot uittre ding te moeten komen. De voorzitter wil niet verhelen, dat ook sterk naar voren is gekomen de overweging, dat de publieke verantwoordingsplicht bij de raad beter tot zijn recht komt dan in een vergadering van een gemeenschappe lijke regeling. Deze overweging is ontleend aan uitlatingen van de Minister van Binnen landse Zaken tijdens.de onlangs gehouden bijeenkomst in gebouw Irene. De heer van de Ree vraagt of het niet mogelijk is de gemeenschappelijke regeling voor wat betreft de eerder genoemde kring in zijn geheel op te heffen. De voorzitter antwoordt, dat dit is besproken. Deze gemeenschappelijke regeling is echter een onderdeel van een veel grotere organisatie, te weten Welstandstoezicht Y/est-Brabantwaar door algehele opheffing niet haalbaar bleek. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming, overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders, besloten, dat de gemeente Willemstad met ingang van 1 januari 1974 alleen over de technische dienst van het Bouwtoezicht West-Brabant zal beschikken voor de af deling welstandstoezicht. impeding vak- Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeen- Slderwi,is komstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten tot vaststelling van de vergoeding vakonderwijs over 1971 overeenkomstig artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920 aan de school met de Bijbel.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1972 | | pagina 34