- 7 -
Ik dacjit mijnheer do voorzitter dat dit oen onmogelijke zaak wordt als
wij hier huiten gaan staan. Stichting Procent zal ook zijn werk op aan
wijsbare gronden moeten vorrichtcn(en ik heb daar inzage van) naar daar
hebben wo als gemeente achter te staan.
Door zelf onze zaak kloppend te naken kunnen wc een ondergeschikte niet
laten wachten. Deze kosten zijn toch vcor QOffo verhaalbaar. Ilc stol voor
deze beide posten alsnog to begroten.
Deze enkele opmerkingen bij deze begroting gemaakt zijn misschien in
enkele ondordolon in het persoonlijke vlak to trekken. Dit zijn geen
giftpijltjos maar willen wel wijzen op ieders verantwoordelijkheid. Wij
hebbon op elk terrein van het loven al wc voor een taak gesteld zijn
ons zelf volkomen te geven.
Ia doze te zwaar dan moeten we dit durven te stellen, want dit vraagt
onze gemeenschap van ons allen. Wij hopen dat wij de kracht en gezond
heid mogen ontvangen om gezamenlijk dit werk te verrichten tot wolzijn
van ons zelf en tot welstand van onze gemeenschap. God zegene ons en
ons werk.
Vervolgens houdt de heer Schuil do volgende algemene beschouwing.
Ik zou willen beginnen met een respectvol dankjewel te zeggen tegen
diegenen van het gemeentelijk ambtenarencorps die het klaar hebbon
gespeeld oen belangrijk stuk als de begroting van inkomsten en uitgaven
van dozo gomoontc nu eindelijk oens binnen redelijke grenzen op te leveren.
Hot zal genoegzaam bekend zijn dat vrijwel de gehele gemeenteraad in het
vorlodon daarop hoeft aangodringen, helaas zonder resultaat. Het past
mij thans niet uit te wijdon over de wrijvingen dio er in dat opzicht
zijn gowocsts het past mij nog veel minder weer te wijzen op do oorzaken
die daartoe aanleiding Jxobbcn gogovon.
Ik ben overtuigd geraakt van het feit dat hot collogo - en dat geldt
evenzeer voor do verleden tijd - met passonde maatregelen kan bewerk
stelligen dat op tijd en officiant in het gemeentebelang wordt gewerkt,
Wij waarderen dit als facet van de saneringsmaatregelen en zijn van oor
deel dat dit zo moet worden voortgezet zodat de gemeenteraad niet op
nieuw moot worden geconfronteerd mot oen uitgave van f.10.000,welke
moot dienen om administratieve achterstanden in do gemeenteadministratie
in te halon. Ik hoöp^dathot collogo hieruit verstaat dat dio uitgave een
malig dient te zijn en dat daarmede oen einde komt aan wat ik zou willen
noemen oen van de ongezondheden van het Willcmstadse leven".
Ondanks mijn waardering voor het tijdstip van geroodkening van do begroting
heb ik daar ook een bezwaar tegen. Ik heb nauwelijks tijd kunnen vindon -
tussen alle Sintorklaasboslommeringcn mot zijn slecht functionncrondo dicht
ader de traditionnclo algemene beschouwingen gereed te maken.
Ik donk dat dit mijn collega's raadsleden eveneens ze is vergaan on
ik heb dus wel oen wens in dit opzicht n.l. deze, stroef ernaar dat het
tijdstip vroeger ligt dan omstreeks dozo feestdagen.
Voorts wil ik gaarne naar aanleiding van de voorbehandeling van de
begroting hot volgende opmerken. Hot is mij opgevallen dat do technische
begrotingsbehandeling op de 2c december j.l. uitliep op een behandeling
van hot bolcid. Er zijn grote happen uit dat beleid gekauwd en herkauwd
en mijn vrees is dat nu elke fractievoorzitter zich hoeft beijverd om de
vragen en conclusies te noteren. De openbare behandeling kan dan een
herhaling worden van alles watop dinsdag in finesses kan worden gezegd
waarmede het spontane en verrassende van de behandeling afglijdt en het
college in staat is mathematisch en haast automatisch haar goed voor
bereide antwoorden te geven er daarbij voor wakend dat de essentie niet
in het persoonlijke vlak verzeild gcre,akt. Hot antwoord is dan wol wat in
nevelen gehuld zodat het alleen nog duidelijk is voor do raad dio hot
verhaal voor de tweede koer hoort maar de ^duidelijkheid voor de publieke
tribune is mogelijk verdwenen.
Mijn fractie vindt dat het niet die kant uitmoet. Wij hebben oen af-,
koor van zo'n vertoning. Onze mening is dat een voorbehandeling waar
beleidszaken zijn besproken de openbare behandeling niet zodanig mag
beïnvloeden dat het vraag- en antwoordspel tussen raad en burgemeester
en wethouders inderdaad ontaardt in een voor de publieke zaak onduidelijke
vertoning.