"3- Pd 1OT HFo'oidj, De voorzitter zegt, dat dit onderwerp al herhaalde- li j!T^nn~ïïë~~örde is geweest» Bij de aanleg van de riolering is een groot deel van de hui&en aangesloten; Om het aantal aansluiting en te doen verhogen heeft de raad destijds goedge vonden, dat in de kosten van aansluiting door de gemeente de helft zou worden bijgedragen. Toch is er nog een aantal huizen niet op de riole ring aangesloten» Het college van burgemeester en wethouders is in deze aangelegenheid zeer waakzaam. Zodra een woning, die nog niet is aangesloten op de riolering, van eigenaar verandert, wordt getracht aansluiting te verwezenlijken. Verplicht stellen van aansluiting van bestaande panden is helaas juridisch niet mogelijk De heer Boot vraagt of daartoe dan niet een verorde ning in Tiet "leven kan worden geroepen. Do voorzitter zegt, dat een dergelijke verordening niet sal'wcrïïen goedgekeurd, tenzij de gemeente zelf 100$ van de kosten voor haar rekening neemt. De heer Boot meent, dat ter verbetering van deze voor het leefmilieu schadelijke toestand, de over heid, met name het gemeentebestuur, moet optreden. De voorzitter antwoords, dat dan de kosten echter geheel voor rekening van de gemeente zullen komen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming, overeen komstig het voorstel van burgemeester en wet houders,. ^besloten tot vaststelling van een verorde ning tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten in de gemeente Willemstad. Woonforensen- De heer Van der Sluijs stelt, naar aanleiding van belasting het voorstel van' burgemeester en wethouders, even als in de vorige vergadering, namens dc fractie voor om de woonf or ens ejabë las ting voor 1970 en 1971 niet te heffen. In het voorstel staat vermeld, dat de mensen kunnen genietenvan de aangebrachte voorzieningen» Dit argument, aldus de heer Van der Sluijs, is erg zwak, omdat deze voorzieningen zi meer voor de eigen inwoners zijn aangebracht In artikel 6 van de Verordening op de heffing en invordering van een woonforensenbelasting staat dat de aanslagen in het begin van het belastingjaar moeten worden opgelegd. Dit is zowel in 1970 als in "971 nagelaten.., Onze fractie, zegt de heer Van der Sluijs, heeft er geen bezwaar tegen, dat de belasting wordt geheven met ingang van '!972« De heer Boot zegt, dat do meerderheid van zijn fractie geen moeite heeft met het eerste deel van het ter tafel liggende voorstel, waarin de redelijk heid van heffing van een woonforensenbelasting nog eens duidelijk wordt verdedigd» Wij zijn daarom ook van mening, dat deze belasting niet moet worden afgeschaft» We hebben er echter wel moeite mee, dat nu nog wordt overgegaan tot heffing van onderhavige be lasting voor de jaren 197Ö en 1971, Dit zal een ge voel van onbehagen geven en ons inziens zeker niet tenonrechte

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1971 | | pagina 48