- 2 -
De gemeente Willemstad, ligt in het geheel wat uitmiddelpuntig,hetgeen
tot gevolg heeft dat vele vraagstukken in oen ander deel van West-Brabant
een groter accent hebben.
Niettemin hebben wij gemeend onze partij in dit geheel mee te moeten
blazen en constructief bezig te zijn in deze ontwikkeling.
Wel zijn wij van mening dat geen maatrogelen behoren te worden beraamd
die niet ook ten voordele van de gemeente Willemstad strekken.
Geofford heeft Willemstad, naar ons oordeel, reeds meer dan genoeg.
Inzake het voorstel van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant om de
gemeenten Willemstad, Fijnaart en Dinteloord tot êêri te doen versmelten
kan worden geconstateerd dat de procedure inmiddels zover is gevorderd
dat het voorstel thans ter tafel van de minister van binnenlandse zaken
ligt.
Zowel de gemeenten Dinteloord als Willemstad, en ten dele ook Pijnaart,
zijn er van overtuigd dat de ontwikkeling van deze gemeenten, en daarmede
die van de strook welke door deze gemeenten worden gevormd, mot de
huidige gemeentelijke indeling het meest gediend is.
Het is onze vaste overtuiging dat indien wij in Willemstad voldoende
bestuurskracht kunnen opbrengen om de eigen huishouding der gemeente
te voeren, onze zelfstandigheid voor nu en de toekomst is gewaarborgd.
Uiteraard geldt dit ook voor do gemeenten Dinteloord en Fijnaart.
En wij moeten de wetgever nog zien die uit drie gezonde gemeenten de
bestuurskracht wegneemt ten faveure van iets wat wij met Thorbecke
als de waan van de dag, kenschetsen.
Wij zijn van oordeel dat bestuurskracht slechts ten dele met grootte en
draagkracht te maken heeft, maar veel meer met ijver, enthousiasme en
werkkracht welke de bestuurders collectief en individueel zelf inbrengt.
De vestiging van een Tweede nationale luchthaven heeft in West—Brabant
de gemoederen fel bewogen.
De toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat heeft een oommissie
ingesteld onder voorzitterschap van ir.C.A.F.Falkenhagen, hoofd van do
afdeling luchtvaartinspectie op Schiphol.
In deze commissie, welke de commissie planologie luchtvaartterreinen
werd genoemd, waren de volgende diensten vertegenwoordigd;
de Bijksluchtvaartdienst, de Bijkswaterstaatde Eijksplanologische
Dienst, het Centraal Planbureau, het ministerie van Verkeer en Water
staat, het toenmalige ministerie van C.B.M,het ministerie van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening, hot ministerie van Landbouw, en
het ministerie van Financien,
Uit deze opsomming moge U blijken dat met betrekking tot de stichting
van een tweede nationale luchthaven ook de milieu-hygienischc aspecten