m
GEMEENTE WILLEMSTAD
'-^«1
Notulen van de openbare buitengewone vergadering van de raad der gemeente
Willemstad, gehouden op donderdag 9 december 1971 des morgens om 11.00 uur,
ten gemeentehuize, ter gelegenheid van de presentatie van het restauratieplan
van het Mauritshuis.
Aanwezig s De voorzitter, J.H.Reinders, burgemeester
De sekretaris, C.A.J.L.van Nispen (waarnemend)
de leden? D.J.Boot, .P.van den Enden, A.A.Kamp, J.K.Munters,
D.van de Ree, J. van der Sluijs en C.Versteeg.
Mede aanwezig s De architect J.Walraad
De leden van het werkcomité tot restauratie van het
Mauritshuis; Jhr. S.W.H.Trip
J.A.Maris
H.A.Meijer
De voorzitter heet allen hartelijk welkom in het bijzonder de pers en de
leden van het werkcomité en geeft een overzicht van de ontwikkeling van het
plan tot restauratie van het Mauritshuis.
Het in 1623 gebouwde Mauritshuis werd in 1967 aangekocht van het Rijk.
In de toelichting op het destijds uitgebrachte taxatierapport, aldus de
voorzitter, staat onder andere;
Het Mauritshuis vertoont zodanige sporen van ouderdom en heeft zoveel
achterstallig onderhoud, dat gevoegd bij de kosten van het regelmatig uit
baggeren van de gracht, de waarde in feite eer als negatief dan als positief
meet worden beschouwd 11
Desondanks werd toch nog een koopprijs van 10.000,bedongen, deze aan
koop werd op 17 april 1968 goedgekeurd door het college van gedeputeerde
staten.
Dit cultuur-historisch monument behoort nu tot de bestuurlijke zorg van de
gemeente. Daarbij komt dat het huidige stadhuis aan de kleine kant is.
De kamer waarin nu deze vergadering wordt gehouden, was ook al de kamer van
Prins Maurits.
Thans is dit gebouw niet meer acceptabel als gemeentehuis. Dit is niet
verwonderlijk,als men bedenkt dat dit vanaf 1587 tot op heden zonder ingrijpende
veranderingen steeds als huis der gemeente dienst heeft gedaan.
Het is plezierig, dat nu aan het Mauritshuis een zinvolle bestemming als
stadhuis kan worden gegeven.
Onder meer in verband met de huisvesting van drie gewinnen is er enige tijd
niets gebeurd.
Op 1 juli 1970 is na overleg met het ministerie van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk de restauratie van het Mauritshuis in principe subsidiabel
verklaard, waarna op 13 oktober 1970 door de gemeenteraad tot restauratie werd
besloten, door het beschikbaar stellen van een aanloopkrediet van 15.000,—
Dit raadsbesluit werd op 13 januari 1971 goedgekeurd door het college van
gedeputeerde staten. Sindsdien is door eenieder koortsachtig gewerkt. Er ont
stond een goede samenwerking tussen het ministerie, de gemeente en de architect.
Ook het Rijksarchief heeft veel werk verzet. Reeds op 13 augustus 1971 was ket
restauratieplan gereed. Op 12 oktober 1971 heeft de raad besloten een krediet
van 1.600.000,-- te voteren. Dit bedrag kost de totale restauratie, inclusief
de subsidies. Van dit bedrag komt 500.000,— voor rekening van de gemeente,
hetgeen voor een gemeente met een klein inwonertal een enorme last is.