- 3 - «- De heer Schuil brengt naar voren dat het huisje er al lang zo staat„De heer Kamp vraagt waarom de vergunning niet verlengd kan worden. De voorzitter antwoordt dat dat onmogelijk is. De heer Schuil zegt geen belang te hebben bij het afbreken van het huisje. De voorzitter vraagt zich af wanneer het huisje wel afgebro ken kan worden,wanneer dit nu niet gebeurd. De heer Kamp gelooft dat de Rooij sterk staat met de gebrek kige tekst van het briefje. De voorzitter zegt dat niet de heer de Rooij,maaj? de heer Bandsma het briefje heeft. De heer Schuil is van muning dat duidelijk afgesproken moet worden dat het huisje mag blijven staan. De hoer Dekkers zegt dat met iedere eigenaar de afspraak is gemaakt dat het huisje maar tijdelijk mocht blijven staan.Dit is destijds ook met de heer Derksen gebeurd,die het huisje heeft mee gebracht.De heer Dekkers zegt dat de eigene arwanneer hij het huisje kan verkopen voor bewoning.veel geld voor het huisje kan krijgen.Daarom,aldus de heer Dekkershebben burgemeester en wethou ders het hart laten spreken in plaats van de wet.De juiste weg was volgens de heer Dekkers geweest,dat het huisje destijds door de heer Derksen was afgebroken. De heer Schuil vindt de zaak beroerd voor het College.Per soonlijk vindt de heer Schuil dit geval niet erg. Als het huisje blijft staan,zegt de heer Schuil,zijn van zijn kant geen moeilijkheden te verwachten. Bovendien vindt de heer Schuil f.3.500,te veel. De voorzitter zegt dat een makelaar toch wel van de prijs weet; hij heeft er toch ook f.3.500,voor gegeven! De heer Munters zegt dat de heer de Rooij het huisje kocht met het idee dat het huisje mocht blijven staan. De heer Schuil zegt dat de raad maar gauw moet besluiten om het huisje te laten staan. De heer Munters vraagt naar de kosten van verplaatsing. De voorzitter zegt dat volgens de dienst openbare werken de verplaatsing geen grote kosten zal vergen,wanneer men het in eigen beheer verplaatst. De heer Schuil is van mening dot de verplaatsing wel hoge kos ten met zich mee zal brengen. De voorzitter vraagt aan de wethouders of zij er bezwaar tegen hebben dat het voorstel wordt teruggenomen. De wethouders hebben daartegen geen bezwaar. Hierna sluit de voorzitter de besloten vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Willemstad,gehouden op 14 oktober 1969. De sekretaris, (J.Tramper,l.s. De voorzitter, Dp J.H.Reinders.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1969 | | pagina 69